gepubliceerd op 19 februari 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de petroleumsector"
10 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de petroleumsector" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de petroleumsector".
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 februari 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2007 Statuten van het fonds voor bestaanszekerheid van de petroleum (Overeenkomst geregistreerd op 16 juli 2007 onder het nummer 83887/CO/117/211) HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel, duur
Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht vanaf 1 januari 1997, voor de werklieden, werksters en bedienden, tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, alsook voor de werkgevers behorend tot deze paritaire comités, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van de petroleumsector".
Art. 2.De zetel van het fonds bevindt zich in het arrondissement Brussel : Kunstlaan 39 te 1040 Brussel.
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1. de bijdragen vereist voor zijn werking te innen via de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;2. de organisatie te financieren van de initiatieven voor de opleiding en de tewerkstelling van risicogroepen in het kader van de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, en in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en- handel;3. de ondersteuning van internationale projecten binnen de petroleum.
Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde duur opgericht. HOOFDSTUK II. - Beheer
Art. 5.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de meest representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties.
De raad van beheer bestaat uit 10 leden, hetzij 5 vertegenwoordigers van de werknemers en 5 vertegenwoordigers van de werkgevers, aangeduid door het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en door het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel.
Het mandaat van de leden van de raad van beheer wordt niet vergoed.
Art. 6.Elk jaar wordt door de raad van beheer een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris aangeduid.
Art. 7.De raad van beheer wordt door de voorzitter bijeengeroepen.
Deze is ertoe gehouden de raad ten minste eenmaal per jaar bijeen te roepen.
Wanneer vijf beheerders dit vragen, roept de voorzitter de raad in vergadering bijeen uiterlijk binnen tien dagen volgend op de ontvangst van het verzoek.
De oproepingen vermelden de agenda.
De raad kan slechts geldig beslissen over de punten die op de agenda voorkomen en enkel wanneer er ten minste de helft van de leden deel uitmakend van de werknemersafvaardiging en ten minste de helft van de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.
De verslagen van de zittingen van de raad zullen in het notulenboek ingeschreven worden. Ze worden ondertekend door de voorzitter of zijn plaatsvervanger en door de secretaris.
De leden van de raad zullen uiterlijk voor de volgende zitting een afschrift van de beraadslagingen ontvangen.
De afschriften of uittreksels van de notulen die bij de rechtbank of elders moeten gedeponeerd worden zijn ondertekend door de voorzitter van de raad van beheer en door twee beheerders waarvan één van de zijde van de werknemers, de andere van die van de werkgevers.
Wanneer tot de stemming moet overgegaan worden, dient een gelijk aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is het getal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de jongste leden).
De beslissingen worden met een meerderheid van twee derden van de stemmers genomen.
De beheerders kunnen echter niet deelnemen aan de beraadslagingen waarbij zij persoonlijk belang hebben. Hun onthouding wordt in de notulen vermeld.
Art. 8.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en alle maatregelen te nemen die voor zijn goede werking zijn vereist.
Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het beheer en de administratie van het fonds en de verwezenlijking van zijn doel.
De raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid beheert de inkomsten in het kader van de ondersteuning van internationale projecten en kent deze inkomsten toe aan diverse NGO projecten inzake energie.
De raad van beheer treedt op in rechten in naam van het fonds op vervolging en ten verzoek van de voorzitter en van de ondervoorzitter.
Hij kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of meer van zijn leden, en zelfs aan derden.
Art. 9.Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad een speciale volmacht heeft verleend, zal het fonds geldig tegenover derden vertegenwoordigd zijn door de gezamenlijke handtekeningen van drie beheerders (twee van de zijde van de werknemers één van de zijde van de werkgevers) zonder dat deze beheerders enigerlei beslissing of een bijzondere volmacht moeten overleggen.
Art. 10.De beheerders zijn alleen verantwoordelijk wat de uitvoering van hun mandaat betreft en persoonlijk gaan ze, omwille van hun beheer, geen enkele verbintenis aan ten opzicht van de verplichtingen van het fonds. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 11.Het fonds wordt gespijsd door de bijdragen op de loonmassa van 0,20 pct. verschuldigd door de werkgevers aangesloten of niet bij de Belgische Petroleum Federatie, evenals door de interesten uit de belegde fondsen.
Art. 12.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is belast met de inning van de bijdragen : vanaf 1 januari 2008, voor elk kwartaal : 0,40 pct. op de loonmassa.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zal ieder kwartaal de door hem geïnde bijdragen storten op de door het fonds geopende financiële rekening bij FORTIS BANK, nummer 001-1950434-34.
De bedragen moeten op het credit van deze rekening ingeschreven zijn uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal. HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden
Art. 13.De werkgevers, die deelgenomen hebben aan initiatieven voor de opleiding en de tewerkstelling van risicogroepen worden in het kader van voormelde sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten door het fonds bij het einde van de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst terugbetaald op basis van een alsdan in te dienen rechtvaardigingsformulier, volgens de modaliteiten van voormelde collectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK V. - Rekeningen
Art. 14.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.
Art. 15.Elk jaar, en uiterlijk in de loop van de maand december, wordt het budget voor het volgend jaar onderworpen aan de goedkeuring van de betrokken paritaire comités.
Art. 16.De rekeningen van het verlopen jaar worden op 31 december afgesloten.
Art. 17.Een revisor, ten laste van het fonds brengt over zijn opdracht eenmaal per jaar verslag uit bij de paritaire comités, vermeld bij artikel 1, die er een afschrift van overmaken aan de Minister. HOOFDSTUK VI. - Ontbinding en vereffening
Art. 18.Het fonds wordt van rechtswege ontbonden bij beslissing in de bevoegde Paritaire Comités voor de petroleumnijverheid en -handel en voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel.
Art. 19.Met het oog op de terugbetaling door het fonds aan de ondernemingen, die deelgenomen hebben aan de initiatieven tot vorming van risicogroepen, zal een financiële rekening aangehouden worden bij FORTIS BANK.
Art. 20.Het gebeurlijk saldo wordt overgemaakt aan het "Tewerkstellingsfonds" van FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van onbepaalde duur en kan door elk van de partijen opgezegd worden mits een opzeggingstermijn van minstens drie maanden, ten vroegste eindigend op 31 december van een paar jaar (2008, 2010, 2012 enz.).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari 2008.
De Minister van Werk, J. PIETTE