Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 januari 2018
gepubliceerd op 01 februari 2018

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen en betreffende de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 124 en nr. 125 van de Nationale Arbeidsraad

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017205562
pub.
01/02/2018
prom.
11/01/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen en betreffende de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 124 en nr. 125 van de Nationale Arbeidsraad (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen en betreffende de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 124 en nr. 125 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 januari 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2017 Invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen en uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 124 en nr. 125 van de Nationale Arbeidsraad (Overeenkomst geregistreerd op 4 augustus 2017 onder het nummer 140845/CO/318.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en werkgevers van de diensten die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Onder "werknemers" verstaat men : de gezins- en bejaardenhelpers, de huishoudhulpen en het mannelijk en vrouwelijk werkliedenpersoneel. HOOFDSTUK II. - Principes

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een aanvullend uitkeringsstelsel in te voeren dat toepasbaar is op sommige oudere werknemers in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen).

Zij werd opgesteld met als basis : a) de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975) en de besluiten tot wijziging ervan; b) het koninklijk besluit van 7 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/1992 pub. 26/05/2000 numac 2000016127 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1991 houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de commautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. - Gedeeltelijke vernietiging sluiten betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992) en de besluiten die dit besluit wijzigen of vervangen;c) het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot vaststelling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007) en de besluiten die dit besluit wijzigen of vervangen;d) de collectieve arbeidsovereenkomst nr.124 van 21 maart 2017 tot invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers met een lange loopbaan; e) de collectieve arbeidsovereenkomst nr.125 van de Nationale Arbeidsraad, gesloten op 21 maart 2017, tot vaststelling op interprofessioneel niveau, voor 2017-2018, van de leeftijd vanaf welke een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers met een lange loopbaan die worden ontslagen. HOOFDSTUK III. - Ontslag

Art. 3.De aanvullende uitkering ingevoerd in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, wordt toegekend aan de werknemers die worden ontslagen tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst om andere redenen dan de dringende reden en die voldoen aan de hieronder vermelde voorwaarden. HOOFDSTUK IV. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden

Art. 4.1. De werknemers moeten voldoen aan voorwaarden in verband met de leeftijd en de beroepsloopbaan. 2. De hoger vermelde leeftijdsvoorwaarde moet worden voldaan in de periode van 1 januari 2017 tot 31 december 2018 en, bovendien, uiterlijk op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.3. Het stelsel bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst komt ten goede aan de werknemers die, op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ten minste 40 jaar beroepsverleden als loontrekkend werknemer kunnen bewijzen en die in 2017 worden ontslagen, behalve in geval van dringende reden in de zin van de wetgeving over de arbeidsovereenkomsten, en die bovendien 58 jaar of ouder zijn op 31 december 2017 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.4. Het stelsel bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst komt ten goede aan de werknemers die, op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ten minste 40 jaar beroepsverleden als loontrekkend werknemer kunnen bewijzen en die in 2018 worden ontslagen, behalve in geval van dringende reden in de zin van de wetgeving over de arbeidsovereenkomsten, en die bovendien 59 jaar of ouder zijn op 31 december 2018 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De bovenvermelde loopbaanvoorwaarde moet worden voldaan uiterlijk op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

De werkgever verbindt zich ertoe om het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toe te kennen aan de werknemers die voldoen aan de hierboven opgenomen voorwaarden. HOOFDSTUK V. - Vervanging

Art. 5.De werkgever is verplicht om de ontslagen werknemer bedoeld in artikel 3, en die op het einde van zijn arbeidsovereenkomst de leeftijd van 62 jaar niet heeft bereikt, te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigd werkloze wiens arbeidsstelsel gemiddeld ten minste hetzelfde aantal arbeidsuren per arbeidscyclus omvat als het arbeidsstelsel van de werkloze met bedrijfstoeslag die hij vervangt.

De bepalingen waarin voorzien is in hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot vaststelling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en die de vervanging betreffen, zijn toepasbaar. HOOFDSTUK VI. - Bedrag en betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 6.De aanvullende vergoeding, ten laste van de werkgever en administratief gestort door het sociaal fonds, wordt berekend zoals bepaald in de artikelen 5 tot en met 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974.

Bij de eventuele overgang van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 19 december 2001, gewijzigd door de overeenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002 en van de overeenkomst nr. 77quater van 30 maart 2007 en in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van 27 juni 2012 en de koninklijke besluiten tot wijziging ervan, naar het conventioneel brugpensioen, zal de aanvullende vergoeding bij brugpensioen worden berekend op basis van de bezoldiging ontvangen vóór de vermindering van de arbeidsprestaties.

Art. 7.Het "Sociaal Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp" staat in voor de betaling van de aanvullende vergoedingen in geval van werkloosheid met bedrijfstoeslag (brugpensioen) en voor het beheer van de dossiers in verband hiermee.

Het "Sociaal Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp" verbindt zich ertoe om, binnen de beperkingen van zijn financiële mogelijkheden, in te staan voor de betaling van de aanvullende vergoedingen bij brugpensioen van de gezins- en bejaardenhelpers en van het werkliedenpersoneel tot aan hun eindtermijn, dit wil zeggen tot de datum waarop de werknemers bedoeld in artikel 1 de wettelijke leeftijd bereiken waarop het rustpensioen ingaat.

Art. 8.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verbinden de werkgevers zich ertoe om de betaling van de aanvullende vergoeding bij brugpensioen ten laste te nemen in het geval waarin de raad van bestuur van het sociaal fonds een gemotiveerde weigering zou indienen voor de betaling en de financiële voorziening van het sociaal fonds teneinde de continuïteit van de verplichtingen ervan te waarborgen inzake brugpensioen van het personeel bedoeld in artikel 1 van deze overeenkomst. HOOFDSTUK VII. - Toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad

Art. 9.Voor alles wat niet uitdrukkelijk bepaald is in deze collectieve arbeidsovereenkomst, zullen de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974, van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 124 en nr. 125 van de Nationale Arbeidsraad, evenals alle wettelijke of reglementaire bepalingen ter zake worden toegepast. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheidsduur

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur. Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Zij loopt ten einde op 31 december 2018.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 januari 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^