gepubliceerd op 07 december 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de syndicale vorming in de groentennijverheid
10 NOVEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de syndicale vorming in de groentennijverheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de syndicale vorming in de groentennijverheid.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003 Syndicale vorming in de groentennijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nummer 66774/CO/118.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 5, 5bis, 5ter, 6 en 9, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen van groentenconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken of bereiden van verse groenten, die als R.S.Z.-kengetal het nummer 051/... dragen.
Tot de sector van de groentenconservennijverheid behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige producten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Begunstigden
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing wanneer de meest representatieve organisaties van de werknemers, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, cursussen of seminaries organiseren om de economische, sociale en technische kennis te vervolmaken van de leden in de organen waarin de arbeiders vertegenwoordigd worden.
Het aantal rechthebbenden waarop deze overeenkomst betrekking heeft, mag niet groter zijn dan het totaal aantal arbeiders die effectieve mandaten vervullen in de verschillende organen waarin de arbeiders van de ondernemingen vertegenwoordigd zijn.
Indien de omstandigheden dit verantwoorden, kunnen sommige syndicale afgevaardigden of militanten die van het personeel van de onderneming deel uitmaken, aangeduid door de syndicale organisaties, het voordeel van deze overeenkomst verkrijgen in de plaats van bovengenoemde rechthebbenden. HOOFDSTUK III. - Organisatie
Art. 3.De werknemersorganisaties die cursussen of seminaries inrichten, doen uiterlijk twee weken op voorhand, aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de groentenconservennijverheid" mededeling van deze vormingslessen en maken binnen dezelfde termijn een beknopte samenvatting over van de te behandelen onderwerpen.
De werknemersorganisaties lichten tevens binnen dezelfde termijn het ondernemingshoofd in omtrent de aanwijzing en de deelname van de arbeiders aan de cursussen of seminaries.
De partijen komen overeen dat bovenstaande aanwijzingen de doelmatige werking van de betrokken onderneming niet in het gedrang mogen brengen en dat de vormingsperiodes, in de mate van het mogelijke, niet zullen samenvallen met de gewone periode(s) van de pieken in de sector waartoe de ondernemingen behoren. HOOFDSTUK IV. - Duur van de afwezigheden
Art. 4.§ 1. Elke arbeider waarvan sprake in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft recht op ten hoogste één week afwezigheid (vijf of zes dagen naargelang van het weekstelsel van de werknemers) per kalenderjaar. § 2. Voor de arbeiders tewerkgesteld tijdens de nacht geldt de volgende regeling : - vrijstelling van de prestaties met behoud van loon, de nacht die volgt op elke vormingsdag; - vrijstelling van prestaties met behoud van loon, de nacht die onmiddellijk aan de vorming voorafgaat. In geval de vorming gedurende meerdere opeenvolgende dagen georganiseerd wordt geldt deze vrijstelling voor de nacht die aan deze opeenvolgende dagen onmiddellijk voorafgaat; - er wordt slechts één vrijstelling verrekend op het vormingskrediet per effectieve vormingsdag. § 3. Het aantal vormingsdagen dat bij deze overeenkomst is bepaald voor de onderscheidene afgevaardigden van eenzelfde onderneming, mag worden samengeteld. Eenzelfde arbeider die wordt aangeduid om vormingsdagen bij te wonen mag evenwel in totaal niet meer dan drie weken vormingsdagen per jaar bijwonen. HOOFDSTUK V. - Betaling van de afwezigheden
Art. 5.De werkgevers waarvan sommige arbeiders syndicale cursussen of seminaries volgen, betalen de lonen die betrekking hebben op de afwezigheidsdagen voor syndicale vorming op dezelfde wijze als voorzien door de wet en de uitvoeringsbesluiten betreffende de betaling der feestdagen.
De afwezigheidsdagen omwille van de syndicale vorming worden beschouwd als gelijkgestelde dagen voor de kwartaalaangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK VI. - Organisatiekosten
Art. 6.De werknemersorganisaties ontvangen van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de groentenconservennijverheid" een forfaitair bedrag van 37 EUR per dag en per werknemer, als terugbetaling van de organisatiekosten van de vormingsactiviteiten voor de arbeiders waarvan sprake in artikel 2. HOOFDSTUK VII. - Beroepsprocedure
Art. 7.Elke betwisting nopens de toepassing van deze overeenkomst wordt, op verzoek van de meest gerede partij, voorgelegd : - aan het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, wanneer een betwisting bestaat tussen enerzijds de werkgevers en anderzijds de arbeiders; - aan de raad van bestuur van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de groentenconservennijverheid", wanneer het gaat over een geschil om de toepassing van deze overeenkomst. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 september 2003 en wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
Zij kan opgezegd worden door één der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2001 betreffende de vorming van de syndicale afgevaardigden in de groentennijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 juni 2002 (Belgisch Staatsblad van 30 oktober 2002).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2004.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE