11 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43octies van 23 november 1998 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, gewijzigd en aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 43bis van 16 mei 1989, nr. 43ter van 19 december 1989, nr. 43quater van 26 maart 1991, nr. 43quinquies van 13 juli 1993, nr. 43sexies van 5 oktober 1993 en nr. 43septies van 2 juli 1996 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 18 en 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 houdende wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, gewijzigd en aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 43sexies van 5 oktober 1993 en nr. 43septies van 2 juli 1996, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard door de koninklijke besluiten van respectievelijk 29 juli 1988, 9 september 1975, 7 maart 1994 en 4 juli 1996;

Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43octies van 23 november 1998 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, gewijzigd en aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 43bis van 16 mei 1989, nr. 43ter van 19 december 1989, nr. 43quater van 26 maart 1991, nr. 43quinquies van 13 juli 1993, nr. 43sexies van 5 oktober 1993 en nr. 43septies van 2 juli 1996.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 januari 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 9 september 1975, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 1975.

Koninklijk besluit van 29 juillet 1988, Belgisch Staatsblad van 26 augustus 1988.

Koninklijk besluit van 7 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 26 april 1994.

Koninklijk besluit van 4 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 28 augustus 1996.

Bijlage Nationale Arbeidsraad Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43octies van 23 november 1998 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, gewijzigd en aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 43bis van 16 mei 1989, nr. 43ter van 19 december 1989, nr. 43quater van 26 maart 1991, nr. 43quinquies van 13 juli 1993, nr. 43sexies van 5 oktober 1993 en nr. 43septies van 2 juli 1996 Geregistreerd op 11 december 1998 onder het nr. 49605/CO/300.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, gewijzigd en aangevuld door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 43bis van 16 mei 1989, nr. 43ter van 19 december 1989, nr. 43quater van 26 maart 1991, nr. 43quinquies van 13 juli 1993, nr. 43sexies van 5 oktober 1993 en nr. 43septies van 2 juli 1996;

Gelet op de op 21 oktober 1998 in het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen (nr. 327) gesloten collectieve arbeidsovereenkomst, waarvan de artikelen 4 en 6 betrekking hebben op de toepassing van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen;

Overwegende dat de werking van artikel 3bis, dat door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43septies van 2 juli 1996 in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 werd ingevoegd, verlengd dient te worden tot 31 december 1998;

Gelet op advies nr. 1 247 dat de Raad op 23 november 1998 heeft uitgebracht.

Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers : - het Verbond van Belgische Ondernemingen, - de nationale middenstandsorganisaties erkend overeenkomstig de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, - de Belgische Boerenbond, - "la Fédération nationale des Unions professionnelles agricoles", - "l'Alliance agricole belge", - het Algemeen Christelijk Vakverbond van België, - het Algemeen Belgisch Vakverbond, - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België ; op 23 november 1998 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.

Artikel 1.Artikel 3bis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988, zoals het werd ingevoegd door artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43septies van 2 juli 1996, treedt buiten werking op 31 december 1998.

Art. 2.Deze arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 30 juni 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 januari 1999.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Nationale Arbeidsraad Advies nr. 1247 van 23 november 1998.

Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (cao nr. 43) beschutte werkplaatsen I. RETROACTA De Raad brengt in herinnering dat hij in een recent verleden reeds twee collectieve arbeidsovereenkomsten heeft gesloten tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 voor de in beschutte werkplaatsen tewerkgestelde personen met een handicap.

Het betreft de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43sexies van 5 oktober 1993 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43septies van 2 juli 1996.

De Raad wenst eraan te herinneren in welke omstandigheden die teksten tot stand zijn gekomen.

A. De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43sexies van 5 oktober 1993 1. Een bepaling van de programmawet van 22 december 1989 heeft geleid tot de oprichting van het paritair comité voor de in de beschutte werkplaatsen tewerkgestelde werknemers (paritair comité nr.327).

Er werd toen bepaald dat dit comité bij de Nationale Arbeidsraad advies moest uitbrengen over de vraag of met name de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 geheel of gedeeltelijk van toepassing is op de in beschutte werkplaatsen tewerkgestelde personen met een handicap.

De Nationale Arbeidsraad kon dan een passende collectieve arbeidsovereenkomst sluiten; na verschillende termijnverlengingen moest dat gebeuren vóór 1 augustus 1993. 2. In het advies van het paritair comité was bepaald dat het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.43 van 2 mei 1988 zodanig moest worden aangepast dat het paritair comité binnen een termijn van 3 jaar de nodige maatregelen zou kunnen nemen om de toekenning van het gemiddeld minimum maandinkomen te waarborgen aan de betrokken werknemers met een handicap.

Daar het advies van dat comité op 13 juli 1993 bij de Raad is toegekomen, konden de werkzaamheden maar met kennis van zaken worden aangevat na de vergadering van het Dagelijks Bestuur begin september.

Uiteindelijk werd op 5 oktober 1993 de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43sexies gesloten waarin is bepaald dat de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 tot 28 juni 1996 niet van toepassing was op de in beschutte werkplaatsen tewerkgestelde personen met een handicap.

B. De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43septies van 2 juli 1996 Op 3 juni 1996 heeft het paritair comité nr. 327 een gemeenschappelijke verklaring goedgekeurd die heeft geleid tot een op 28 juni 1996 gesloten collectieve arbeidsovereenkomst die in het volgende tijdschema voorziet : - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 is niet van toepassing op de in beschutte werkplaatsen tewerkgestelde personen met een handicap, en dit tot 31 december 1996 (artikelen 1 en 3, alinea 1); - vanaf 1 januari 1997 kunnen die personen aanspraak maken op een gemiddeld minimum maandinkomen dat gelijk is aan 80 % van het door de CAO nr. 43 gewaarborgde bedrag (artikelen 2 en 3, alinea 2); het paritair comité kan evenwel een vroegere datum dan 1 januari 1997 vaststellen (artikel 3, alinea 2); - vanaf 30 juni 1998 houden die bepalingen op van kracht te zijn en is de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 volledig van toepassing op de in beschutte werkplaatsen tewerkgestelde personen met een handicap (artikel 3, alinea 2).

Op 2 juli 1996 wordt in de Nationale Arbeidsraad de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43septies gesloten, welke tekst uitvoering geeft aan de in het paritair comité nr. 327 gesloten collectieve arbeidsovereenkomst volgens de daarin vastgestelde regels.

II. ADVIES VAN DE NATIONALE ARBEIDSRAAD A. Inhoud van de huidige demarche van de Raad De Raad constateert dat de voorzitter van het paritair comité nr. 327 hem op 22 oktober 1998 de tekst heeft toegestuurd van een op 21 oktober 1998 gesloten collectieve arbeidsovereenkomst waarvan artikel 4 als volgt luidt : « Rekening houdend met de beslissing van de Ministerraad van de federale Regering op de vergadering van 3 juli 1998 en met de verbintenissen van de gewest- en/of gemeenschapsregeringen opdat de invoering van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van de Nationale Arbeidsraad haalbaar zou zijn in de sector, verbinden de partijen zich ertoe tegen 31 december 1998 te onderhandelen over de toepassingsmodaliteiten met de betrokken subsidiërende overheden (onder andere classificatie, gemengde statuten C 112 - progressief tewerkgestelden, gelijkheid tussen het bedrag van het G.G.M.M.I. en het bedrag dat van toepassing is voor de vermindering "lage lonen", activering van de uitkeringen - vervangingsuitkering en invloed op bepaalde uitkeringen voor gehandicapten - compensatie van het opnieuw invoeren van een loonspanning, perekwatie, betalingsmodaliteiten, overheveling van de Sociale Maribel 1 van de federale overheid naar de gewesten). » Bij wijze van overgangsbepaling is in artikel 6 van diezelfde overeenkomst dan ook het volgende bepaald : « De partijen verbinden zich ertoe bij de Nationale Arbeidsraad een aanvraag in te dienen tot verlenging van de afwijking betreffende het G.G.M.M.I. voor de periode van 1 juli tot 31 december 1998. » Hieruit vloeit voort dat de Nationale Arbeidsraad een CAO-maatregel dient vast te stellen zodat de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 die op 1 juli 1998 in werking is getreden voor de in beschutte werkplaatsen tewerkgestelde personen met een handicap, nog niet op die werknemers van toepassing zou zijn tot 31 december van dit jaar.

B. Standpunt van de Raad De Raad wijst erop op dat hij dezelfde dag waarop hij dit advies uitbrengt, een collectieve arbeidsovereenkomst heeft gesloten; de toekenning van het gemiddeld minimum maandinkomen aan de in beschutte werkplaatsen tewerkgestelde personen met een handicap - zoals een en ander door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1998 wordt gewaarborgd - wordt door de overeenkomst uitgesteld tot 1 januari 1999.

Hij merkt op dat het paritair comité op die manier meer dan 5 jaar - en niet de oorspronkelijk vastgestelde termijn van 3 jaar - zal hebben gehad om de passende maatregelen te nemen.

De Raad drukt de wens uit dat de nieuwe termijn, die hij voor de laatste keer toekent, op nuttige wijze wordt gebruikt opdat : - de bevoegde overheden zowel op federaal als op gemeenschaps- en/of gewestniveau in dit dossier hun respectieve verantwoordelijkheden op zich nemen, met name wat de subsidiëring betreft; - de sociale gesprekspartners met de subsidiërende instanties onderhandelen over de toepassingsregels inzake de toekenning van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen aan de in beschutte werkplaatsen tewerkgestelde personen met een handicap.