Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juni 2004
gepubliceerd op 23 juli 2004

Koninklijk besluit betreffende consumptie-ijs

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2004022489
pub.
23/07/2004
prom.
11/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/11/2004022489/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JUNI 2004. - Koninklijk besluit betreffende consumptie-ijs


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990 en 5 februari 1999, en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de bescherming en de voorlichting van de consument, inzonderheid op de artikelen 7 tot 12, op artikel 13, gewijzigd bij de wet van 25 mei 1999, en op de artikelen 14 en 124;

Gelet op de richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 oktober 1976 betreffende consumptie-ijs, mengsels en basispreparaten voor consumptie-ijs, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 2 oktober 1980, 27 april 1987 en 9 februari 1990;

Overwegende dat voldaan is aan de formaliteiten voorgeschreven door de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende de informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;

Gelet op het advies van de Hoge Raad van Zelfstandigen en de K.M.O., gegeven op 16 november 2000;

Gelet op het advies van het wetenschappelijk Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 11 januari 2001;

Gelet op het advies van de Commissie van Advies inzake voedingsmiddelen, gegeven op 29 januari 2001;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 27 juni 2001;

Gelet op het advies nr. 36.424/1 van de Raad van State, gegeven op 29 januari 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op producten die wettelijk gefabriceerd en/of in de handel gebracht worden in de andere lidstaten van de Europese Unie of in Turkije of in de landen medeondertekenaars van het akkoord van de Europese Economische Ruimte, onverminderd artikel 30 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° consumptie-ijs : het geheel van de onder 2° tot 6° bedoelde waren;2° Roomijs : de waar die door bevriezing een vaste of pasta-achtige consistentie heeft aangenomen, welke in bevroren toestand voor consumptie bestemd is en die in hoofdzaak is samengesteld uit vetvrije melkdroge stof, melkvet, suikers en drinkwater en die andere voedingsmiddelen kan bevatten die zijn toegevoegd als bijkomende ingrediënten, met uitsluiting van andere vetten dan melkvetstoffen;3° Melkijs : de onder 2° bepaalde waar, doch met een lager melkvetgehalte;4° Ijs : de waar die door bevriezing een vaste of pasta-achtige consistentie heeft aangenomen, welk in bevroren toestand voor consumptie bestemd is, en die in hoofdzaak is samengesteld uit drinkwater en/of magere melk, suikers, eetbare oliën, eetbare vetten en waaraan andere voedingsmiddelen als bijkomende ingrediënten mogen zijn toegevoegd;5° Waterijs : de waar die door bevriezing een vaste of pasta-achtige consistentie heeft aangenomen, welke in bevroren toestand voor consumptie bestemd is en die in hoofdzaak is samengesteld uit drinkwater en suikers en waaraan andere voedingsmiddelen als bijkomende ingrediënten mogen zijn toegevoegd;6° Sorbet : de onder 5° bepaalde waar waaraan fruit of wijn of gearomatiseerde wijn of een gedistilleerde drank zijn toegevoegd en gekenmerkt is door : a) voor sorbet met fruit : minimum 25 % fruit, bestaande uit de eetbare delen of het equivalent in sap, extract, concentraat of gedroogd product.In afwijking hiervan kan het minimale gehalte tot 15 % verlaagd worden voor citrusvruchten, zogenaamde zure vruchten, waarvan het sap een titreerbaar zuurgehalte, uitgedrukt in citroenzuur, gelijk aan of hoger dan 2,5 % heeft en exotische of speciale vruchten met een doordringende smaak of een taaie consistentie; b) voor sorbet met wijn of gearomatiseerde wijn of gedistilleerde drank : de toevoeging van een voldoende hoeveelheid wijn, gearomatiseerde wijn of gedistilleerde drank waarnaar is verwezen en die het product de organoleptische eigenschappen verleent die aan die toevoeging is toegeschreven.

Art. 3.§ 1. Tijdens de fabricage of de bereiding van consumptie-ijs, moet het mengsel een doeltreffende warmtebehandeling of andere geschikte behandeling met gelijkwaardige werking ondergaan. § 2. Na bevriezing, moet het consumptie-ijs worden opgeslagen bij een temperatuur die, zowel in de kern als in alle delen van de waar, voldoende laag is om de organoleptische en microbiologische eigenschappen te behouden.

Die temperatuur moet stabiel en in alle punten van het product op -18 °C of lager gehouden worden met eventuele korte schommelingen naar boven van maximum 3°C tijdens het transport, de plaatselijke distributie en in de winkelmeubelen.

In afwijking hiervan moet voor de ambulante handel en de verkoop voor de directe consumptie, de temperatuur in alle punten van het product stabiel op -9 °C of lager worden gehouden.

Art. 4.Het is verboden te fabriceren en in de handel te brengen : 1° al dan niet voorverpakt consumptie-ijs : a) dat niet voldoet aan de eisen van de artikelen 2 en 3;b) dat niet voldoet aan de samenstellingeisen bepaald in de bijlage onder A ;c) dat niet voldoet aan de hygiëne-eisen bepaald in de bijlage onder B ;2° voorverpakt consumptie-ijs : a) waarvan de verpakking dermate beschadigd is dat de inhoud aan microbiële of andere verontreiniging kan worden blootgesteld;b) dat in een vriesruimte, vrieswagen of diepvriescel samen met andere voedingsmiddelen is opgeslagen, indien het consumptie-ijs niet beschermd is tegen uitwendige factoren die zijn organoleptische eigenschappen of zijn microbiologische toestand kunnen beïnvloeden.

Art. 5.Bij het in de handel brengen van al dan niet voorverpakt consumptie-ijs, mag uitsluitend en moet consumptie-ijs worden aangeduid met één van de benamingen bepaald in artikel 2, 2° tot 6° overeenkomstig de definitie ervan in dit artikel.

Art. 6.Het is verboden al dan niet voorverpakt consumptie-ijs op de markt te brengen waarvan het gewicht per liter lager is dan 450 gram.

Art. 7.Overtredingen van de bepalingen van artikelen 3, 4 en 5 van dit besluit worden opgespoord, vervolgd en gestraft overeenkomstig de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten.

Art. 8.Overtredingen van de bepalingen van artikel 6 van dit besluit worden opgespoord, vervolgd en gestraft overeenkomstig de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de bescherming en de voorlichting van de consument.

Art. 9.Het koninklijk besluit van 28 oktober 1976 betreffende consumptie-ijs, mengsels en basispreparaten voor consumptie-ijs, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 2 oktober 1980, 27 april 1987 en 9 februari 1990, wordt opgeheven.

Art. 10.Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Mevr. F. MOERMAN De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

BIJLAGE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Ons bekend om te worden gevoegd bij Ons besluit van 11 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Mevr. F. MOERMAN De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^