Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 oktober 2000
gepubliceerd op 13 oktober 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4

bron
ministerie van justitie
numac
2000009875
pub.
13/10/2000
prom.
10/10/2000
ELI
eli/besluit/2000/10/10/2000009875/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de rijksbesturen kunnen titularis zijn;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 januari 1998;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 september 1998 en 25 maart 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 7 september 2000;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 7 september 2000;

Gelet op het protocol nr. 203 van 7 september 2000 van het Sectorcomité III, Justitie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat in de loopbaanstructuur van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen, die bekleed zijn met bijzondere graden, onverwijld twee nieuwe bijzondere graden moeten worden opgericht;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van administratieve en geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4 wordt vervangen door het volgend opschrift : « Koninklijk besluit van 23 juni 1995 tot vaststelling van administratieve bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen die behoren tot de niveaus 2, 3 en 4 ».

Art. 2.Artikel 1, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, wordt aangevuld met de volgende vermeldingen : « in rang 22 : hoofdtechnisch assistent in rang 22 : hoofdpenitentiair assistent. ».

Art. 3.Artikel 3, tweede lid van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Onverminderd de overige gestelde reglementaire voorwaarden mogen aan het examen deelnemen de ambtenaren, bekleed met de graad van penitentiair beambte, die ten minste twee jaar graadanciënniteit hebben ».

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « In afwijking van artikel 53 van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het rijkspersoneel kan alleen de penitentiair beambte die geslaagd is voor het in artikel 3 van dit besluit vermeld examen en ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft tot de graad van kwartierchef worden bevorderd ».

Art. 5.Artikel 7, tweede lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « In afwijking van artikel 29, §2, 2° van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 voornoemd en onverminderd de overige gestelde reglementaire voorwaarden, mogen aan het vergelijkend examen deelnemen de ambtenaren, bekleed met de graad van kwartierchef evenals de ambtenaren bekleed met de graad van penitentiair beambte die ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben ».

Art. 6.Artikel 8 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Alleen de kwartierchef en de penitentiair beambte die geslaagd zijn voor het in artikel 7 van dit besluit vermeld vergelijkend examen kunnen tot de graad van penitentiair assistent worden bevorderd. »

Art. 7.Artikel 9, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « In afwijking van artikel 29, §2, 2° van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 voornoemd en onverminderd de overige gestelde reglementaire voorwaarden mogen aan het vergelijkend examen deelnemen, de ambtenaren bekleed met de graad van kwartierchef evenals de ambtenaren bekleed met de graad van penitentiair beambte, die ten minste vier jaar graadanciënniteit hebben. »

Art. 8.Artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Alleen de kwartierchef en de penitentiair beambte die geslaagd zijn voor het in artikel 9 van dit besluit vermeld vergelijkend examen kunnen tot de graad van technisch assistent worden bevorderd ».

Art. 9.Artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « In afwijking van artikel 66, tweede lid van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 voornoemd kan de ambtenaar, bekleed met de graad van adjunct-penitentiair assistent die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft evenals de technisch assistent, benoemd worden bij wijze van verandering van graad tot de graad van penitentiair assistent.

Deze verandering van graad wordt afhankelijk gesteld van een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid waarvan het programma gelijk is aan dit van het tweede gedeelte van het vergelijkend examen voor overgang naar het hoger niveau tot de graad van penitentiair assistent ».

Art. 10.Artikel 12 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « In afwijking van artikel 66, tweede lid van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 voornoemd, kunnen de ambtenaar, bekleed met de graad van adjunct-technisch assistent die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft evenals de penitentiair assistent, benoemd worden bij wijze van verandering van graad tot de graad van technisch assistent.

Deze verandering van graad wordt afhankelijk gesteld van een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid waarvan het programma gelijk is aan dit van het tweede gedeelte van het vergelijkend examen voor overgang naar het hoger niveau tot de graad van technisch assistent. ».

Art. 11.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 12bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 12bis.De penitentiair assistent die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft kan bevorderd worden tot de graad van hoofdpenitentiair assistent.

Art. 12.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 12ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 12ter.De technisch assistent die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft kan bevorderd worden tot de graad van hoofdtechnisch assistent.

Art. 13.In artikel 13, §1, van hetzelfde koninklijk besluit, worden de volgende graden ingevoegd : rang 22 : hoofdpenitentiair assistent (Ministerie van Justitie) rang 22 : hoofdtechnisch assistent (Ministerie van Justitie).

Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2000.

Art. 15.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 oktober 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Mnister van Justitie, M. VERWILGHEN

^