gepubliceerd op 19 mei 2005
Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel
11 MEI 2005. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 113, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 september 1994 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 december 2000 en 16 november 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 maart 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel en van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 33;
Overwegende dat het past de nadere regelen te verduidelijken volgens dewelke een rijksambtenaar zijn vrijwillig ontslag kan bekomen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 september 2004;
Gelet op het protocol nr. 517 van 26 januari 2005 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op advies 38.128/1 van de Raad van State, gegeven op 17 maart 2005;
Op het voorstel van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 113 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 september 1994 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 december 2000 en 16 november 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid, 1°, wordt vervangen als volgt : « 1° het vrijwillig ontslag : in dit geval mag de ambtenaar zijn dienst slechts verlaten na zijn ontslag te hebben betekend, bij een ter post aangetekende brief, aan de overheid waarvan hij afhangt;»; 2° het wordt aangevuld met het volgende lid : « De in het eerste lid, 1°, bedoelde betekening gebeurt ten minste dertig dagen voorafgaand aan het ontslag, dat ingaat op de datum van verzending van de aangetekende brief.Deze termijn kan in onderlinge overeenstemming ingekort worden. »
Art. 2.Artikel 33 van het koninklijk besluit van 31 maart 1995 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel en van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut wordt ingetrokken.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 mei 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, C. DUPONT