gepubliceerd op 07 augustus 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 betreffende de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 1 en 2+ en het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën
11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 betreffende de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 1 en 2+ en het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1997 betreffende de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 1 en 2+, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 5 juli 1999 en 4 december 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 25 maart 1999, 17 juni 1999, 8 juli 1999 en 4 december 2001;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 oktober 2002;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 30 januari 2003;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 januari 2003;
Gelet op het protocol nr. 433 van 20 september 2002 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de hervorming van de loopbanen van het federaal administratief openbaar ambt van het niveau 1 één van de aspecten van het intersectoraal akkoord 2001-2002 insluit;
Overwegende dat de lineaire verhoging van de weddenschalen verbonden aan de gemene en bijzondere graden op 1 januari 2003 in werking treedt;
Overwegende dat de diensten die de wedden moeten uitbetalen dan ook in staat moeten gesteld worden zo snel mogelijk te beschikken over de nieuwe aangepaste weddenschalen;
Op voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 betreffende de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 1 en 2+
Artikel 1.In de hierna vermelde bepalingen van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 betreffende de vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Financiën behorende tot de niveaus 1 en 2+, wordt het bedrag van 2.478,94 EUR vervangen door het bedrag van 2.503,73 EUR. HOOFDSTUK II. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën.
Art. 2.In de hierna vermelde bepalingen van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de bezoldigingsregeling van het personeel van het Ministerie van Financiën, worden de bedragen of weddenschalen die voorkomen in de tweede kolom van de volgende tabel vervangen door de bedragen of weddenschalen die voorkomen in de derde kolom van dezelfde tabel.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit worden vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 7.Aan de ambtenaren, houder van het brevet van expert bij een fiscaal bestuur en aan de ambtenaren bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 11 maart 1993 betreffende het brevet van expert bij een fiscaal bestuur, met uitzondering van de ambtenaren titularis van een weddenschaal gelijk aan of hoger dan de weddenschaal 10S1 en de ambtenaren titularis van de weddenschaal 20E, wordt een jaarlijks weddencomplement toegekend van 1.502,25 EUR. Dit weddecomplement wordt gelijk met en in dezelfde mate als de wedde vereffend. » HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Art. 5.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Financiën, D. REYNDERS