Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 december 2002
gepubliceerd op 10 januari 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2002002321
pub.
10/01/2003
prom.
10/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/10/2002002321/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 3 april 1997 en de wetten van 20 mei 1997, 22 maart 1999 en 26 maart 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993 en de koninklijke besluiten van 14 september 1994, 10 februari 1995, 10 april 1995, 6 februari 1996, 5 juli 1996, 27 juli 1997, 9 december 1998, 13 juni 1999, 12 augustus 2000, 13 juli 2001 en 28 januari 2002;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 september 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 maart 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 17 oktober 2001;

Gelet op het protocol nr. 422 van 3 juli 2002 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de activiteit van kinderopvang georganiseerd door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap een bijkomend karakter heeft en dat het hiervoor vereiste personeel op een soepele en efficiënte manier moet kunnen beheerd worden in functie van de wisselende vraag naar kinderopvang vanuit de militaire gemeenschap; dat een aanpassing van hogergenoemd KB van 1 februari 1993 dringend noodzakelijk is ten einde de Centrale Dienst toe te laten de opvang van kinderen te organiseren aansluitend op de vakantieperiode;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende of specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, wordt aangevuld met volgende rubriek : « 39° aan de personeelsleden belast met de opvang van kinderen georganiseerd door de Centrale Dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap; ».

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 2001.

Art. 3.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^