11 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium;

Gelet op de wet van 19 december 1997 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, inzonderheid op artikel 8, § 5;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 13 van het koninklijk besluit van 16 oktober 1997 betreffende de lineaire obligaties, worden de woorden « Onze Minister van Financiën kan aan de Administrateur-generaal van de Administratie der Thesaurie en aan de ambtenaar die werd aangewezen om hem bij verhindering te vervangen, de bevoegdheid delegeren », vervangen door de woorden : « Onze Minister van Financiën kan aan de ambtenaren-generaal van de Administratie der Thesaurie alsook aan de personeelsleden van het Agentschap van de Schuld opgericht binnen de Administratie der Thesaurie die hij aanduidt voor de door hem voorziene specifieke taken, de bevoegdheid delegeren ».

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt artikel 18, lid 2, vervangen door de volgende bepaling : « De Minister van Financiën kan aan de ambtenaren-generaal van de Administratie der Thesaurie alsook aan de personeelsleden van het Agentschap van de Schuld opgericht binnen de Administratie der Thesaurie die hij aanduidt, de in lid 1 bedoelde bevoegdheid delegeren. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR