10 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bezoldiging van de personeelsleden aangeworven bij arbeidsovereenkomst en tewerkgesteld in het Onthaalcentrum voor vluchtelingen "Zon en Zee" te Westende van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 oktober 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 1 februari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 9 januari 2001;

Gelet op het protocol van 1 februari 2001 waarin de conclusies van de onderhandelingen binnen het Sectorcomité XII "Sociale Zaken" worden vermeld;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dringend uitvoering dient gegeven te worden aan de wens van de Ministerraad van 25 oktober 2000 om de onthaalcapaciteit te verhogen, geconcretiseerd inzonderheid door zijn beslissing van 15 december 2000 om het vakantiecentrum "Zon en Zee" over te nemen en het om te vormen tot een onthaalcentrum voor vluchtelingen;

Overwegende dat de geldelijke toestand van de personeelsleden die bij arbeidsovereenkomst worden aangeworven om de omkadering te verzekeren, moet worden vastgesteld in overeenstemming met de genomen beslissing;

Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De personeelsleden van het vakantiecentrum "Zon en Zee" aangeworven bij arbeidsovereenkomst op 8 januari 2001, ontvangen een bezoldiging die berekend wordt in de weddeschaal, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 2 van het vorenvermelde koninklijk besluit van 11 februari 1991;

Art. 2.Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van het vorenvermelde koninklijk besluit van 11 februari 1991, worden voor de vaststelling van de geldelijke anciënniteit, de vorige diensten verricht in het vankantiecentrum "Zon en Zee" te Westende volledig in aanmerking genomen voor de toekenning van de tussentijdse verhogingen in hun weddenschaal, in voorkomend geval in verhouding tot het activiteitspercentage.

Art. 3.In afwijking van artikel 1 van dit besluit, kan de wedde vastgesteld met toepassing van de artikelen 1 en 2; in geen geval lager zijn dan de wedde bevestigd door de bedrijfsrevisor van het sociaal Secretariaat waarbij het centrum aangesloten was.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 8 januari 2001.

Art. 5.Onze Minister van Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juni 2001.

ALBERT Van Koningswege : De minister van Begroting en van Maatschappelijke Integratie, J. VANDE LANOTTE