gepubliceerd op 22 mei 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot vaststelling van de lonen
11 MAART 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot vaststelling van de lonen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot vaststelling van de lonen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001 Vaststelling van de lonen (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2002 onder het nummer 60903/CO/146) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot vaststelling van de lonen. HOOFDSTUK II. - Lonen A. Minimumuurlonen
Art. 2.§ 1. Het minimumuurloon van de in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters wordt op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 38 uren, op 1 oktober 2001 vastgesteld op 7,6900 EUR.
Art. 3.Het minimumuurloon en het werkelijk betaalde uurloon wordt op 1 januari 2002 verhoogd met 0,075 EUR per uur en op 1 juli 2002 met 0,10 EUR per uur, uitgezonderd het loon dat op de in artikel 8 bepaalde werkzaamheden betrekking heeft.
Deze lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 1975, gesloten in het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf, tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 februari 1976 (Belgisch Staatsblad van 22 april 1976).
Art. 4.Het minimumuurloon van de minderjarige werklieden en werksters wordt vastgesteld op de volgende percentages van het voorziene minimumuurloon : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 5.De minderjarige werklieden en werksters die met hetzelfde rendement het werk van de meerderjarige werklieden en werksters verrichten, hebben recht op het minimumuurloon van de meerderjarige werklieden en werksters van hun categorie.
Art. 6.Een loonbijslag gelijk aan 15 pct. van het normaal loon wordt toegekend aan de werklieden en werksters die eender welk mechanisch werktuig gebruiken en dit gedurende de uren dat zij het bezigen.
B. Gevaarlijke of ongezonde werken
Art. 7.De werklieden en werksters die gevaarlijke of ongezonde werken verrichten ontvangen een loonbijslag van 25 pct. van hun normaal loon voor de aan deze werken bestede tijd.
Deze bijslag is slechts verschuldigd voor de volgende werkzaamheden : - het snoeien verricht door middel van ladders of krammen; - reinigingswerken bestaande uit het wegruimen van stinkend slijk; - besproeiingswerken.
C. Bosontginningswerken verricht door de eigenaar
Art. 8.De eigenlijke bosontginningswerken welke met handelsdoeleinden worden ondernomen en worden verricht door werklieden die gewoonlijk door de eigenaars worden tewerkgesteld of bij uitzondering of hoofdzakelijk worden in dienst genomen tot dit doel, worden beloond op grond en volgens de schommelingen en de modaliteiten van toepassing op de lonen vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de minimumlonen in de bosontginningen, onverminderd de bevoegdheid van dit paritair subcomité. HOOFDSTUK III. - Overgangsbepalingen
Art. 9.De artikels die in de eerste en in de vierde rij van de volgende tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst. Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de eerste kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de tweede kolom.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2001 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.
Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzegtermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bosbouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 maart 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX