gepubliceerd op 24 november 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de witzandexploitaties
10 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de witzandexploitaties (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende het conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de witzandexploitaties.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.
Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.
Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2005 Conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 24 juni 2005 onder het nummer 75366/CO/102.06)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de witzandexploitaties welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant.
Met "werklieden" worden de arbeiders en de arbeidsters bedoeld.
Art. 2.Deze collectieve overeenkomst is gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 10 februari 2005.
Art. 3.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in het geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992), wordt met ingang van 1 januari 2005 het principe van de toepassing van een regeling van conventioneel brugpensioen in deze sector aanvaard voor het werkend personeel (met uitsluiting van de werknemers die langdurig ziek zijn) dat voor deze formule opteert en tussen 1 januari 2005 en 31 december 2006 de leeftijd van 56 jaar zal bereiken of reeds bereikt heeft.
Art. 4.De toepassing van het brugpensioen op 56 jaar is evenwel aan volgende voorwaarden onderworpen : - een beroepsverleden van 33 jaar als loontrekkende kunnen bewijzen en - minimum 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties verricht hebben.
Art. 5.Voor de toepassingsmodaliteiten van dit beroepsverleden, wordt de gelijkstelling voor de dagen van volledige werkloosheid tot een maximum van 5 jaar gedurende de loopbaan beperkt.
Art. 6.De bruggepensioneerde ontvangt van hun laatste werkgever vanaf hun uitdiensttreding tot en met de maand waarin hij/zij de leeftijd van 65 jaar bereiken maandelijks een aanvullende vergoeding. a) De aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de bruggepensioneerde werknemer is, individueel, ten minste gelijk aan de vergoeding voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad. Het is een brutobedrag, voor sociale en/of fiscale afhoudingen. De nieuwe berekening van het netto -referteloon (aan 100 pct. voor de RSZ-afhoudingen) voor het bedrag brugpensioen gaat in voor zij die vanaf 1 januari 2003 op brugpensioen gaan. b) De bruggepensioneerden ontvangen maandelijks een aanvullende vergoeding bestaande uit 2 luiken : - het eigenlijke brugpensioen berekend a rato van 50 pct.van het verschil tussen het nettoreferteloon (((basisuurloon + gemiddelde ploegenpremie) x 37 uur x 52) / 12) verminderd met de sociale en fiscale afhoudingen en de maandelijkse werkloosheidsvergoeding; - een supplement gelijk aan 4,6062 EUR per gepresteerd dienstjaar in de sector met een minimum van 24,79 EUR per maand. Dit bedrag is gekoppeld aan de index van toepassing op de werkgevers en werklieden van de witzandexploitaties welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant.
De referentiemaand voor de betaling van het netto referentieloon is de kalendermaand die de datum van de uitdiensttreding voorafgaat.
Art. 7.De syndicale premie wordt betaald tot de leeftijd van 65 jaar.
Art. 8.De in artikel 6 bedoelde bedragen worden samengevoegd tot een vast maandbedrag geldig voor de duur van het brugpensioen.
Art. 9.De betaling geschiedt op het einde van de maand door storting op de bankrekening van de begunstigde.
Art. 10.De werkgever verbindt er zich toe het brugpensioen ten gepaste tijde voor te stellen aan de werknemer die de vrije keuze heeft.
Art. 11.Het vertrek met brugpensioen houdt in dat de werknemer de wettelijke opzegtermijn moet uitdoen.
Art. 12.De bruggepensioneerde zal worden vervangen in zoverre de wettelijke verplichting hiervoor van toepassing is.
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en blijft van toepassing tot en met 31 december 2006.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 oktober 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE