10 JANUARI 2002. - Besluit van de Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs

De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, gecoördineerd op 31 december 1949, inzonderheid op artikel 6bis, § 1, 1°, ingevoegd bij de wet van 31 juli 1975;

Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de algemene structuur en de organisatie van het secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 5, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juli 1985, het koninklijk besluit nr. 438 van 11 augustus 1986, het koninklijk besluit van 1 juni 1987, het besluit van de Executieve van 22 juni 1989 en de besluiten van de Regering van 18 januari 1995, 12 april 1995, 8 maart 1996, 16 december 1998 en 6 juni 2000 alsmede bij het decreet van 10 mei 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 maart 2001;

Gelet op het akkoord van de Minister-President, bevoegd inzake Begroting, gegeven op 7 mei 2001;

Gelet op de beslissing genomen door de Regering op 10 mei 2001 om de Raad van State te verzoeken binnen ten hoogste één maand een advies uit te brengen;

Gelet op het advies gegeven op 28 november 2001 door de Raad van State met toepassing van artikel 84, lid 1, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 9, § 4, van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4. Tot en met 15 januari mag een leerling op basis van een besluit van de klasseraad en mits toestemming van de persoon belast met zijn opvoeding van het eerste observatiejaar naar het eerste aanpassingsjaar en omgekeerd overgaan. De leerling hoeft niet aan de toelatingsvoorwaarden van het betrokken jaar te voldoen. » Artikel 9, § 5, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juli 1985, wordt opgeheven.

Artikel 9, § 5bis, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 juli 1985, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 5bis. Tot en met 15 januari mag een leerling op basis van een besluit van de klasseraad en mits toestemming van de persoon belast met zijn opvoeding van het tweede jaar van het beroepsonderwijs naar het eerste observatiejaar overgaan, indien hij het eerste studiejaar gevolgd heeft. De leerling hoeft niet aan de toelatingsvoorwaarden van het betrokken jaar te voldoen. »

Art. 2.In artikel 10 van hetzelfde besluit wordt een § 3 ingevoegd dat luidt als volgt : « § 3. Tot en met 15 januari mag een leerling op basis van een besluit van de klasseraad en mits toestemming van de persoon belast met zijn opvoeding van het tweede jaar van het beroepsonderwijs naar het tweede gemeenschappelijk jaar en omgekeerd overgaan. De leerling hoeft niet aan de toelatingsvoorwaarden van het betrokken jaar te voldoen. »

Art. 3.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 8 maart 1996, wordt een § 1bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Mits positief advies van de toelatingsraad zijn de leerlingen die het tweede jaar van het beroepsonderwijs met vrucht hebben beëindigd, tot het derde jaar van de kwalificatieafdeling van het technisch onderwijs toegelaten. »

Art. 4.Artikel 19, § 2, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Bij overgang naar een andere studierichting is een positief advies van de toelatingsraad noodzakelijk. »

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2001, behoudens artikel 2 dat op 1 september 2000 uitwerking heeft.

Art. 6.De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 10 januari 2002.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES