gepubliceerd op 10 april 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 1996 tot vastlegging van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen voor de jaren 1995, 1996 en 1997
11 MAART 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 1996 tot vastlegging van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen voor de jaren 1995, 1996 en 1997
VERSLAG AAN DE KONING Sire, 1. Bij koninklijk besluit van 10 juni 1996, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 augustus 1996, werd de normatieve verdeelsleutel vastgelegd ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen voor de jaren 1995 en 1996.Bij koninklijk besluit van 15 januari 1997, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 maart 1997, werd deze verdeelsleutel eveneens toepasselijk gemaakt op het jaar 1997.
De vastlegging van deze normatieve verdeelsleutel is voorzien in artikel 196, § 2, eerste lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en vormt een belangrijke fase in de uitvoering van het evolutief mechanisme van financiële responsabilisering van de verzekeringsinstellingen. Deze normatieve sleutel is, samen met de uitgaven, immers een doorslaggevend element voor de verdeling van de financiële middelen tussen deze instellingen en, bijgevolg, voor de bepaling van het boni of het mali bedoeld in artikel 198, § 1, van voormelde gecoördineerde wet. 2. Zoals voorzien in artikel 196, § 2, van dezelfde wet, werd de normatieve verdeelsleutel die werd vastgelegd voor de eerste fase van het mechanisme van financiële responsabilisering opgesteld met behulp van experten.Daarbij werd uitgegaan van een econometrisch model waarbij de medische consumptie van de aangesloten bevolking wordt verklaard op basis van een reeks demografische, sociaal-economische en omgevingsvariabelen. 3. In het Verslag aan de Koning dat, Sire, was gevoegd bij het vorenvermeld besluit van 10 juni 1996, werd reeds gewag gemaakt van de moeilijkheden die met het opstellen van dit model gepaard gingen.Het voorlopig karakter van het model en de noodzakelijkheid om het te kunnen herzien werden daarin in alle duidelijkheid gesteld. De onmogelijkheid voor de Kas der geneeskundige verzorging van de N.M.B.S. om de noodzakelijke basisgegevens ter beschikking te stellen, het ontbreken van een voldoende verklarend model voor een aantal sociale standen, het feit dat de oorspronkelijke normatieve sleutel diende opgesteld te worden op basis van consumptiegegevens die betrekking hadden op het jaar 1993 en tenslotte het feit dat een gedeelte van de aangewende informatie slechts een voorlopig karakter had dat achteraf diende te worden vervangen door definitieve gegevens, het zijn zoveel elementen die een aanpassing van de aanvankelijk vastgelegde normatieve sleutel noodzakelijk maken. 4. Een ontwerp van wijzigend koninklijk besluit werd dan ook uitgewerkt en aan de bevoegde organen voorgelegd, die er unaniem een positief advies over uitbrachten. In zijn advies L. 27.210/1 was de Raad van State echter van oordeel dat dit ontwerp niet de nodige wettelijke grondslag heeft daar « dergelijke aanpassing niet in overeenstemming is met de regeling welke terzake is uitgewerkt in artikel 196 van de wet betreffende de verplichte verzekring voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 ». De Raad van State gaat uit van een strikte interpretatie van de procedureregels voorzien bij artikel 196 van voormelde wet, volgens hetwelk de normatieve verdeelsleutel wordt vastgelegd door de Koning, op voorstel van de Algemene Raad, na advies van het Verzekeringscomité, « uiterlijk in de maand die voorafgaat aan het betrokken boekjaar ». De Raad van State verduidelijkt dan zijn motivering als volgt : « Eenmaal de daartoe ingestelde termijnen zijn verstreken en de betrokken fase een aanvang heeft genomen, vermag de Koning niet meer de verdeelsleutel aan te passen in de loop van de desbetreffende fase. Concreet komt dit erop neer dat de Koning met het voorliggende ontwerp geen aanpassingen meer kan doorvoeren in een verdeelsleutel welke nog op de eerste fase betrekking heeft. Artikel 196 van de gecoördineerde wet verleent de Koning immers niet de bevoegdheid om nu nog dergelijke aanpassing, welke op de eerste fase betrekking heeft, tot stand te brengen ». 5. Op te merken valt, Sire, dat de aanpassingen die in de verdeelsleutel worden aangebracht door middel van het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd geenszins tot doel hebben nieuwe parameters tot te voegen aan die welke in aanmerking werden genomen bij het vastleggen van de oorspronkelijke sleutel voor de eerste fase van het evolutief proces van financiële responsabilisering van de verzekeringsinstellingen. Het gaat hier enkel om sommige technische wijzigingen die kunnen aangebracht worden omdat verbeterde, meer volledige en meer recente gegevens thans beschikbaar zijn. Dergelijke aanpassing van het cijfermateriaal dat als grondslag dient voor de toepassing van de verdeelsleutel vloeit beslist voort uit de basisbeginselen die, van meet af aan, de invoering van de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen hebben geïnspireerd, waarbij dit mechanisme in een dynamisch en voortdurend geactualiseerd perspectief wordt uitgewerkt en waarbij een onderling akkoord tussen de verschillende betrokken partijen de voorkeur krijgt.
Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 15 december 1997 door de Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 1996 tot vastlegging van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen voor de jaren 1995, 1996 en 1997 », heeft op 18 december 1997 het volgende advies gegeven : Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan.
In het onderhavige geval wordt de spoedeisendheid gemotiveerd door de omstandigheid : « dat deze wijziging moet plaatshebben vooraleer de tweede fase, bedoeld in artikel 196, § 1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingaat. » Met toepassing van het bepaalde in artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996, heeft de afdeling wetgeving zich beperkt tot « het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan ».
Dat onderzoek noopt tot het maken van de volgende opmerking.
Het voor advies voorgelegde ontwerp beoogt een aantal wijzigingen aan te brengen in het koninklijk besluit van 10 juni 1996 tot vastlegging van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen voor de jaren 1995, 1996 en 1997. Die wijzigingen komen er in essentie op neer dat de normatieve verdeelsleutel voor de betrokken jaren wordt aangepast.
Zoals hierna zal blijken is dergelijke aanpassing niet in overeenstemming met de regeling welke terzake is uitgewerkt in artikel 196 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Uit die wetsbepaling valt immers af te leiden dat het de bedoeling van de wetgever is geweest dat de betrokken verdeelsleutel vóór de eerste fase, bedoeld in paragraaf 1 van artikel 196, zou worden vastgesteld en dat vervolgens die verdeelsleutel vóór de aanvang van elke volgende fase zou kunnen worden aangepast (1), mits naleving van de daartoe op minutieuze wijze in artikel 196 van de gecoördineerde wet beschreven procedures (2).
Zo bepaalt artikel 196, § 2, eerste lid, van de gecoördineerde wet - waarnaar trouwens als rechtsgrond wordt verwezen in het eerste lid van de aanhef van het ontwerp - dat de normatieve verdeelsleutel wordt vastgesteld door de Koning, op voorstel van de Algemene raad na advies van het Verzekeringscomité, « uiterlijk in de maand die voorafgaat aan het betrokken boekjaar ».
Eenmaal de daartoe ingestelde termijnen zijn verstreken en de betrokken fase een aanvang heeft genomen, vermag de Koning niet meer de verdeelsleutel aan te passen in de loop van de desbetreffende fase.
Concreet komt dit erop neer dat de Koning met het voorliggende ontwerp geen aanpassingen meer kan doorvoeren in een verdeelsleutel welke nog op de eerste fase betrekking heeft. Artikel 196 van de gecoördineerde wet verleent de Koning immers niet de bevoegdheid om nu nog dergelijke aanpassing, welke op de eerste fase betrekking heeft, tot stand te brengen.
De conclusie uit wat voorafgaat dient dan ook te zijn dat de ontworpen regeling, bij gebrek aan een voldoende rechtsgrond, geen doorgang kan vinden.
Mocht de procedureregeling welke is vervat in artikel 196 van de gecoördineerde wet op het vlak van de vaststelling van de normatieve verdeelsleutel en de aanpassing ervan, door de regering als te rigide en te weinig praktisch worden ervaren, dan lijkt een wetgevend initiatief het meest aangewezen om terzake corrigerend op te treden.
De kamer was samengesteld uit : De heren : J. De Brabandere, kamervoorzitter;
M. Van Damme, D. Albrecht, staatsraden;
G. Schrans, E. Wymeersch, assessoren van de afdeling wetgeving;
Mevr. A. Beckers, griffier.
De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd nagezien onder toezicht van de H. D. Albrecht.
Het verslag werd uitgebracht door de H. W. Van Vaerenbergh, auditeur.
De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door Mevr. M.-C. Ceule, eerste referendaris.
De griffier, A. Beckers.
De voorzitter, J. De Brabandere.
(1) Zie artikel 196, § 4, van de gecoördineerde wet.(2) Terzake werd enkel voor de jaren 1995 en 1996 een uitzondering gemaakt, in die zin dat het desbetreffend voorstel nog kon worden vervolledigd tot uiterlijk 30 juni 1995 (artikel 196, § 2, tweede lid, van de gecoördineerde wet). 11 MAART 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 1996 tot vastlegging van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen voor de jaren 1995, 1996 en 1997 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 196, § 2, eerste lid, vervangen door het koninklijk besluit van 12 augustus 1994, bekrachtigd door de wet van 21 december 1994;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1996 tot vastlegging van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen voor de jaren 1995, 1996 en 1997, inzonderheid op de artikelen 5, 6, 7 en 8;
Gelet op het bestaan van een significant verschil van de correctietermen, opgenomen in de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 juni 1996 tot vastlegging van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen voor de jaren 1995, 1996 en 1997;
Gelet op het voorstel van de Algemene Raad, uitgebracht tijdens zijn vergadering van 3 november 1997;
Gelet op het advies van het Verzekeringscomité uitgebracht tijdens zijn vergadering van 1 december 1997;
Gelet op het advies van het Technisch comité voor de zelfstandigen, waarbij rekening is gehouden met de specificiteit van de regeling voor de zelfstandigen, uitgebracht op 4 december 1997;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat deze wijziging moet plaatshebben vooraleer de tweede fase, bedoeld in artikel 196, § 1, van de voormelde wet, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingaat;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 december 1997 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 10 juni 1996 tot vastlegging van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen voor de jaren 1995, 1996 en 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 5.Onder normuitgaven Nsv van een verzekeringsinstelling v voor de partiële doelstelling van de sociale stand s wordt de hoegrootheid Nsv verstaan waarbij : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waarin : nsv : het aantal rechthebbenden op 30 juni van verzekeringsinstelling v voor de sociale stand s. ns : het aantal rechthebbenden op 30 juni voor de sociale stand s voor alle verzekeringsinstellingen samen.
Ws : de partiële doelstelling van de sociale stand s CORsv : een correctieterm, uitgedrukt als een bedrag in frank per rechthebbende, zoals bepaald in artikel 6, voor de sociale stand s en de verzekeringsinstelling v.
Onder partiële doelstelling voor de sociale stand s, wordt de hoegrootheid Ws verstaan, waarbij : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waarbij : W : de deeldoelstelling van de regeling, bedoeld in artikel 1, tweede lid.
E: de werkelijke uitgaven van de beschouwde regeling, voor alle sociale standen samen.
Es : de werkelijke uitgaven van de sociale stand s van de beschouwde regeling. »
Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt « 1993 » vervangen door « 1995 ».
Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « De invloed van de wijzigingen, die in dit besluit zijn aangebracht, op de rekeningen die reeds zijn afgesloten voor de boekjaren 1995 en 1996, zal bij de afsluiting van de rekeningen van het boekjaar 1997 worden verwerkt ».
Art. 4.De tabel die als bijlage bij datzelfde besluit gaat, wordt vervangen door de hierbij gevoegde tabel.
Art. 5.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld