gepubliceerd op 23 maart 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de tussenkomst in de vervoerskosten
10 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de tussenkomst in de vervoerskosten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de tussenkomst in de vervoerskosten.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 januari 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009 Tussenkomst in de vervoerskosten (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 onder het nummer 93274/CO/119) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. § 2. Met "arbeiders" worden : de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Tussenkomst van de werkgever in de kosten van gemeenschappelijk vervoer van de arbeiders
Art. 2.De werkgevers kennen een tussenkomst in de kosten van gemeenschappelijk vervoer van de arbeiders toe voor zover de afstand volgens de kortste weg tussen de vertrekhalte en de aankomsthalte, 2 km of meer bedraagt.
Art. 3.Het bedrag van de tussenkomst wordt vastgesteld : - voor wat het openbaar vervoer per spoorweg betreft : de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs zal berekend worden op basis van de tabel met forfaitaire bedragen, die is opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van de Nationaal arbeidsraad, van 20 februari 2009, zonder evenwel 75 pct. van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden; - voor wat het gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft, met uitzondering van het treinvervoer : de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 2 km, berekend vanaf de vertrekhalte, zal vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten : - wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend op basis van de in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies opgenomen tabel met forfaitaire bedragen, voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel 75 pct. van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden; - wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 71,8 pct. van de effectief door de arbeider betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst berekend op basis van de in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies opgenomen tabel met forfaitaire bedragen voor een afstand van 7 km te overschrijden; - voor wat het gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft : - ingeval de arbeider gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoersmiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs betaald voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoersmiddel wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies opgenomen tabel met forfaitaire bedragen; - in elk ander geval dat de arbeider meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in de voorgaande paragraaf, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend : nadat met betrekking tot elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoersmiddel waarvan de arbeider gebruik maakt de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de voorafgaande bepalingen, worden de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen. HOOFDSTUK III. - Tussenkomst van de werkgever in de privé-vervoerskosten van de arbeiders
Art. 4.Het bedrag van de werkgeverstussenkomst voor wat de verplaatsingen met de fiets betreft wordt vastgesteld op 0,12 EUR per kilometer, vanaf de eerste kilometer, enkele afstand, per effectief gepresteerde dag.
Art. 5.De werkgevers kennen een tussenkomst in de privé-vervoerskosten van de arbeiders toe, voor zover de afstand tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling meer dan 2 km bedraagt.
Art. 6.Het bedrag van deze tussenkomst is gelijk aan de tussenkomst die de arbeider had kunnen bekomen wanneer hij of zij een treinkaart, gelijk gesteld aan het sociaal abonnement had gebruikt voor de overeenstemmende afstand zonder evenwel 60 pct. van de werkelijke vervoersprijs te overschrijden (barema opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen werd in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de N.M.B.S. ingevolge de uitgifte van abonnementen voor arbeiders en bedienden).
De tussenkomst voor gebruik van private vervoersmiddelen wordt automatisch aangepast aan de verhoging van de treintarieven, telkens op 1 februari.
De werkgever kan een verklaring op eer eisen waarbij de arbeider verzekert dat hij geregeld gebruik maakt van een individueel vervoersmiddel om zich over een afstand van meer dan 2 km van zijn woonplaats naar de plaats van tewerkstelling te begeven. In dit geval moet de werkgever spontaan een invulformulier voor de verklaring op eer afleveren. HOOFDSTUK IV. - Tijdstip van terugbetaling
Art. 7.De terugbetaling van de vervoerskosten waarvan sprake in de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 hierboven zullen minstens éénmaal per maand geschieden.
Art. 8.Onverminderd de beschikkingen voorzien in de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 zullen de gunstiger toestanden inzake vervoer en terugbetaling van de vervoerskosten op het vlak van de onderneming behouden blijven. HOOFDSTUK V. - Duur van de overeenkomst
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een onbepaalde duur.
Zij wordt van kracht op 1 februari 2009 en kan opgezegd worden door één der partijen, mits betekening van de opzeg van drie maanden, door aangetekend schrijven ter post, gericht aan de voorzitter en aan de organisaties vertegenwoordigd in het schoot van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.
Art. 10.De huidige conventie vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 augustus 2007 gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 19 maart 2008, Belgisch Staatsblad van 2 juni 2008.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 januari 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET