Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juni 1998
gepubliceerd op 17 juli 1998

Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen

bron
ministerie van justitie
numac
1998009400
pub.
17/07/1998
prom.
11/06/1998
ELI
eli/besluit/1998/06/11/1998009400/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JUNI 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het met redenen omkleed advies van 14 januari 1997 van het Hoog Overlegcomité, sector III, Justitie;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 november 1996, 11 maart 1997 en 14 november 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 april 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 23 april 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen wordt als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In de hierna vermelde betrekkingen van § 1 kan slechts worden voorzien wanneer de betrekkingen uit het eerste lid zijn afgeschaft : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.§ 1. Het aantal betrekkingen van hoofdbewaarder in uitdoving, van adjunct-penitentiair assistent en penitentiair assistent mag de 119 betrekkingen niet overschrijden. § 2. Het aantal betrekkingen van hoofdtechnicus in uitdoving, van adjunct-technisch assistent en technisch assistent mag de 52 betrekkingen niet overschrijden. § 3. Het aantal betrekkingen van bewaarder in uitdoving en van penitentiair beambte mag de 3518 betrekkingen niet overschrijden.

Art. 3.§ 1. In de hierna vermelde betrekkingen van artikel 1, § 1, mag slechts worden voorzien wanneer de arbeidsposten van contractuelen waarvoor ze in de plaats komen, afgeschaft werden door het vertrek van de leden van het contractueel personeel die ze bekleden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Indien twee jaar na het van kracht worden van dit besluit, de in § 1 beoogde betrekkingen vacant zijn gebleven, worden ze in artikel 1, § 1 afgeschaft, behalve de 409 betrekkingen van penitentiair beambte. § 3. De Inspecteur van Financiën moet vóór de bezetting van de betrekkingen vaststellen dat de voorwaarde vermeld in § 1 vervuld is.

Art. 4.Definitief vacante betrekkingen onder die welke in artikel 1, § 1, zijn opgenomen kunnen worden beschouwd als bezigingsbetrekkingen voor militairen ter uitvoering van de wet van 20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen, mits voorafgaand akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken over hun aantal en de graden waarmee ze overeenstemmen.

Er kan in deze betrekkingen niet voorzien worden tijdens de periode van beziging van de militairen.

Art. 5.Personeel niet onderworpen aan het statuut van het rijkspersoneel.

De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 6.Het koninklijk besluit van 8 maart 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 januari 1997, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 8.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY

^