gepubliceerd op 17 maart 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen
10 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels, betreffende de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 februari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 1999 Bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51329/CO/128.06)
Artikel 1.Toepassingsgebied.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels.
Onder "arbeiders" verstaat men de arbeiders en de arbeidsters.
Art. 2.Inspanning voor de tewerkstelling en de integratiemogelijkheden van personen uit de risicogroepen. § 1. De in artikel 1 bedoelde werkgevers betalen voor de jaren 1999 en 2000 een bijdrage van 0,10 pct. per kwartaal, berekend op grond van het volledige loon van de arbeiders en de arbeidsters. Voor het ganse jaar 1999 wordt bovenvermeld percentage (4 x 0,10 pct.) uitzonderlijk geïnd in het vierde kwartaal. Het is een financiële inspanning die strikt beperkt wordt tot de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst. 1. Doelstelling : 1.1. Aanwerving van : - jonge werkzoekende schoolverlaters; - werkzoekenden die aangeworven worden om reden van een wettelijke verplichting tot vervanging; - stagiairs van de R.V.A. die aangeworven worden na afloop van de stage; - vervanging van een arbeider die op brugpensioen gaat. 1.2. Bijscholing van werknemers in het kader van de accreditatie of het halen van de kwaliteitsnorm. 2. Het fonds voor bestaanszekerheid van de sector zal een eenmalig bedrag uitkeren als aanmoediging tot de vorming van de nieuw aangeworven arbeider. § 2. Het eenmalig forfaitair bedrag bedraagt 112.500 F per aanwerving van een voltijdse arbeider. Het wordt uitgekeerd door het fonds voor bestaanszekerheid a rato van één twaalfde per effectieve maand tewerkstelling van de betrokken arbeider. § 3. De aanwerving dient te gebeuren onder de vorm van een individuele arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. De minimumduur van tewerkstelling bedraagt drie maanden. Voor de evaluatie worden de tewerkstellingsgegevens van de R.S.Z.-aangifte van het derde kwartaal van 1998 en 1999 in aanmerking genomen. § 4. Het totaal bedrag dat door het fonds voor bestaanszekerheid kan besteed worden voor de uitvoering van deze overeenkomst is beperkt tot de voor dit doel geïnde bijdragen. § 5. De in artikel 2, § 2 vermelde aanwervingspremie, of een gedeelte van dit bedrag in functie van de duurtijd van de tewerkstelling, zal worden toegekend voor aanwervingen die : 1. een netto hoofdelijke aanwerving zijn;2. gebeuren in het kader van de vervangingsplicht bij brugpensioen § 6.Voor tussenkomst voor de aanwerving van de betrokken werknemers richten de werkgevers een principe-aanvraag aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de orthopedische schoeisels, Oudergemselaan 26 - 1040 Brussel. De vormvoorwaarden worden door de raad van bestuur van het fonds voor bestaanzekerheid vastgelegd. § 7. Het opmaken van de uitvoeringsmodaliteiten wordt toevertrouwd aan de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.
Art. 3.Advies, evaluatie en toezicht.
De ondernemingsraad of, bij ontstentenis, het comité voor veiligheid en gezondheid, bij ontstentenis, de syndicale afvaardiging wordt belast met de controle over de uitvoering van deze overeenkomst. Bij ontstentenis van hierboven vermelde overlegorganen gebeurt de controle in de schoot van het fonds voor bestaanszekerheid. De uiteindelijke evaluatie wordt toevertrouwd aan het bevoegd paritair subcomité.
Art. 4.Duur.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 februari 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX