gepubliceerd op 28 april 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van een ploegenpremie voor het niet rijdend personeel in de subsectoren van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden
11 MAART 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van een ploegenpremie voor het niet rijdend personeel in de subsectoren van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, tot vaststelling van een ploegenpremie voor het niet rijdend personeel in de subsectoren van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2007 Vaststelling van een ploegenpremie voor het niet rijdend personeel in de subsectoren van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2007 onder het nummer 84272/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of voor goederenbehandeling voor rekening van derden, alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden" wordt bedoeld, de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is, die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is;5° voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuig voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die, buiten de havenzones, zich inlaten : 1. alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel;2. en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel. § 4.Onder "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters behorend tot de categorie van het niet-rijdend personeel, met uitsluiting van het garagepersoneel. HOOFDSTUK II. - Ploegenpremie
Art. 2.Indien in de onderneming met meer dan één uurrooster wordt gewerkt, hebben de werklieden waarvan het normale uurrooster aanvangt vóór 7 uur of eindigt na 19 uur, recht op een ploegenpremie.
Overeenkomstig de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen, zijn de toepasselijke uurroosters opgenomen in het arbeidsreglement van de onderneming.
Art. 3.De ploegenpremie bedraagt 7,5 pct. van het barema-uurloon per effectief gepresteerd uur.
Art. 4.De ploegenpremie is niet cumuleerbaar met de financiële vergoeding voor nachtarbeid, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van eveneens 28 juni 2007 of met eender welke andere gelijkwaardige vergoeding voor nachtarbeid die reeds wordt toegekend. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 5.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2004, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 augustus 2005 (Belgisch Staatsblad van 1 september 2005). § 2. Zij treedt in werking op 1 juli 2007 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 3. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.
Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.
De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 2008.
De Minister van Werk, J. PIETTE