10 FEBRUARI 1998. Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van de wet van 17 februari 1997 tot wijziging van de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten en van de bedienaars van de erediensten

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1° en § 3, vervangen door de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van de wet van 17 februari 1997 tot wijziging van de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten en van de bedienaars van de erediensten (Belgisch Staatsblad van 24 april 1997, erratum : Belgisch Staatsblad van 24 april 1997) opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van de wet van 17 februari 1997 tot wijziging van de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten en van de bedienaars van de erediensten.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 februari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE

Bijlage MINISTERIUM DER JUSTIZ 17. FEBRUAR 1997 - Gesetz zur Abänderung des Gesetzes vom 2.August 1974 über die Gehälter der Inhaber bestimmter öffentlicher Ämter und der Diener der Kulte ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Die Kammern haben das Folgende angenommen, und Wir sanktionieren es:

Artikel 1.Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 78 der Verfassung erwähnte Angelegenheit.

Art. 2.Artikel 26 des Gesetzes vom 2. August 1974 über die Gehälter der Inhaber bestimmter öffentlicher Ämter und der Diener der Kulte, abgeändert durch die Gesetze vom 26. Juni 1992, 11. Januar 1993 und 6.

August 1993, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: - ab dem 1. November 1992: « Art. 26 - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des katholischen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Erzbischof 2 704 029 b) Bischof 2 180 234 c) Generalvikar des Erzbistums oder des Bistums 807 532 d) Kanonikus des Erzbistums oder des Bistums 586 536 e) Sekretär des Erzbistums oder des Bistums 586 536 f) Pfarrer 496 925 g) Pfarrverweser 496 925 h) Kaplan 496 925 i) Vikar 496 925 » - ab dem 1.November 1993: « Art. 26 - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des katholischen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Erzbischof 2 758 110 b) Bischof 2 223 840 c) Generalvikar des Erzbistums oder des Bistums 823 683 d) Kanonikus des Erzbistums oder des Bistums 598 268 e) Sekretär des Erzbistums oder des Bistums 598 268 f) Pfarrer 540 922 g) Pfarrverweser 540 922 h) Kaplan 540 922 i) Vikar 540 922 » Art.3. Artikel 27 desselben Gesetzes, abgeändert durch die Gesetze vom 26. Juni 1992, 11. Januar 1993 und 6. August 1993, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: - ab dem 1. November 1992: « Art. 27 - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des protestantischen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Pfarrer-Synodalpräsident 1 709 620 b) Erstpfarrer 737 694 c) Zweitpfarrer, Pfarrer und Synodalsekretär 626 485 d) Hilfspfarrer 496 925 » - ab dem 1.November 1993: « Art. 27 - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des protestantischen Kultes, werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Pfarrer-Synodalpräsident 1 743 813 b) Erstpfarrer 752 448 c) Zweitpfarrer, Pfarrer und Synodalsekretär 639 015 d) Hilfspfarrer 540 922 » Art.4. Artikel 27bis, eingefügt durch das Gesetz vom 12. November 1987 und abgeändert durch die Gesetze vom 26. Juni 1992, 11. Januar 1993 und 6. August 1993, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: - ab dem 1. November 1992: « Art. 27bis - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des orthodoxen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Metropolit-Erzbischof 1 235 297 b) Erzbischof 807 532 c) Bischof 737 694 d) Generalvikar 626 485 e) Sekretär 586 536 f) Pfarrer-Dekan 496 925 g) Pfarrverweser 496 925 h) Vikar 496 925 » - ab dem 1.November 1993: « Art. 27bis - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des orthodoxen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Metropolit-Erzbischof 1 260 004 b) Erzbischof 823 683 c) Bischof 752 448 d) Generalvikar 639 015 e) Sekretär 598 268 f) Pfarrer-Dekan 540 922 g) Pfarrverweser 540 922 h) Vikar 540 922 » Art.5. Artikel 28 desselben Gesetzes, abgeändert durch das Gesetz vom 11. Januar 1993, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: - ab dem 1.November 1992: « Art. 28 - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des anglikanischen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Kaplan der Kirchen von Antwerpen und Elsene/Ixelles (Vereinigte Anglikanische Kirche) 626 485 b) Kaplan der anderen Kirchen 569 415 » - ab dem 1.November 1993: « Art. 28 - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des anglikanischen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Kaplan der Kirchen von Antwerpen und Elsene/Ixelles (Vereinigte Anglikanische Kirche) 639 015 b) Kaplan der anderen Kirchen 580 803 » Art.6. Artikel 29 desselben Gesetzes, abgeändert durch die Gesetze vom 26. Juni 1992, 11. Januar 1993 und 6. August 1993, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: - ab dem 1. November 1992: « Art. 29 - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des israelitischen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Grossrabbiner 1 235 297 b) Sekretär des Zentralen Israelitischen Konsistoriums 626 485 c) Rabbiner 569 415 d) Oberkantor 496 925 » - ab dem 1.November 1993: « Art. 29 - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Diener des israelitischen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Grossrabbiner 1 260 004 b) Sekretär des Zentralen Israelitischen Konsistoriums 639 015 c) Rabbiner 580 803 d) Oberkantor 540 922 » Art.7. Artikel 29bis, eingefügt durch das Gesetz vom 23. Januar 1981 und abgeändert durch die Gesetze vom 26. Juni 1992, 11. Januar 1993 und 6. August 1993, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: - ab dem 1. November 1992: « Art. 29bis - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Imame des islamischen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Imam-Direktor des Islamischen Zentrums 879 538 b) Erster Imam im Rang 737 694 c) Imam 496 925 » - ab dem 1.November 1993: « Art. 29bis - Die Jahresgehälter der vom Staat bezahlten Imame des islamischen Kultes werden wie folgt festgelegt (in Franken): a) Imam-Direktor des Islamischen Zentrums 897 129 b) Erster Imam im Rang 752 448 c) Imam 540 922 » Art.8. Artikel 30bis desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 20. Juli 1991, wird aufgehoben.

Art. 9.Artikel 31 desselben Gesetzes, abgeändert durch das Gesetz vom 20. Juli 1991, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Die Gehälter und die Haushalts- oder Ortszulagen der Diener der Kulte und der Imame sind an die auf die Besoldung der Staatsbediensteten im aktiven Dienst anwendbare Mobilitätsregelung gebunden. Sie sind an den Schwellenindex 138,01 gekoppelt. » Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird.

Gegeben zu Brüssel, den 17. Februar 1997 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Justiz S. DE CLERCK Mit dem Staatssiegel versehen: Der Minister der Justiz S. DE CLERCK Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 februari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE