gepubliceerd op 25 juni 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het luchthavenbeheer, betreffende het tijdskrediet
11 JUNI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het luchthavenbeheer, betreffende het tijdskrediet (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het luchthavenbeheer;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het luchthavenbeheer, betreffende het tijdskrediet.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juni 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het luchthavenbeheer Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017 Tijdskrediet (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2017 onder het nummer 141958/CO/315.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor het luchthavenbeheer.
Art. 4.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : - "CAO 103 : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 27 juni 2012, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 103bis van 27 april 2015 en nr. 103ter van 20 december 2016, gesloten in de Nationale Arbeidsraad; - "CAO 127" : de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 127 tot vaststelling, voor 2017-2018, van het interprofessioneel kader voor de verlaging van de leeftijdsgrens naar 55 jaar, voor wat de toegang tot het recht op uitkeringen voor een landingsbaan betreft, voor werknemers met een lange loopbaan, zwaar beroep of uit een onderneming in moeilijkheden of herstructurering, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 21 maart 2017.
Art. 5.Voor de toepassing van de CAO's 103 en 127 wordt rekening gehouden met de bijzondere toepassingsmodaliteiten vervat in de artikelen 4 tot en met 5 hierna. HOOFDSTUK II. - Tijdskrediet met motief
Art. 6.§ 1. De werknemers hebben recht op een voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering tot maximaal 36 maanden voor het verlenen van zorgen, zoals voorzien in artikel 4, § 1, a), b) en c) van de CAO 103. Dit recht wordt uitgebreid naar maximaal 51 maanden voor alle aanvragen en verlengingsaanvragen die na 1 april 2017 aan de werkgever ter kennis werden gegeven. § 2. De werknemers hebben een recht op een voltijds tijdskrediet, halftijdse of 1/5de loopbaanvermindering tot maximaal 36 maanden voor het volgen van een opleiding, zoals voorzien in artikel 4, § 2 van de CAO 103. § 3. De periodes bedoeld in § § 1 en 2 mogen samen niet meer dan 51 maanden bedragen. HOOFDSTUK III. - Landingsbanen
Art. 7.In toepassing van de CAO 127 wordt voor de periode 2017-2018 de leeftijdsgrens op 55 jaar gebracht voor de werknemers die in toepassing van artikel 8, § 1 van de CAO 103 hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking of met 1/5de en die voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 6, § 5, 2° en 3° van het koninklijk besluit van 12 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/12/2001 pub. 18/12/2001 numac 2001013224 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking sluiten, zoals gewijzigd door artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 december 2014.
Art. 8.In toepassing van artikel 8, § 3 van de CAO 103 wordt de leeftijd op 50 jaar gebracht voor de in artikel 2 genoemde werknemers, die hun voltijdse arbeidsprestaties verminderen ten belope van één dag of twee halve dagen per week en die voldoen aan één van de volgende voorwaarden : - daaraan voorafgaand actief zijn geweest in een zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar in de voorafgaande 10 jaar of gedurende minstens 7 jaar in de voorafgaande 15 jaar; - daaraan voorafgaand een beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar hebben doorlopen, voor zover een recht op vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5de op basis van een beroepsloopbaan van 28 jaar uitdrukkelijk is voorzien in een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten op niveau van de sector.
Deze periode moet worden opgenomen per minimumperiode van 6 maanden.
Onder "zwaar beroep" wordt verstaan : - het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert; - het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur; - het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2018.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juni 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het luchthavenbeheer, betreffende het tijdskrediet Sectorakkoord Vlaamse aanmoedigingspremies Dit hoofdstuk is van toepassing op de werknemers die beoogd worden door het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 houdende de hervorming van het stelsel van de aanmoedigingspremies in de privésector (Belgisch Staatsblad van 20 maart 2002).
Deze werknemers die gebruik maken van het stelsel van tijdskrediet zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, laatst gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77septies, en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, kunnen aanspraak maken op volgende Vlaamse aanmoedigingspremies en dit rekening houdende met de op Vlaams Gewest voorziene voorwaarden : - aanmoedigingspremie in het kader van een opleidingskrediet; - aanmoedigingspremie in het kader van een zorgkrediet; - aanmoedigingspremie voor een vermindering van de arbeidsduur in ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering.
Wanneer gelijkaardige regelingen tot stand komen in andere gewesten dan gelden deze bepalingen voor deze gemeenschappen of gewesten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juni 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS