Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juli 2003
gepubliceerd op 20 oktober 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012599
pub.
20/10/2003
prom.
10/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/10/2003012599/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de landbouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58976/CO/144) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de door hen tewerkgestelde werklieden en werksters, met uitzondering van de werklieden en werksters die tewerkgesteld worden in uitvoering van de voor de sector geldende regeling inzake seizoens- en gelegenheidswerk, die ressorteren onder het Paritair Comité voor de landbouw. HOOFDSTUK II. - Beroepenclassificatie

Art. 2.De werklieden worden ingedeeld in 4 categorieën : 1. Meergeschoolden. De werklieden en werksters die enerzijds al de taken kunnen, verrichten van een geschoolde werkman en die, anderzijds, belast zijn met het nemen van beslissingen in verband met het geheel van het bedrijf en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering ervan zoals : - het bepalen van de datum en de methode van het bewerken van de grond; - de bemesting van de grond; - het zaaien en het planten; - de oogst; - de phytosanitaire werkzaamheden; - verzorging en voeding van de veestapel; - de fokkerij; - het teeltplan.

Deze werklieden en werksters hebben hetzij een scholing van A2-niveau doorgemaakt, aangevuld met een cursus bedrijfsleiding in het naschoolse onderwijs of een ervaring als bedrijfsleider, hetzij een voldoende lange ervaring als bedrijfsleider. 2. Geschoolden. De werklieden en werksters die het geheel van de landbouwwerkzaamheden die hen worden opgedragen en die verband houden met alle activiteiten van het bedrijf of van een bedrijfstak zelfstandig en volledig kunnen verrichten, die alle machines en werktuigen die zij nodig hebben om deze werkzaamheden te verrichten kunnen bedienen, afstellen en onderhouden. Deze kwalificatie kan worden bereikt hetzij door scholing of bijscholing, hetzij door beroepservaring of door beide samen. 3. Geoefenden. De werklieden en werksters die reeds drie jaar ervaring hebben in de zelfde activiteit of onderneming en die minstens de helft van de taken van een geschoolde kunnen uitvoeren. 4. Ongeschoolden. De overige permanente werklieden en werksters. HOOFDSTUK III. - Minimumuurlonen

Art. 3.De minimumuurlonen van de in artikel 1 bedoelde werklieden worden op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 39 uren, op 1 januari 2001 als volgt vastgesteld : Ongeschoolden : 6,7140 EUR Geoefenden : 7,0650 EUR Geschoolden : 7,4120 EUR Meergeschoolden : loon overeen te komen. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen

Art. 4.De in artikel 3 vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (koninklijk besluit van 21 september 2001, Belgisch Staatsblad van 28 november 2001).

HOOFDSTUKV. - Bijzondere bepalingen

Art. 5.Het artikel dat in de eerste rij van de volgende tabel wordt vermeld, heeft betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Voor het bedrag dat in euro wordt vermeld in de eerste kolom van de tabel geldt vanaf de datum van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 het bedrag dat in Belgische frank wordt vermeld in de tweede kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK VI. - Geldigheid

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden (koninklijk besluit van 7 januari 2001, Belgisch Staatsblad van 28 april 2001).

Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de landbouw.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 juli 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^