gepubliceerd op 25 september 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997 betreffende het Paritair Subcomité voor de tewerkstelling in de banksector
10 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997 betreffende het Paritair Subcomité voor de tewerkstelling in de banksector (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de banken;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de banken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997 betreffende het Paritair Subcomité voor de tewerkstelling in de banksector.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 september 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de banken Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997 betreffende het Paritair Subcomité voor de tewerkstelling in de banksector (Overeenkomst geregistreerd op 4 april 2002 onder het nummer 61945/CO/310)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegheid van het Paritair Comité voor de banken behoren.
Art. 2.§ 1. In artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1997 betreffende het Paritair Subcomité voor de tewerkstelling in de banksector wordt de eerste alinea vervangen door de volgende zin : « In geval van fusie, splitsing, opslorping of overname van een andere bank of een type van activiteiten, brengt elke bank (die voor of na de feiten minstens 50 werknemers tewerkstelt) onmiddellijk het paritair subcomité op de hoogte. » § 2. Hetzelfde artikel 8 wordt als volgt aangevuld : « In dit kader verbinden de sociale partners zich ertoe om samen naar eventuele oplossingen en sociale begeleidingsmaatregelen te zoeken in het kader van een overleg binnen het betrokken bedrijf.
De oplossingen en de begeleidingsmaatregelen die overwogen worden, kunnen bijvoorbeeld bestaan uit : - een aanwervingsstop van nieuw personeel gedurende 6 maanden voor de functies die geraakt worden door de beperkingsmaatregelen in de betrokken diensten; - een beperking van de aanwervingen voor de niet-geraakte diensten, door de natuurlijke vertrekken te compenseren door overplaatsingen van een dienst naar een andere; - de invoering van herklasseringsplannen in de onderneming begeleid van opleidings- en omscholingsplannen die het personeel met de vereiste vaardigheden toelaten om van een dienst naar een andere over te stappen. - de onderhandeling van een mechanisme van vervroegde vertrekken; - het in aanmerking nemen van de mogelijkheden tot behoud van lokale tewerkstelling.
Teneinde deze informatie te leveren en de werknemers de mogelijkheid te bieden zich over hun rechten te informeren, zal de werkgever in een periode voorzien waarin geen ontslagen zullen gegeven worden ten opzichte van de werknemers die door de fusie, splitsing, opslorping of overname worden gevat. Dit alles zonder afbreuk te doen aan het algemeen ontslagrecht van de werkgever en onder voorbehoud van een eventueel ontslag om dringende reden of om redenen die geen betrekking hebben op de fusie, splitsing, opslorping of overname; ontslag dat steeds betekend kan worden tijdens deze termijn. De termijn zal negentig kalenderdagen duren en een aanvang nemen op de dag dat de informatie zal gegeven worden aan de ondernemingsraad, bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging, bij gebreke daaraan de personeelsleden. Hij zal kunnen ingekort worden in akkoord met de vakbondsafvaardiging. Indien in de onderneming geen vakbondsafvaardiging aanwezig is, geldt in elk geval de termijn van negentig kalenderdagen.
Elk ontslag dat door de werkgever tijdens de genoemde termijn van negentig kalenderdagen wordt betekend zonder naleving van de bepalingen vervat in de vorige alinea, geeft aan het betrokken personeelslid met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur en met minstens een jaar anciënniteit het recht op betaling door de werkgever van een forfaitaire schadevergoeding.
Deze forfaitaire vergoeding is gelijk aan het lopend loon van drie maanden, onverminderd de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Deze vergoeding is niet cumuleerbaar met de vergoedingen bepaald in de artikelen 16 tot 18 van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden, de vergoeding verschuldigd in geval van ontslag van een vakbondsafgevaardigde of een preventieadviseur, of enige andere vergoeding of schadeloosstelling die op bedrijfsniveau bij individuele of collectieve overeenkomst aan de betrokken werknemers zou worden toegekend. »
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002.
Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan door een van de partijen worden opgezegd met inachtneming van een opzeggings-termijn van drie maanden.
De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de banken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 september 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN