gepubliceerd op 11 december 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de betaling van het begin van een dertiende maand aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten
10 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de betaling van het begin van een dertiende maand aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de betaling van het begin van een dertiende maand aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1999 Betaling van het begin van een dertiende maand aan de werklieden en werksters tewerkgesteld in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 23 februari 2000 onder het nummer 54068/CO/140.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector voor de verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten, alsook op hun werklieden. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder : « verhuizing » : elke overbrenging van installaties van de ene plaats naar de andere, ondermeer : privé, kantoren, magazijnen, werkplaatsen, beurzen, fabrieken, tentoonstellingen, enz. met inbegrip van alle begeleidende werkzaamheden, zoals inpak, uitpak, monteren, demonteren zonder dat deze opsomming limitatief is; « meubelbewaring » : de opslagplaatsen voor meubelen en andere voorwerpen die dezelfde of gelijkaardige speciale bewaringsinstallaties vergen; « aanverwante activiteiten » : elk goederenvervoer dat het gebruik vereist van voertuigen die speciaal uitgerust zijn voor het vervoer van meubelen en om beschadiging tijdens het vervoer te voorkomen van diverse goederen zoals nieuwe meubelen, kunstvoorwerpen, elektrische huishoudapparaten, archieven, enz.; « voertuigen speciaal uitgerust voor het vervoer van meubelen » : elk voertuig met vast of beweegbaar koetswerk, niet buigzaam, waterdicht, binnenin voorzien van vastsnoeringsmateriaal, van een stuwinrichting, behoorlijk gebouwd voor het vervoer van verhuizingen en uitgerust met klein stuw- en beschermingsmaterieel, zoals dekens, kisten, elk ander soortgelijk materieel, enz. § 3. Onder "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters die recht hebben op een P-kaart. HOOFDSTUK II. - Modaliteiten
Art. 2.De betaling van het begin van een dertiende maand wordt toegekend aan de werklieden en werksters bedoeld in artikel 1, § 3.
Het bedrag van deze betaling wordt vastgesteld op 145 maal het werkelijk betaald uurloon van de maand december van het betrokken kalenderjaar, gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden arbeidsprestaties tijdens het betrokken kalenderjaar.
Dit werkelijk betaald uurloon moet ten minste gelijk zijn aan het conventioneel basisuurloon.
Elke maand in de loop waarvan 14 kalenderdagen arbeidsprestaties worden geleverd, wordt als een volledige maand beschouwd.
Het totaal bedrag kan met 50 BEF worden verminderd per dag ongerechtvaardigde afwezigheid.
De dagen verlof, de dagen gedeeltelijke werkloosheid en de dagen afwezigheid wegens een arbeidsongeval worden met dagen arbeidsprestaties gelijkgesteld.
De betaling wordt uiterlijk verricht op de laatste werkdag van de maand december van het betrokken kalenderjaar.
Art. 3.De werkgever is deze betaling van het begin van een dertiende maand verschuldigd aan de werklieden en werksters die aan volgende voorwaarden voldoen : 1) op de datum van de betaling werkelijk tewerkgesteld zijn in de onderneming;2) op het ogenblik van de betaling minstens zes maanden anciënniteit hebben in de onderneming.
Art. 4.Hebben eveneens recht op dit voordeel ten laste van de werkgever en binnen de perken vastgesteld in de artikelen 2 en 3, 2 : 1) de werklieden en werksters die tijdens het betrokken kalenderjaar het brugpensioen hebben bekomen of die werden gepensioneerd;2) de rechthebbenden van de werklieden en werksters overleden in het betrokken kalenderjaar;3) de werklieden en werksters die werden ontslagen om elke andere reden dan deze vermeld in 2 van artikel 5.
Art. 5.Hebben geen recht op dit voordeel, de werklieden en werksters : 1) die vrijwillig de onderneming hebben verlaten;2) die in het betrokken kalenderjaar werden ontslagen zonder opzegging en dit om dringende reden;3) die, ziek zijn gedurende meer dan zes maanden, de totaliteit hebben genoten van de vergoedingen welke het "Sociaal Fonds voor ondernemingen van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten" voor eenzelfde ziekte heeft voorzien.
Art. 6.De toekenning van een dertiende maand of begin van een dertiende maand, voordeliger dan deze vastgesteld door deze collectieve arbeidsovereenkomst blijft behouden, maar kan niet samen met de verschuldigde bedragen in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden genoten. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX