gepubliceerd op 30 maart 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 1993 betreffende de arbeidsduur, de overuren en de arbeidsorganisatie
10 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 1993 betreffende de arbeidsduur, de overuren en de arbeidsorganisatie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 1993 betreffende de arbeidsduur, de overuren en de arbeidsorganisatie.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 1997 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 1993 betreffende de arbeidsduur, de overuren en de arbeidsorganisatie (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder het nummer 44885/CO/121)
Artikel 1.Een artikel 2bis, luidend als volgt, wordt in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 1993 betreffende de arbeidsduur, de overuren en de arbeidsorganisatie, neergelegd op 3 februari 1994 en geregistreerd op 5 april 1994, onder het nummer 35269/CO/121 ingevoegd : «
Artikel 2bis.De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld bij de artikelen 19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971, of een lagere grens vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, kunnen worden overschreden, op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van een trimester, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld bij wet of collectieve arbeidsovereenkomst, niet overschrijdt. »
Art. 2.Een artikel 21bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst, ingevoegd : «
Artikel 21bis.Voor wat betreft het ophalen van huishoudelijk afval, wordt er op aangedrongen gebruik te maken van twee laders voor deur aan deur ophaling en niet-gestandaardiseerde recipiënten, voor de rondes van meer dan 3 000 inwoners. »
Art. 3.Artikel 22 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangevuld met het volgende lid : « Bij verlies van een werf, voor een werknemer waarvan de prestaties over verschillende werven zijn verspreid, zal deze, nadat hij zijn wettelijke opzegging heeft gekregen, een nieuw contract worden aangeboden dat de resterende werven dekt. »
Art. 4.Na artikel 22 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt ingevoegd : « Veiligheid
Art. 23.Indien de arbeidsgeneesheer de noodzaak van een vaccin aanbeveelt, zal de vaccinatie georganiseerd worden door de werkgever en zal door hem het verschil tussen de reële kost en de terugbetaling door het RIZIV gedragen worden.
Niet-discriminatie
Art. 24.De sociale partners vestigen de aandacht op de wettelijke verbodsbepalingen inzake discriminatie.
Discriminatie is verboden, welke ook de aard van de discriminatie weze, raciaal of geslachtsgebonden.
Eenieder zal zich inzetten discriminatie te vermijden in zijn houding : - ten aanzien van de klanten; - ten aanzien van de werknemers; - ten aanzien van collega-werknemers. »
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking op 1 mei 1997 en heeft dezelfde geldigheidsduur als deze dewelke zij wijzigt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX