Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2006
gepubliceerd op 14 september 2006

Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, nodig voor de aanleg van een parking en gelegen op het grondgebied van de stad Landen van algemeen nut wordt verklaard

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014175
pub.
14/09/2006
prom.
11/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/11/2006014175/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen, nodig voor de aanleg van een parking en gelegen op het grondgebied van de stad Landen van algemeen nut wordt verklaard


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS Holding en haar verbonden vennootschappen, inzonderheid op artikel 1bis, laatst gewijzigd door artikel 8, § 2, van het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 houdende sommige maatregelen voor de reorganisatie van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen;

Gelet op de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;

Overwegende dat een doelmatig beleid inzake mobiliteit dient uit te gaan van een intermodale benadering en het in die optiek van belang is dat in de omgeving van de stations aan de treinreizigers voldoende parkeergelegenheid ter beschikking wordt gesteld;

Overwegende dat de capaciteit van de bestaande reizigersparking aan het spoorwegstation van Landen ruim onvoldoende is;

Overwegende dat in het kader van de heraanleg van de stationsomgeving het wenselijk is dat bovengenoemde parking wordt uitgebreid;

Overwegende dat de uitbreiding en de inrichting van de parking zoals aangeduid op het plan der werken nr. D6.113.59 aan boven vermelde doelstellingen beantwoorden;

Overwegende dat de beschreven werken vereisen dat de percelen, aangeduid op het plan nr. D6.113.60 en gelegen op het grondgebied van de stad Landen, in bezit worden genomen;

Overwegende dat het openbaar onderzoek waaraan voornoemde plannen onderworpen werden geen bezwaren opgeleverd heeft;

Overwegende dat een goed onthaal van de reizigers inhoudt dat de capaciteit van de parking spoedig in overeenstemming wordt gebracht met de reële behoeften;

Overwegende dat de inname van voornoemde percelen derhalve een dringend karakter heeft;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het algemeen nut vordert in het kader van de heraanleg van de stationsomgeving voor de aanleg van een parking de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen gelegen op het grondgebied van de stad Landen en opgenomen op het plan nr. D6.113.60 gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de werken benodigde en op voormelde plan aangewezen percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.

Art. 3.Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brusssel, 11 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^