Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2018
gepubliceerd op 08 augustus 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de opleiding

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2018203233
pub.
08/08/2018
prom.
11/07/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de opleiding (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de opleiding.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2017 Opleiding (Overeenkomst geregistreerd op 22 februari 2018 onder het nummer 144696/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en op alle werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten.

Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel de mannelijke als de vrouwelijke arbeider of bediende. HOOFDSTUK II. - Doelstelling

Art. 2.Met de in deze overeenkomst voorziene bepalingen wensen werkgevers en werknemers uitvoering te geven aan de opleidingsdoelstellingen zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van de wet wendbaar en werkbaar werk van 5 maart 2017. Daarmee willen de sociale partners de werknemers ook versterken op de algemene arbeidsmarkt. HOOFDSTUK III. - Principe en toepassingsvoorwaarden

Art. 3.De werkgever voorziet in zijn onderneming jaarlijks in een collectief opleidingsvolume, gelijk aan het aantal voltijdse equivalente werknemers op 31 december van het vorige jaar, vermenigvuldigd met minimaal : 1° vanaf 1 januari 2018 : 2 opleidingsdagen;2° vanaf 1 januari 2019 : 3 opleidingsdagen;3° vanaf 1 januari 2021 : 4 opleidingsdagen;4° vanaf 1 januari 2023 : 5 opleidingsdagen.

Art. 4.De werkgever dient dit collectief opleidingsvolume vanaf 1 januari 2018 aan te wenden voor de organisatie van opleidingen zoals bedoeld in artikel 7 voor de werknemers van zijn onderneming, met dien verstande dat elke voltijdse werknemer per periode van 5 jaar over een individueel opleidingskrediet van minstens 10 opleidingsdagen beschikt.

Art. 5.De werkgever streeft ernaar dat de werknemers 40 pct. van hun individueel opleidingskrediet kunnen gebruiken gedurende de eerste twee jaar van de kredietperiode.

Art. 6.Dit individueel krediet is, bij verandering van werkgever, niet overdraagbaar. Telkens een werknemer in dienst treedt bij een nieuwe werkgever start voor hem een nieuwe periode van 5 jaar en een volledig opleidingskrediet van 10 opleidingsdagen, ongeacht de stand van zijn krediet bij zijn vorige werkgever.

In afwijking van hetgeen bepaald is in het eerste lid, wordt het individueel krediet wel overgedragen bij verandering van werkgever behorend tot dezelfde economische groep als de werkgever van de onderneming van oorsprong.

Art. 7.Met de "opleidingen" wordt het geheel van formele en van de informele opleidingen bedoeld, zoals voorzien in de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten toegepast voor de bewakingsdiensten en toezichtsdiensten : 1. Wordt onder "formele opleidingen" onder meer verstaan : de opleidingen, trainingen en oefeningen voorzien in of in uitvoering van nationale of internationale regelgeving alsmede de niet wettelijk voorziene functie-opleidingen, de opleidingen voor het aanleren van vaardigheden of bepaalde kennis zoals taal, informatica, enz.2. Wordt onder "informele opleidingen" onder meer bedoeld : alle vormen van beroepsopleiding van werknemers, collectief of individueel, omscholingstrajecten, trainingen, oefeningen en werkplaatsleren, enz.

Art. 8.Het geheel van deze opleidingen komt voor de toepassing van deze overeenkomst in aanmerking, ongeacht de vorm waaronder opleidingen plaatsvinden. De organisatie ervan kan zowel individueel of collectief zijn, klassikaal of digitaal, verstrekt worden onder de vorm van seminaries, studiedagen, coachingtrajecten, praktijkoefeningen, recyclage, enz.

Art. 9.In de zin van deze overeenkomst wordt bedoeld met een "opleidingsdag" : een dag van 7,40 uur voor medewerkers werkzaam in het vijfdagenstelsel en 6,17 uur voor medewerkers werkzaam in het zesdagenstelsel.

Art. 10.De tijd nodig voor het afleggen van examens en testen wordt mee in rekening gebracht voor het bepalen van de opleidingstijd en het opleidingsvolume. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepalingen voor het waardenvervoer

Art. 11.§ 1. De waardenvervoerder onderhevig aan de bepalingen inzake de vorming van waardenvervoerders, aangenomen met het koninklijk besluit van 25 april 2014, wijzigend het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffen de vereisten inzake beroepsopleiding en -ervaring, de vereisten inzake medisch en psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van leidinggevende of een uitvoerende functie in een bewakingsonderneming of interne bewakingsdienst en betreffende de erkenning van de opleidingen, moeten, als hij wordt ontslagen, de vorming kunnen volgen hetgeen hem moet toelaten om het attest van de algemene competenties van een bewakingsagent te bekomen op kosten van de waardentransportonderneming die hem ontsloeg. § 2. De volgende voorwaarden dienen hierbij vervuld te zijn : a. er wordt niet in overweging genomen dat de werknemer mutatie maakt naar een andere werkgever, ten gevolge van de overgang van een commercieel contract;b. de werknemer heeft minstens 1 jaar anciënniteit in de onderneming die hij verlaat, waarbij de anciënniteit die voortvloeit uit de overgang van het commercieel contract wordt in rekening genomen;c. de werknemer neemt zelf contact met de onderneming die hij verlaat om zijn inschrijving te regelen;d. de werknemer betaalt de inschrijvingskosten terug indien hij, zonder rechtvaardiging, afwezig is van de lessen of wanneer hij niet deelneemt aan het examen;e. de onderneming voor dewelke de werknemer tewerkgesteld was, bepaalt of en wanneer de vorming plaatst zal hebben;f. zij zal de inschrijvingskosten terugbetalen (niet via het loon en niet via een vergoeding). § 3. In geval van betwisting doen partijen een beroep op de voorzitter van het paritair comité die een verzoeningsbureau kan samenstellen en een oplossing kan voorstellen aan betrokken partijen. HOOFDSTUK V. - Controle en overleg

Art. 12.De werkgever verstrekt elk jaar vóór 1 februari (en voor het eerst vóór 1 februari 2019) aan elke werknemer de stand van zijn individueel opleidingskrediet op datum van 31 december van het afgelopen jaar. Deze informatie omvat het aantal dagen opleiding dat de betrokken werknemer volgde, de data waarop dit gebeurde, de titel van de opleiding, het aantal resterende dagen van zijn opleidingskrediet en de vervaldatum ervan.

Art. 13.De werkgever schrijft de in het kader van deze overeenkomst de formeel en informeel georganiseerde opleidingen in op de sociale balans, gevoegd bij de jaarrekening van zijn onderneming.

Art. 14.§ 1. Jaarlijks, en voor het eerst voor het kalenderjaar 2018, stelt de werkgever een opleidingsoverzicht op. § 2. Dit overzicht omvat de in het kader van deze overeenkomst gedurende het afgelopen kalenderjaar georganiseerde opleidingen met per rij in de overzichtstabel : 1. de werktitel van de opleiding;2. het totaal aantal uren gedurende dewelke deze opleiding in de onderneming gevolgd is;3. het aantal werknemers dat de betrokken opleiding hebben gevolgd. § 3. De onderneming maakt dit overzicht uiterlijk vóór 1 maart, en voor het eerst vóór 1 maart 2019, over aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten. § 4. De ondernemingen met een ondernemingsraad of met een syndicale delegatie leggen dit opleidingsoverzicht ook voor aan de ondernemingsraad en, bij ontstentenis, aan de syndicale delegatie. HOOFDSTUK VI. - Algemeenheden

Art. 15.Een werknemer die het slachtoffer is geweest van een agressie zal begeleid worden. Hij zal het voorwerp uitmaken van recyclage of eventueel omgeschoold worden voor een reclassering indien dit in het belang van de betrokkene is.

Art. 16.Conform de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 betreffende de theoretische en praktische cursussen voor beroepsopleiding en herscholing kunnen de individuele rechten van werknemers inzake het systeem van betaald educatief verlof niet beïnvloed worden door de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 17.Het in deze overeenkomst voorziene collectieve opleidingsvolume en individuele opleidingskrediet vervangen alle in collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen verplichtingen inzake opleidingen en opleidingskredieten.

Art. 18.Partijen komen overeen om ten laatste op 1 maart 2022 de toepassing van deze overeenkomst te evalueren en onder meer de mogelijkheid te onderzoeken tot de verhoging van het individuele opleidingskrediet van 10 tot 15 dagen. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 19.§ 1. Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.

Ze is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd. Deze opzegging dient minimaal 3 maanden op voorhand te gebeuren via een aangetekend schrijven per post, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, die onverwijld de betrokken partijen op de hoogte brengt. De termijn van 3 maanden neemt aanvang op de datum van verzending van hoger genoemd aangetekend schrijven. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst : - vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2005 aangaande tewerkstellings- en vormingsbeleid (geregistreerd onder nummer 77903/CO/317); - heft artikel 3, § 2, alinea 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 met betrekking tot de theoretische en praktische cursussen voor beroepsopleiding en herscholing (geregistreerd onder nummer 121178/CO/317) op.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^