Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2003
gepubliceerd op 06 oktober 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de bezoldiging van de Regeringscommissarissen van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003200856
pub.
06/10/2003
prom.
11/07/2003
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de bezoldiging van de Regeringscommissarissen van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 december 2002 houdende de oprichting van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 februari 2003;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 april 2003;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 mei 2003;

Op voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Gelijke-Kansenbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De jaarlijkse brutobezoldiging verbonden aan het mandaat van Regeringscommissaris bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen is vastgelegd op 1.000 EUR.

Art. 2.De jaarlijkse brutobezoldiging vastgelegd in artikel 1 is gekoppeld aan de index 138,01 van de consumptieprijzen gedefinieerd bij wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Gelijke-Kansenbeleid en Onze Minister van Begroting zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, belast met het Gelijke-Kansenbeleid, Mevr. L. ONKELINX

^