gepubliceerd op 08 december 2005
Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Ottignies-Louvain-la-Neuve en de gemeente Court-Saint-Etienne, van algemeen nut wordt verklaard
10 NOVEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij de onmiddellijke inbezitneming van sommige percelen nodig voor de bouw van het Gewestelijk Expresnet, gelegen op het grondgebied van de stad Ottignies-Louvain-la-Neuve en de gemeente Court-Saint-Etienne, van algemeen nut wordt verklaard
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte;
Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 10, § 2, 2°;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2004 tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 2004 houdende vaststelling van de statuten van de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel;
Overwegende dat het creëren van een Gewestelijk Expresnet in en rond Brussel noodzakelijk is om het marktaandeel van het openbaar vervoer te verhogen binnen een straal van ongeveer 30 km rond de hoofdstad en om de bijzonder zware mobiliteitsproblemen tijdens de piekuren op te lossen;
Overwegende dat, in het kader van de verwezenlijking van dit Gewestelijk Expresnet, de spoorwegcapaciteit van het baanvak Watermaal-Bosvoorde - Ottignies-Louvain-la-Neuve verhoogd moet worden;
Overwegende dat vergelijkende tracé-studies hebben aangetoond dat de beoogde capaciteitsuitbreiding optimaal tot stand komt door de aanleg van een derde en vierde spoor naast de bestaande sporen;
Overwegende dat het voor de aanleg van bewuste sporen nodig is om op diverse plaatsen van het grondgebied van de stad Ottignies-Louvain-la-Neuve en de gemeente Court-Saint-Etienne de spoorwegzate te verbreden en de aanpalende of kruisende wegeninfrastructuur aan te passen;
Overwegende dat deze werken eveneens de herschikking inhouden van het sporenrooster in het station van Ottignies en een wijziging van het tracé van de aansluitende sporen van de spoorlijn 139 Ottignies-Waver;
Overwegende dat het voor de uitvoering van alle genoemde werken vereist is om de percelen opgenomen op de plannen 028.025KU1, 028.525KU1, 029.925KU1, 029.925KU2, 031.325KU1 en gelegen op het grondgebied van de stad Ottignies-Louvain-la-Neuve en de gemeente Court-Saint-Etienne in te nemen;
Overwegende dat de planning voor de verwezenlijking van deze werken vastgelegd is in het meerjareninvesteringsplan 2001-2012 voor spoorweginvesteringen zoals bevestigd door het samenwerkingsakkoord hieromtrent tussen de Staat en de Gewesten van 11 oktober 2001;
Overwegende dat conform deze planning, het vervoersaanbod van het Gewestelijk Expresnet, waartoe deze spooruitbreiding bijdraagt, volledig operationeel moet zijn tegen uiterlijk eind 2012 en dat wegens de vooropstaande duurtijd van de werken bijgevolg de onmiddellijke inbezitneming van de bedoelde percelen ten algemenen nutte onontbeerlijk is;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het algemeen nut vordert voor de uitvoering van de werken voor het op vier sporen brengen van het baanvak Watermaal-Bosvoorde - Ottignies-Louvain-la-Neuve en de aanpassing van het tracé van de spoorlijn 139 Ottignies-Waver, de onmiddellijke inbezitneming van de percelen gelegen op het grondgebied van stad Ottignies-Louvain-la-Neuve en de gemeente Court-Saint-Etienne, opgenomen in de plannen 028.025KU1, 028.525KU1, 029.925KU1, 029.925KU2, 031.325KUI, gevoegd bij dit besluit.
Art. 2.Bij gebrek aan afstand in der minne, worden de voor de betreffende werken benodigde en op voormelde plannen aangeduide percelen ingenomen en bezet overeenkomstig de wet van 26 juli 1962, gewijzigd bij de wet van 6 april 2000, betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte.
Art. 3.De inbezitneming gebeurt voor rekening van Infrabel.
Art. 4.Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld