gepubliceerd op 10 juli 1997
Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf
10 JUNI 1997. Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, inzonderheid op artikel 23, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983 en de wet van 22 januari 1985, en op artikel 26bis, ingevoegd door hetzelfde koninklijk besluit en gewijzigd bij de wetten van 22 januari 1985, 10 juni 1993 en 21 december 1994;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de rechtszekerheid inzake arbeidsverhoudingen vereist dat de nodige reglementaire bepalingen onverwijld worden genomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing : a) op de werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;b) en op hun werkgever.
Art. 2.De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld door de artikelen 19 en 20 van de Arbeidswet van 16 maart 1971 of door een collectieve arbeidsovereenkomst die van toepassing is op de werkgevers bedoeld in artikel 1, mogen overschreden worden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van één jaar, gaande van 1 april tot 31 maart van het daaropvolgend jaar, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld door de wet of de collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt..
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In geen enkel geval zal de arbeidsduur elf uur per dag of vijftig uur per week mogen overschrijden.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 maart 1997 en houdt op van kracht te zijn op 1 juli 1999.
Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 juni 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET