Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 december 1997
gepubliceerd op 30 december 1997

Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Regie van Telegrafie en Telefonie

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1997014280
pub.
30/12/1997
prom.
10/12/1997
ELI
eli/besluit/1997/12/10/1997014280/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Regie van Telegrafie en Telefonie


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit besluit is erop gericht een wijziging aan te brengen in het beheerscontract dat gesloten is tussen de Belgische Staat en de Regie van Telegrafie en Telefonie, dat nu Belgacom geworden is.

Artikel 3, § 1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven bepaalt dat een autonoom overheidsbedrijf de opdrachten van openbare dienst vervult die het door de wet zijn toevertrouwd en dat die opdrachten worden vastgelegd in een beheerscontract tussen de Staat en het betrokken overheidsbedrijf. Dat was het doel van het contract dat bij het Koninklijk Besluit van 19 augustus werd goedgekeurd en op 4 september 1992 in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt. De omvorming van het statuut van Belgacom van autonoom overheidsbedrijf in een naamloze vennootschap van publiek recht, krachtens het koninklijk besluit van 16 december 1994 heeft die situatie niet gewijzigd.

Paragraaf 2, 5° van datzelfde artikel 3 van de wet van 21 maart 1991 bepaalt dat één van de aangelegenheden die door het beheerscontract worden geregeld, bestaat in : « de vaststelling, de berekening en de betalingsmodaliteiten van gebeurlijke vergoedingen door het overheidsbedrijf te betalen aan de Staat, inzonderheid wat betreft de voordelen verbonden aan de gebeurlijke alleenrechten van het overheidsbedrijf en, in het voorkomend geval, de door de Staat aan het overheidsbedrijf verleende gebruiksrechten op goederen ».

Overeenkomstig deze bepaling bevat het in 1992 gesloten beheerscontract in zijn artikelen 23 en 24 bepalingen die de betaling van die vergoeding aan de Staat regelen, vergoeding die verbonden is aan het feit dat Belgacom over alleenrechten beschikt op een stuk van de telecommunicatiemarkt.

Sedert het ogenblik waarop die bepalingen zijn gemaakt, hebben zich in de telecommunicatiesector grondige wijzigingen voorgedaan, die op gang zijn gebracht door de Europese teksten die beslisten tot opening voor concurrentie van de gehele telecommunicatiemarkt in 1998.

Niettemin hebben de Europese overheden reeds voor 1998 een aantal beslissingen genomen die de nationale wetgever ertoe hebben geleid het gebied van de aan Belgacom toegekende exclusieve concessie te beperken. Zo kunnen onder de belangrijkste bepalingen worden aangehaald : - de wet van december 1993 tot opening van de sector van de telefoongidsen voor concurrentie; - de wet van december 1994 tot opening van de sector van de GSM-mobilofonie voor concurrentie; - het koninklijk besluit van december 1994 tot opening van het gebruik van satellietantennes; - het koninklijk besluit van oktober 1996 dat het gebruik van alternatieve infrastructuren toestaat voor het verrichten van niet-gereserveerde telecommunicatiediensten en dat de semafonie voor concurrentie opent.

De ondertekenaars van het beheerscontract hadden die eventualiteit voorzien van een beperking van het gebied van de activiteiten die deel uitmaakten van het monopolie van Belgacom. Zo bepaalt het beheerscontract dat de vergoeding voor de alleenrechten moet worden berekend volgens een formule die rekening houdt met het bedrijfsresultaat inzake openbare telecommunicatie, dat wil zeggen de sector in monopolie (artikel 23 van het beheerscontract). Zolang er evenwel geen « beperking van de exclusieve concessie verleend aan Belgacom op basis van de wet » is, bepaalt artikel 24, 1 en 2 dat in plaats van de bepaling van de vergoeding via de formule, een mechanisme van gewaarborgde bedragen wordt gehanteerd. Maar wanneer er een beperking is van het monopolie van Belgacom, keert men terug naar een berekening van de vergoeding overeenkomstig de formule (artikel 24 van het beheerscontract en in het bijzonder punt 7).

Deze kwestie van het bedrag van de monopolierente is reeds verschillende maanden het onderwerp van besprekingen tussen de Staat en Belgacom. Belgacom heeft namelijk aan de Staat het maximumbedrag van de vergoeding betaald in 1992, 1993 en 1994, terwijl zij, volgens haar, een vermindering van die vergoeding had kunnen vragen vanaf 1994 en zelfs 1993. Om aan dit debat een eind te maken, is er tussen de Staat en Belgacom beslist : - dat de Staat de volledige monopolierente zou behouden die door Belgacom is gestort in 1992, 1993 en 1994, te weten het in punt 2 van artikel 24 vastgestelde maximumbedrag; - dat Belgacom voor 1995 een bedrag zou storten dat berekend is op grond van de formule; - dat er aan Belgacom geen vergeoding zou worden gevraagd voor het jaar 1996 en voor het deel van het jaar 1997 dat door het beheerscontract wordt gedekt.

Er wordt derhalve voorgesteld om de artikelen 23 en 24 van het beheerscontract aan te vullen met een bepaling die zegt dat Belgacom geen monopolievergoeding moet storten voor de jaren 1996 en 1997.

Deze wijziging van het beheerscontract is gerechtvaardigd door een aanpassing van de marktvoorwaarden en geschiedt dus overeenkomstig artikel 5, §1 van de wet van 21 maart 1991.

Ik heb de eer te zijn Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 28 oktober 1997 door de Minister van Telecommunicatie verzocht hem van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot goedkeuring van de wijziging van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Regie van Telegrafie en Telefonie », heeft op 12 november 1997 het volgende advies ggeven : Volgens artikel 3, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven is « het beheerscontract (...) geen akte of reglement bedoeld in artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Alle clausules in het beheerscontract worden geacht contractueel te zijn ».

Deze bepaling heeft geen aanleiding gegeven tot discussie ten tijde van de parlementaire voorbereiding van deze wet.

Hieruit volgt dat het beheerscontract door de afdeling wetgeving niet onderzocht behoeft te worden daar het niet van reglementaire aard is in de zin van artikel 3 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.

Hetzelfde geldt voor een besluit waarbij zulk een contract (of aanhangsels ervan) wordt goedgekeurd (1) (2) De kamer was samengesteld uit : De heren : R. Andersen, kamervoorzitter;

C. Wettinck, P. Lienardy, staatsraden;

F. Delperee, J.-M. Favresse, afdeling wetgeving;

Mevr. M. Proost, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Detroux, adjunct-auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer C. Amelynck, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen.

De voorzitter, R. Andersen.

De griffier, M. Proost. 10 DECEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Regie van Telegrafie en Telefonie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 3 en 5, §1;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 augustus tot goedkeuring van het eerste beheerscontract van de Regie van Telegrafie en Telefonie en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Regie bij de autonome overheidsbedrijven;

Gelet op het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Regie van Telegrafie en Telefonie, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 september 1992, en inzonderheid op de artikelen 23 en 24;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 mei 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 8 oktober 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Besluit :

Artikel 1.De wijziging van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Regie van Telegrafie en Telefonie, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 september 1992, dat bij dit besluit is gevoegd, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit en de bijgevoegde wijziging van het beheerscontract treden in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 december 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO Wijziging van het beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Regie van Telegrafie en Telefonie Tussen : - de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Telecommunicatie, de Heer Elio Di Rupo; en - Belgacom, naamloze vennootschap van publiek recht, vertegenwoordigd door de Voorzitter van de Raad van Bestuur, de Heer Michel Dussenne en door de Voorzitter van het Directiecomité, de Heer John Goossens; teneinde rekening te houden met de ontwikkelingen van het regelgevingskader dat van toepassing is op de telecommunicatiesector en in het bijzonder met de verschillende beperkingen van de exclusieve concessie van Belgacom, is er besloten om in artikel 24 van het beheerscontract een punt 8 op te nemen, luidend als volgt : 8. « Niettemin moet Belgacom, in afwijking van de bepalingen van de artikelen 23 en 24, 1 en 2, niet meer de vergoeding van artikel 3, §2, 5° van de wet betalen vanaf 1 januari 1996 ». Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^