gepubliceerd op 07 oktober 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende de eindejaarspremie
10 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende de eindejaarspremie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende de eindejaarspremie.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juni 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 Eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 1997 onder het nummer 44495/CO/110) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en werksters van de ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf. HOOFDSTUK II. - Eindejaarspremie
Art. 2.In de ondernemingen bedoeld onder artikel 1 wordt in 1997 en 1998 een eindejaarspremie toegekend aan de werklieden en werksters die op 30 november van elk van deze jaren nog verbonden zijn met de onderneming door een arbeidsovereenkomst.
Voor de berekening van het bedrag van de eindejaarspremie, wordt als referteperiode beschouwd de periode van 12 maanden die aanvangt op 1 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van de uitkering en eindigt op 30 november van het kalenderjaar waarin de uitkering geschiedt.
Art. 3.Het bedrag van de eindejaarspremie 1997 en 1998 is, per werkelijk gepresteerd uur, minstens gelijk aan : - in 1997 : 15 F per werkelijk gepresteerd uur in de periode van 1 december 1996 tot en met 30 november 1997; - in 1998 : 17,5 F per werkelijk gepresteerd uur in de periode van 1 december 1997 tot en met 30 november 1998.
Deze bedragen worden niet geïndexeerd. Voor de eindejaarspremie die betaald zal worden eind 1999 wordt normalerwijze de indexering opnieuw toegepast.
Art. 4.De eindejaarspremie wordt ten laatste uitbetaald met de eerste betalingsperiode volgend op 30 november en ten laatste op 15 december daaropvolgend.
Art. 5.De bepalingen van hoofdstuk II van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn niet van toepassing op de ondernemingen die voor de jaren 1997 en 1998 een evenwaardig voordeel toekennen, wat ook de benaming is.
Wat deze ondernemingen betreft, blijven de verworven rechten behouden.
Art. 6.Werknemers die in de loop van de referteperiode zoals bepaald in artikel 2 de onderneming verlaten wegens pensioen, brugpensioen of medische redenen, hebben eveneens recht op de uitkering van de in artikel 3 bedoelde eindejaarspremie, pro rata het aantal werkelijk gepresteerde uren tijdens de referteperiode.
Deze premie wordt betaald op het ogenblik dat de werkman/werkster het bedrijf verlaat.
De werknemers die in de referteperiode zoals bepaald in artikel 2 zelf de onderneming verlaten, om een andere dan de hierboven vermelde redenen, hebben geen recht op een eindejaarspremie.
De werknemers die in de referteperiode zoals bepaald in artikel 2 worden ontslagen, behalve in het geval van ontslag wegens dringende redenen, behouden het recht op eindejaarspremie, pro rata het aantal werkelijk gepresteerde uren.
Deze premie wordt betaald op het ogenblik dat de werkman/werkster het bedrijf verlaat.
De werknemers die in de referteperiode zoals bepaalt in artikel 2 ontslag om dringende redenen geven behouden het recht op de eindejaarspremie pro rata het aantal werkelijk gepresteerde uren.
Deze premie wordt betaald op het ogenblik dat de werkman/werksters het bedrijf verlaat.
De werknemers die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur en van wie de arbeidsovereenkomst in de loop van de referteperiode zoals bepaald in artikel 2 eindigt, anders dan door een ontslag om dringende reden gegeven door de werkgever of door ontslag door de werknemer zonder dringende reden, behouden het recht op de eindejaarspremie pro rata het aantal werkelijk gepresteerde uren Deze premie wordt betaald op het ogenblik dat de werkman/werkster het bedrijf verlaat.
Art. 7.De ondertekenende partijen waarborgen de inachtneming van de sociale vrede tijdens de duur van de overeenkomst.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET