Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2006
gepubliceerd op 05 september 2006

Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 1 mei 2006 tot aanpassing van de lijst van ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme en tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2006000514
pub.
05/09/2006
prom.
11/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/11/2006000514/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 1 mei 2006 tot aanpassing van de lijst van ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme en tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 1 mei 2006 tot aanpassing van de lijst van ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme en tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 1 mei 2006 tot aanpassing van de lijst van ondernemingen onderworpen aan de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van het terrorisme en tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 1993 inzake de samenstelling, de organisatie, de werking en de onafhankelijkheid van de cel voor financiële informatieverwerking.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST JUSTIZ, FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST FINANZEN, FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES UND FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST WIRTSCHAFT, KMB, MITTELSTAND UND ENERGIE 1. MAI 2006 - Königlicher Erlass zur Anpassung der Liste der Einrichtungen, die dem Gesetz vom 11.Januar 1993 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung unterliegen, und zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 11. Juni 1993 über die Zusammensetzung, Organisation, Arbeitsweise und Unabhängigkeit des Büros für die Verarbeitung finanzieller Informationen ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 11. Januar 1993 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung, insbesondere des Artikels 2, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 22. April 1994 und abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 24. März 1995, 28. Dezember 1999 und 21.

September 2004 und die Gesetze vom 10. August 1998 und 12. Januar 2004, und des Artikels 11 § 7, abgeändert durch die Gesetze vom 7.

April 1995 und 10. August 1998;

Aufgrund des Gesetzes vom 20. Juli 2004 über bestimmte Formen der gemeinsamen Portfolioverwaltung, insbesondere der Artikel 138, 140, 203 und 204;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 11. Juni 1993 über die Zusammensetzung, Organisation, Arbeitsweise und Unabhängigkeit des Büros für die Verarbeitung finanzieller Informationen, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 30. Mai 1994, 23. Februar 1995, 10.

August 1998, 4. Februar 1999, 28. Dezember 1999, 20. Juli 2000 und 21.

September 2004;

Aufgrund der Stellungnahme der Finanzinspektion vom 6. Februar 2006;

Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Haushalts vom 17.

Februar 2006;

Aufgrund des Gutachtens Nr. 39.954/2 des Staatsrates vom 1. März 2006, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat, ersetzt durch das Gesetz vom 4. August 1996, abgeändert durch das Gesetz vom 8.September 1997 und ersetzt durch das Gesetz vom 2. April 2003;

In der Erwägung, dass die Artikel 140, 203 und 204 des Gesetzes vom 20. Juli 2004 über bestimmte Formen der gemeinsamen Portfolioverwaltung sich auf eine neue Kategorie von Finanzinstituten beziehen, nämlich die Verwaltungsgesellschaften für Institute für gemeinsame Anlagen;dass diese Gesellschaften ermächtigt sind, zum einen Effekten von Instituten für gemeinsame Anlagen zu vermarkten - eine Tätigkeit, die den Empfang und die Weiterleitung von Ordern über Effekten von Instituten für gemeinsame Anlagen einschliesst - und zum anderen unter den durch das vorerwähnte Gesetz vom 20. Juli 2004 festgelegten Bedingungen Investmentdienstleistungen zu erbringen, die die individuelle Verwaltung von Anlageportfolien auf diskretionärer Basis und die Anlageberatung betreffen; dass das vorerwähnte Gesetz am 9. März 2005 in Kraft getreten ist und dass diese Institute demnach dringend den Verpflichtungen in Bezug auf die Bekämpfung der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung, so wie sie durch das Gesetz vom 11.Januar 1993 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung erwähnt sind, unterworfen werden müssen;

In der Erwägung, dass der König aufgrund des Artikels 11 § 7 des Gesetzes vom 11. Januar 1993 durch einen im Ministerrat beratenen Königlichen Erlass den Beitrag zu den Betriebskosten des Büros, der von den durch dieses Gesetz bestimmten Einrichtungen und Personen geschuldet wird, und die Modalitäten der Einziehung dieses Beitrags festlegt;

In der Erwägung, dass das Büro aufgrund des Artikels 12 § 1 des Königlichen Erlasses vom 11. Juni 1993 über die Zusammensetzung, Organisation, Arbeitsweise und Unabhängigkeit des Büros für die Verarbeitung finanzieller Informationen jedes Jahr im Laufe des Monats Dezember seinen Haushalt für das nächste Jahr festlegt; dass Artikel 12 § 2 desselben Erlasses vorsieht, dass die erwähnten Einrichtungen und Personen jedes Jahr vor dem ersten März dem Büro einen festen Beitrag zahlen;

In der Erwägung, dass die Aufnahme dieser neuen Kategorie von Finanzinstituten in den Anwendungsbereich des Gesetzes vom 11. Januar 1993 zu einer deutlichen Zunahme der Aufgaben des Büros führt und demnach eine Erweiterung seiner Finanzmittel erfordert; dass die Effizienz der vorsorglichen Massnahmen gefährdet wäre, wenn das Büro nicht in der Lage wäre, seinen Haushalt für das Jahr 2006 festzulegen, und wenn die Beiträge der neuen erwähnten Einrichtungen 2006 nicht eingenommen werden könnten; dass die erwähnten Einrichtungen ebenfalls so schnell wie möglich über ihre Teilnahme an den vorsorglichen Massnahmen und über ihren Beitrag zu den Betriebskosten des Büros informiert werden müssen;

In der Erwägung, dass die Rechtssicherheit, die Integrität des Finanzsektors und die Effizienz der vorsorglichen Massnahmen zur Bekämpfung von Geldwäsche, die ausreichende Finanzierung des Büros einbegriffen, die Anwendung der im vorerwähnten Gesetz vom 11. Januar 1993 und im vorerwähnten Königlichen Erlass vom 11. Juni 1993 vorgeschlagenen Massnahmen dringend notwendig machen;

Auf Vorschlag Unseres Vizepremierministers und Ministers der Justiz, Unseres Vizepremierministers und Ministers der Finanzen, Unseres Vizepremierministers und Ministers des Innern, Unseres Ministers der Wirtschaft, der Energie, des Aussenhandels und der Wissenschaftspolitik und Unseres Ministers des Mittelstands und der Landwirtschaft und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 2 Absatz 1 des Gesetzes vom 11. Januar 1993 zur Verhinderung der Nutzung des Finanzsystems zum Zwecke der Geldwäsche und der Terrorismusfinanzierung, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 22. April 1994 und abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 24. März 1995, 28.Dezember 1999 und 21. September 2004 und die Gesetze vom 10. August 1998 und 12. Januar 2004, wird wie folgt ergänzt: « 24. Verwaltungsgesellschaften für Institute für gemeinsame Anlagen nach belgischem Recht, die gemäss Artikel 140 des Gesetzes vom 20.

Juli 2004 über bestimmte Formen der gemeinsamen Portfolioverwaltung zugelassen sind, 25. Zweigniederlassungen in Belgien von Verwaltungsgesellschaften für Institute für gemeinsame Anlagen, die dem Recht eines anderen Mitgliedstaates des Europäischen Wirtschaftsraums unterliegen, so wie sie in Artikel 203 des vorerwähnten Gesetzes vom 20.Juli 2004 erwähnt sind, 26. Zweigniederlassungen in Belgien von Verwaltungsgesellschaften für Institute für gemeinsame Anlagen, die dem Recht von Staaten unterliegen, die nicht Mitglied des Europäischen Wirtschaftsraums sind, so wie sie in Artikel 204 des vorerwähnten Gesetzes vom 20.Juli 2004 erwähnt sind. » Art. 2 - Artikel 12 § 3 des Königlichen Erlasses vom 11. Juni 1993 über die Zusammensetzung, Organisation, Arbeitsweise und Unabhängigkeit des Büros für die Verarbeitung finanzieller Informationen, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 30. Mai 1994, 23. Februar 1995, 10. August 1998, 4. Februar 1999, 28. Dezember 1999 und 21. September 2004, wird wie folgt abgeändert: 1. Absatz 1 wird wie folgt ergänzt: « 14.die in Artikel 2 Absatz 1 Nr. 24 des vorerwähnten Gesetzes erwähnten Finanzinstitute, 15. die in Artikel 2 Absatz 1 Nr.25 des vorerwähnten Gesetzes erwähnten Finanzinstitute, 16. die in Artikel 2 Absatz 1 Nr.26 des vorerwähnten Gesetzes erwähnten Finanzinstitute. » 2. In Absatz 2 wird das Wort « dreizehn » durch das Wort « sechzehn » ersetzt. Art. 3 - Die in Artikel 1 des vorliegenden Erlasses erwähnten Finanzinstitute tragen ab dem Datum der Veröffentlichung des vorliegenden Erlasses im Belgischen Staatsblatt zu den Betriebskosten des Büros für die Verarbeitung finanzieller Informationen bei.

Art. 4 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 5 - Unsere Vizepremierminister der Justiz, der Finanzen und des Innern und Unsere für Wirtschaftsangelegenheiten und den Mittelstand zuständigen Minister sind, jeder für seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 1. Mai 2006 ALBERT Von Königs wegen: Die Vizepremierministerin und Ministerin der Justiz Frau L. ONKELINX Der Vizepremierminister und Minister der Finanzen D. REYNDERS Der Vizepremierminister und Minister des Innern P. DEWAEL Der Minister der Wirtschaft, der Energie, des Aussenhandels und der Wissenschaftspolitik M. VERWILGHEN Die Ministerin des Mittelstands und der Landwirtschaft Frau S. LARUELLE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 11 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^