gepubliceerd op 07 november 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen, betreffende de risicogroepen - (inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen) (1)
10 OKTOBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen, betreffende de risicogroepen (uitvoering van hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de programmawet van 27 december 2006) - (inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen) (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen, betreffende de risicogroepen (uitvoering van hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de programmawet van 27 december 2006) - (inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen).
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2007 Risicogroepen (uitvoering van hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de programmawet van 27 december 2006) - (inspanning ten voordele van personen die behoren tot de risicogroepen) (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83795/CO/128.01)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de leerlooierij en de handel in ruwe huiden en vellen.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werkgevers betalen voor de jaren 2007 en 2008 een bijdrage van 0,10 pct., berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters, zoals bedoeld bij artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
Art. 3.De opbrengst van de inning van de bijdrage van 0,10 pct. is bestemd voor de medefinanciering van opleidingsinitiatieven van personen die behoren tot de risicogroepen.
Deze initiatieven kunnen hetzij collectief, hetzij individueel of hetzij voor een groep van ondernemingen georganiseerd worden.
De projectontwikkeling, de coördinatie, de kostenverrekening en de verslaggeving wordt toevertrouwd aan de werkgeversfederatie.
Art. 4.In het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten, rekening houdend met de bijzondere concurrentiedruk die op de sector uitgeoefend wordt, als risicogroepen beschouwd worden : - de ongeschoolde of laaggeschoolde werknemers en/of werkzoekenden; - de werknemers waarvan de tewerkstelling bedreigd wordt door gebrek aan scholing of herscholing van de vakbekwaamheid; - de werknemers die een activiteit uitoefenen die de nakomende activiteiten in dermate beïnvloeden dat bij gebrek aan bestendige aanpassing de tewerkstelling in cascade bedreigd wordt : voorbeeld CAD-CAM operators.
Art. 5.Deze bijdrage wordt geïnd door Unitan VZW, rue des Tanneurs 140, te 7730 Estaimbourg. De geïnde fondsen zullen paritair beheerd worden.
De totaliteit van de financiering in het kader van de bijdrage van 0,10 pct. mag de totaliteit van de ontvangsten niet overschrijden.
Art. 6.Jaarlijks zal, in de schoot van het paritair subcomité, een evaluatie worden gemaakt van de bestaande opleidingsinitiatieven en bestedingen, zoals voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 7.Wat betreft de vorming (punt 3 van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 en de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, inzonderheid op artikel 30 gewijzigd door de wet van 17 mei 2007) zal de sector een jaarlijkse toename van de participatiegraad aan vorming en opleiding met 5 procentpunten realiseren.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2008.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN