gepubliceerd op 23 november 2012
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering op het stuk van de instapstages
10 NOVEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012363 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV sluiten houdende de werkloosheidsreglementering op het stuk van de instapstages
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012363 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV sluiten houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid artikel 36quater; ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2006 pub. 31/03/2006 numac 2006200832 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot invoeging van de artikelen 36ter, 36quater, 36quinquies en 36sexies in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering sluiten en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 april 2010 en 28 december 2011, en artikel 36quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2006 pub. 31/03/2006 numac 2006200832 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot invoeging van de artikelen 36ter, 36quater, 36quinquies en 36sexies in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering sluiten;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 19 juli 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 juli 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 20 juli 2012;
Gelet op advies 51.853/1/V van de Raad van State, gegeven op 4 september 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 36quater van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012363 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel IV sluiten houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2006 pub. 31/03/2006 numac 2006200832 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot invoeging van de artikelen 36ter, 36quater, 36quinquies en 36sexies in het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering sluiten en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 april 2010 en 28 december 2011, wordt vervangen als volgt : «
Art. 36quater.- § 1. De jonge niet-werkend werkzoekende, hierna "stagiair" genoemd, kan toegelaten worden tot het recht op stage-uitkeringen tijdens de duur van de instapstage, bedoeld in § 2, wanneer gelijktijdig voldaan wordt aan de volgende voorwaarden : 1° de stagiair is ingeschreven als niet-werkend werkzoekende bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling;2° de stagiair heeft hoogstens een diploma of getuigschrift van het hoger secundair onderwijs; 3° de stagiair mag tussen zijn eerste inschrijving als werkzoekende en de dag voorafgaand aan de aanvang van de instapstage niet het voorwerp zijn geweest van een gegevenstransmissie van het bevoegde Gewest naar de Rijksdienst zoals bedoeld in Deel 1 van bijlage 2 bij het samenwerkingsakkoord van 30 april 2004 tussen de federale Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen betreffende de actieve begeleiding en opvolging van werklozen, voor zover het gaat om een gegevenstransmissie met betrekking tot a) de weigering van elke medewerking voor een diagnosegesprek, zoals bedoeld in 1.1 van Deel 1 van bijlage 2 van voornoemd samenwerkingsakkoord van 30 april 2004; b) de weigering om aan een traject, een actie of een module deel te nemen, zoals bedoeld in 1.2, vierde lid, van Deel 1 van bijlage 2 van voornoemd samenwerkingsakkoord van 30 april 2004; c) de vroegtijdige beëindiging van een traject, een actie of een module, zoals bedoeld in 1.2, vierde lid, van Deel 1 van bijlage 2 van voornoemd samenwerkingsakkoord van 30 april 2004; d) de weigering om aan een beroepsopleiding, een vooropleiding, een sollicitatietraining, een persoonsgerichte vorming, een individuele beroepsopleiding in een onderneming, een stage op de werkvloer of een werkervaring deel te nemen, zoals bedoeld in 1.3, tweede lid, van Deel 1 van bijlage 2 van voornoemd samenwerkingsakkoord van 30 april 2004; e) de vroegtijdige beëindiging van een beroepsopleiding, een vooropleiding, een sollicitatietraining, een persoonsgerichte vorming, een individuele beroepsopleiding in een onderneming, een stage op de werkvloer of een werkervaring, zoals bedoeld in 1.3, tweede lid, van Deel 1 van bijlage 2 van voornoemd samenwerkingsakkoord van 30 april 2004; f) de weigering om zich aan te bieden bij een werkgever, zoals bedoeld in 1.4 van Deel 1 van bijlage 2 van voornoemd samenwerkingsakkoord van 30 april 2004; g) de weigering om deel te nemen aan een collectieve informatiesessie, zoals bedoeld in 1.5 van Deel 1 van bijlage 2 van voornoemd samenwerkingsakkoord van 30 april 2004; 4° de instapstage begint ten vroegste op de 156e dag van de beroepsinschakelingstijd zoals bedoeld in artikel 36, § 1, 4°, en ten laatste op de 310e dag daarvan;5° de instapstage is voltijds;onder "voltijds" wordt verstaan, het aantal uren in beslag nemend dat in de onderneming gepresteerd wordt door de maatman die de functie uitoefent waarop de instapstage betrekking heeft. Hoogstens de helft van de duur van de stage kan doorgaan buiten de onderneming in een door de betrokken dienst van de bevoegde gefedereerde entiteit aanvaard opleidings- of begeleidingsproject; 6° de voorziene duurtijd van de instapstage beantwoordt aan de bepalingen van § 3;7° de instapstage wordt geregeld door een overeenkomst, gesloten door de stagiair, de in § 2 bedoelde stagegever en de betrokken dienst van de bevoegde gefedereerde entiteit;deze overeenkomst voorziet een regeling geïnspireerd op deze voorzien in geval van individuele beroepsopleiding in een onderneming, zoals bedoeld in artikel 27, 6°; 8° de stagiair krijgt, ter aanvulling van de in § 4 bedoelde stage-uitkering, een maandelijkse vergoeding van 200 euro, ten laste van de in § 2 bedoelde stagegever;9° de stagiair dient maandelijks via zijn uitbetalingsinstelling een getuigschrift van aanwezigheid in de instapstage, waarvan het model werd vastgesteld door het beheerscomité, in. De stage-uitkering kan niet toegekend worden voor de dagen waarop de stagiair volgens het getuigschrift, bedoeld in het eerste lid, 9°, ongewettigd afwezig is. § 2. De instapstage biedt de jongere een kennismaking met de arbeidsmarkt bij een stagegever.
Als stagegever komt in aanmerking, de vertegenwoordiger van elke onderneming, vereniging zonder winstoogmerk of administratieve overheid. § 3. Elke stagiair kan slechts voor een totale duur van hoogstens 6 maanden één of meer instapstages doorlopen.
De voorziene duurtijd van een instapstage van een stagiair bedraagt minstens 3 en hoogstens 6 maanden.
Wanneer de instapstage voortijdig beëindigd wordt, hetzij om redenen onafhankelijk van de wil van de stagiair, hetzij omdat de stagiair de overeenkomst beëindigt om een dringende reden, hetzij omdat de stagiair de overeenkomst beëindigt in geval van faillissement, overname of fusie van de onderneming van de stagegever, hetzij omdat de stagiair de overeenkomst beëindigt omdat de stagegever het opleidingsplan niet naleeft, komt de stagiair, onverminderd het vijfde lid, in aanmerking voor een volgende instapstage indien het verschil tussen het maximum van 6 maanden en de reeds doorlopen duurtijd van alle vorige instapstages samen minstens 90 dagen bedraagt.
De voorziene duurtijd van elke andere instapstage dan de eerste mag niet minder bedragen dan het verschil bedoeld in het vorig lid. § 4. Het dagbedrag van de stage-uitkering wordt vastgesteld op 26,82 euro. De Minister kan dit bedrag jaarlijks aanpassen op basis van het gemiddeld dagbedrag van de inschakelingsuitkeringen.
De stagiair is verplicht om overeenkomstig artikel 133 via zijn uitbetalingsinstelling een uitkeringsaanvraag in te dienen, bij de aanvang van de stage, en een dossier in te dienen die een exemplaar van de in § 1, eerste lid, 7°, bedoelde overeenkomst bevat. De aanvraag moet toekomen op het werkloosheidsbureau binnen een termijn van vier maanden volgend op de maand waarin de stage een aanvang neemt.
Indien de stagiair recht heeft op inschakelingsuitkeringen in toepassing van artikel 36 en het dagbedrag van die inschakelingsuitkeringen, vastgesteld overeenkomstig artikel 124, hoger is dan het bedrag, bepaald in het eerste lid, dan heeft de stagiair, in afwijking van het eerste lid, recht op een stage-uitkering waarvan het dagbedrag gelijk is aan dat van die inschakelingsuitkeringen.
De stage-uitkering verschuldigd voor het deel van de instapstage dat voorafgaat aan het tijdstip waarop de jonge werknemer in voorkomend geval voldoet aan de voorwaarden om overeenkomstig artikel 36 gerechtigd te zijn op een inschakelingsuitkering, wordt voor de toepassing van dit besluit, met uitzondering van de artikelen 38, § 1, eerste lid, 1°, 42 en 138, 1° tot en met 3° gelijkgesteld met een inschakelingsuitkering.
De stage-uitkering verschuldigd voor het deel van de instapstage dat ligt vanaf het tijdstip waarop de jonge werknemer voldoet aan de voorwaarden om overeenkomstig artikel 36 gerechtigd te zijn op een inschakelingsuitkering, wordt voor de toepassing van dit besluit, gelijkgesteld met een inschakelingsuitkering.
De stage-uitkering wordt toegekend overeenkomstig het uitkeringsstelsel voorzien in artikel 100.
In afwijking van de artikelen 44, 45 en 46, 48, 49, 74bis, 109 en 130, leidt arbeid of inkomen niet tot de vermindering van het aantal uitkeringen of tot de verlaging van het dagbedrag van de uitkering. § 5. Onverminderd het derde lid, is de vergoeding, bedoeld in § 1, eerste lid, 8°, enkel verschuldigd voor de uren die de stagiair effectief in de onderneming, instelling, organisatie of dienst van de stagegever doorbrengt in het kader van zijn instapstage.
De minister kan het bedrag van de vergoeding, bedoeld in § 1, eerste lid, 8°, jaarlijks aanpassen.
Wanneer de instapstage voortijdig beëindigd wordt en de bevoegde dienst voor beroepsopleiding attesteert dat deze beëindiging onvoldoende gerechtvaardigd is en te wijten is aan de stagegever, dan moet deze aan de stagiair de vergoeding betalen die hij overeenkomstig § 1, eerste lid, 8°, verschuldigd is, voor de resterende, niet-uitgevoerde overeengekomen duurtijd van de instapstage op voltijdse basis. »
Art. 2.In artikel 36quinquies van hetzelfde besluit worden het tweede, derde en vierde lid opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.
Art. 4.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2012.
Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK