gepubliceerd op 12 september 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, houdende wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 1992, wijzigende de collectieve arbeidsovereenkomsten van 15 maart 1985 en 25 juni 1985, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden
10 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, houdende wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 1992, wijzigende de collectieve arbeidsovereenkomsten van 15 maart 1985 en 25 juni 1985, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, houdende wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 1992, wijzigende de collectieve arbeidsovereenkomsten van 15 maart 1985 en 25 juni 1985, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 mei 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beursvennootschappen Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 september 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 1992 (wijzigende de collectieve arbeidsovereenkomsten van 15 maart 1985 en 25 juni 1985) tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 1999 onder het nummer 53389/CO/309) HOOFDSTUK I. - Loon
Artikel 1.Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 1992, dat artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 1985 en 25 juni 1985 vervangt, wordt door de volgende bepalingen vervangen : «
Art. 4.Het maandelijks minimum aanvangsloon toepasselijk op het bediendepersoneel, wordt vanaf 1 januari 2000 als volgt bepaald : 44 208 BEF voor de eerste categorie, op de leeftijd van 21 jaar; 46 831 BEF voor de tweede categorie, op de leeftijd van 22 jaar; 51 042 BEF voor de derde categorie, op de leeftijd van 24 jaar; 56 677 BEF voor de vierde categorie, op de leeftijd van 26 jaar".
Dit barema zal van toepassing zijn vanaf 1 januari 2000 en vervangt het barema dat van kracht zal zijn in december 1999 (voor een laatste maal geïndexeerd in de maand november 1999). Het zal voor een eerste maal geïndexeerd worden per 1 maart 2000, op basis van de gezondheidsindex van februari 2000 tegenover de gezondheidsindex van december 1999.
Het loon onder a), dat als basis dient voor de berekening van de basislonen van de 4 cateogrieën, zal nooit lager zijn dan het bedrag van het gemiddeld maandelijks minimumloon.
Art. 2.Artikel 5 wordt vervangen door de volgende bepalingen : «
Art. 5.De opklimming in de loonschaal loopt voor al de in artikel 2 opgesomde categorieën over een periode van 22 jaar als volgt : 1. voor de eerste categorie, 10 jaarlijkse verhogingen van 2 pct.en 10 jaarlijkse verhogingen van 1 pct., en een verhoging van 1,5 pct. op 43 en 45 jaar; 2. voor de tweede categorie, 10 jaarlijkse verhogingen van 2,5 pct.en 10 jaarlijkse verhogingen van 1,5 pct. en een verhoging van 1,5 pct. op 44 en 46 jaar; 3. voor de derde categorie, 10 jaarlijkse verhogingen van 3,5 pct.en 10 jaarlijkse verhogingen van 1,5 pct., en een verhoging van 1,5 pct. op 46 en 48 jaar; 4. voor de vierde categorie, 10 jaarlijkse verhogingen van 3,5 pct.en 10 jaarlijkse verhogingen van 1,5 pct. en een verhoging van 1,5 pct. op 48 en 50 jaar.
De opklimming in de loonschaal wordt berekend op het maandelijks minimumaanvangsloon in artikel 4 bepaald. » .
Art. 3.Artikel 9 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepalingen : «
Art. 9.De maandelijkse minimum aanvangslonen van het bediendepersoneel worden per 1 januari 2000 als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen
Art. 4.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2000 en wordt voor onbepaalde tijd afgesloten.
Zij kan door een van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden. De opzegging wordt bij ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen gericht.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 mei 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX