gepubliceerd op 05 juli 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de chauffeurs van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeurs
10 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de chauffeurs van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeurs (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1997, Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de arbeidsvoorwaarden van de chauffeurs van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeurs.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 februari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. Onkelinx _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 september 1997 Arbeidsvoorwaarden van de chauffeurs van de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur (Overeenkomst geregistreerd op 22 december 1997 onder het nummer 46633/CO/140.06) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur uitbaten en die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer alsook op hun chauffeurs.
Onder "chauffeurs", wordt bedoeld de mannelijke en vrouwelijke chauffeurs. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, onder "diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur" wordt bedoeld alle diensten van bezoldigd vervoer van personen door middel van automobielen die geen taxidiensten zijn en die verzekerd zijn door middel van voertuigen van het type auto, auto voor dubbel gebruik of minibus, met uitzondering van voertuigen die als ziekenwagen uitgerust zijn.
Deze diensten moeten aan de uitbatingsvoorwaarden beantwoorden vastgesteld door de reglementering van toepassing in het gewest binnen hetwelk de exploitatiezetel gevestigd is.
Worden niet beschouwd als diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur de diensten die geregeld vervoer, bijzonder geregeld vervoer of ongeregeld vervoer zijn.
Indien de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur niet beantwoorden aan de voorwaarden vastgesteld door de reglementering van toepassing in het gewest binnen hetwelk de exploitatiezetel gevestigd is, is de werkgever er toe gehouden de arbeidsvoorwaarden geldend voor het bijzonder geregeld vervoer toe te passen.
Art. 3.Indien de onderneming aan de begripsomschrijving van ongeregeld vervoer, van geregeld vervoer of van bijzonder geregeld vervoer beantwoordt, is ze er toe gehouden de arbeidsvoorwaarden die specifiek zijn aan die diensten toe te passen.
Art. 4.§ 1. Wanneer het gebruikte taxivoertuig taxidiensten verzekert zijn de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de taxi's van toepassing. § 2. Wanneer het gebruikte taxivoertuig prestaties van diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur verricht is deze overeenkomst van toepassing. HOOFDSTUK III. - Arbeidsduur
Art. 5.Om de arbeidsduur te bepalen is er ook rekening gehouden met de tijd gedurende dewelke de chauffeur ter beschikking van de werkgever is, zelfs indien de chauffeur geen effectieve arbeid verricht.
Art. 6.De arbeidsduur van de chauffeurs van de onder artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werkgevers wordt op 38 uur per week vastgesteld.
De normale arbeidsduur vastgesteld door dit artikel moet geëerbiedigd worden als gemiddeld over een R.S.Z.-kwartaal.
Art. 7.Onder voorbehoud van de toepassing van gunstigere bepalingen voortspruitend uit de toepassing van de arbeidswet geven de prestaties verricht boven 10 uur per dag en/of 50 uur per week recht op een overloon van 50 pct. HOOFDSTUK IV. - Minimumloon
Art. 8.De chauffeurs van de onder artikel 1 bedoelde werkgevers worden per uur beloond.
Art. 9.Het minimumloon wordt op 300 F per uur vastgesteld.
Art. 10.De gunstigere loonsvoorwaarden die op ondernemingsvlak bestaan worden gehandhaafd. HOOFDSTUK V. - A.R.A.B.-vergoeding
Art. 11.De onder artikel 1 bedoelde chauffeurs genieten van een A.R.A.B.-vergoeding die op 20 F per uur wordt vastgesteld.
Art. 12.De gunstigere voorwaarden die op ondernemingsvlak bestaan worden gehandhaafd. HOOFDSTUK VI. - Indexering
Art. 13.De lonen en de A.R.A.B.-vergoeding worden gekoppeld aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de door de wet van 2 augustus 1971 vastgestelde modaliteiten. HOOFDSTUK VII. - Bijdrage aan een Sociaal Fonds
Art. 14.De in artikel 1 bedoelde werkgevers betalen, ten gunste van hun arbeiders, aan het "sociaal fonds voor de taxiondernemingen" de bijdragen vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 1969 tot oprichting van het sociaal fonds voor taxi's zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 maart 1995.
Art. 15.Een collectieve arbeidsovereenkomst te sluiten vóór 30 juni 1997 zal de voordelen bepalen die door het sociaal fonds toegekend worden aan de arbeiders van de in artikel 1 bedoelde werkgevers. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheidsduur
Art. 16.Deze overeenkomst treedt in werking met ingang vanaf 1 januari 1997 en is voor onbepaalde duur gesloten.
Zij kan door iedere ondertekenende partij opgezegd worden mits betekening per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité van een opzeggingstermijn van zes maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX