gepubliceerd op 01 oktober 2009
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 2005 betreffende de aanduiding van de officiële laboratoria, tot bepaling van de procedure en de erkenningsvoorwaarden van laboratoria die analyses uitvoeren in het kader van de controleopdracht van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot uitvoering van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productie-stimulerende werking
10 SEPTEMBER 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 april 2005 betreffende de aanduiding van de officiële laboratoria, tot bepaling van de procedure en de erkenningsvoorwaarden van laboratoria die analyses uitvoeren in het kader van de controleopdracht van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot uitvoering van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productie-stimulerende werking
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 11 juli 1994, 17 maart 1997 en 10 augustus 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, inzonderheid op artikel 3, § 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 2005 betreffende de aanduiding van de officiële laboratoria, tot bepaling van de procedure en de erkenningsvoorwaarden van laboratoria die analyses uitvoeren in het kader van de controleopdracht van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot uitvoering van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 februari 2009;
Gelet op het advies nr.46.982/1 van de Raad van State, gegeven op 14 juli 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 april 2005 betreffende de aanduiding van de officiële laboratoria, tot bepaling van de procedure en de erkenningsvoorwaarden van laboratoria die analyses uitvoeren in het kader van de controleopdracht van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot uitvoering van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of productiestimulerende werking, worden de volgende wijzigingen aan- gebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden « naast de in artikel 4 vermelde voorwaarden » ingevoegd tussen de woorden « laboratorium » en « aan »;2° punt 9° wordt vervangen door de volgende bepaling « 9° op eigen kosten deelnemen aan de verplichte opleidingen die door het Agentschap worden georganiseerd en die in samenspraak met de Nationale Referentielaboratoria worden vastgelegd »;3° er wordt een punt 13° toegevoegd dat luidt als volgt : « 13° de kwaliteit van de verstrekte prestaties waarborgen ».
Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 opgeheven.
Art. 3.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : «
Art. 9.§ 1. De laboratoria die optreden in het kader van een tegenanalyse stellen het validatiedossier voor de desbetreffende analyse ter beschikking van het Agentschap.
De laboratoria mogen slechts een tegenanalyse uitvoeren indien het niveau van hun technisch kunnen minstens gelijk is aan dat van het laboratorium dat de initiële analyse uitvoerde. § 2. Indien het onmogelijk is om een beroep te doen op een ander erkend laboratorium om een tegenanalyse uit te voeren, moet de tegenanalyse volgens de hierna weergegeven orde van voorrang worden uitgevoerd door : 1° het voor de analyse aangeduide Nationale Referentielaboratorium;2° een laboratorium dat voldoet aan de accreditatienormen;3° een laboratorium dat door een andere autoriteit werd erkend. § 3. Indien bij de tegenanalyse een verschillend resultaat wordt verkregen, stelt het Agentschap een onderzoek in.
Als aan het einde daarvan een fout of onregelmatigheid aan een laboratorium moet worden toegeschreven, vallen de kosten voor het vervoer van de monsters en de analysekosten ten laste van dat laboratorium. »
Art. 4.De Minister die bevoegd is voor de Veiligheid van de voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 september 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE