Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 2004
gepubliceerd op 07 december 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming van arbeiders van de voedingsnijverheid in 2001-2002

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004203215
pub.
07/12/2004
prom.
10/11/2004
ELI
eli/besluit/2004/11/10/2004203215/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming van arbeiders van de voedingsnijverheid in 2001-2002 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de permanente vorming van arbeiders van de voedingsnijverheid in 2001-2002.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 Permanente vorming van arbeiders van de voedingsnijverheid in 2001-2002 (Overeenkomst geregistreerd op 25 juli 2001 onder het nummer 58066/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitzondering van de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 2001 betreffende de sociale programmatie 2001-2002. HOOFDSTUK III. - Permanente vorming

Art. 3.De werkgever is eraan gehouden een volume professionele vorming te organiseren voor de arbeiders, overeenstemmend op jaarbasis met 0,60 pct. in 2001 en 0,70 pct. in 2002 van het totaal volume van de gepresteerde arbeidstijd van alle arbeiders van de onderneming.

Art. 4.De werkgever dient de informatie over de toepassing van deze maatregel te organiseren zoals artikel 8 van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 12 september 1972 gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden en de reglementering betreffende de sociale balans het voorschrijft.

Paritair commentaar De werkgever zal op het einde van elke jaar moeten kunnen bewijzen dat hij een aantal uren vorming georganiseerd heeft ten belope van respectievelijk 0,60 pct. en 0,70 pct. van het totaal van gepresteerde arbeidsuren van alle arbeiders samen.

De sociale partners raden aan deze berekeningen te laten overeenstemmen met deze van de sociale balans.

Deze hoegrootheid van de "collectieve arbeidstijd" komt overeen met het aantal voltijds-equivalenten vermenigvuldigd met de gewone arbeidsduur. De berekeningsmethode zoals die gebruikt wordt om de rubrieken 580 en 581 van de sociale balans in te vullen is naar de mening van de partijen dan ook de meest aangewezen.

Voor het begrip professionele vorming verwijzen we eveneens naar de definitie in de sociale balans. Elke professionele vorming, intern of extern, in seminarievorm, "on the job" of gebruik makend van nieuwe didactische technieken, komt in aanmerking.

De tijd besteed aan professionele vorming dient beschouwd te worden als arbeidstijd vermits de arbeider ter beschikking van de werkgever staat. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en komt te vervallen op 31 december 2002.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999 betreffende de permanente vorming van de arbeiders van de voedingsindustrie in 1999-2000 (koninklijk besluit van 7 januari 2001, Belgisch Staatsblad van 24 januari 2001).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^