gepubliceerd op 03 september 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de verlenging van het akkoord van sociale vrede 2014
10 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de verlenging van het akkoord van sociale vrede 2014 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de verlenging van het akkoord van sociale vrede 2014.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Poitiers, 10 augustus 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 2015 Verlenging van het akkoord van sociale vrede 2014 (Overeenkomst geregistreerd op 19 mei 2015 onder het nummer 126909/CO/215) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en op de bedienden die zij tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Duur
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 en bevat de afspraken geldend gedurende deze periode. HOOFDSTUK III. - Werkloosheid met bedrijfstoeslag
Art. 3.Het stelsel van het voltijds conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar, destijds ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 1981, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 1981 en sedertdien verder gezet, laatst bij collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 (registratienummer 121191/CO/215), wordt verder gezet gedurende de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015 volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 60 jaar.
Art. 4.Het stelsel van het conventioneel brugpensioen, ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2008 tot invoering van een regeling van conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden, laatst verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden (registratienummer 121192/CO/215) wordt verder gezet gedurende de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015 volgens de voorwaarden bepaald in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden.
Art. 5.Met een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst zal, zodra het wettelijk kader is gecreëerd, het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag worden verder gezet ten gunste van sommige bejaarde bedienden met nachtprestaties indien zij worden ontslagen. HOOFDSTUK IV. - Sociaal waarborgfonds
Art. 6.Artikel 3 van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014 houdende de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" (registratienummer 113012/CO/215), wordt gewijzigd als volgt : "
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1° het innen van de bijdragen nodig voor de werking van het fonds;2° aan de bij artikel 6 van deze statuten bedoelde bedienden een aanvullende sociale uitkering toe te kennen en te vereffenen;3° het verrichten van de betaling van de aanvullende vergoeding en van de beheers- en begeleidingskosten aan de in het paritair comité vertegenwoordigde organisaties in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 2015 betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 60 jaar, in de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 2015 betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 56 jaar na 40 jaar beroepsverleden en in de collectieve arbeidsovereenkomst tot invoering van een regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag ten gunste van sommige bejaarde bedienden met nachtprestaties indien zij worden ontslagen, evenals de bijzondere werkgeversbijdragen bedoeld in hoofdstuk VI van titel XI van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), laatst gewijzigd door de programmawet (I) van 29 maart 2012, die zijn verschuldigd op de aanvullende vergoeding betaald door het voornoemde sociaal waarborgfonds, evenwel onverminderd de bepalingen op dit stuk van de hier genoemde collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende bedrijfstoeslag bij werkloosheid, in overeenstemming met het koninklijk besluit van 29 maart 2010;4° het uitkeren van de bijdrage, bedoeld bij artikel 13, § 3 van deze statuten, tot financiering van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf", opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 april 1981, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden het kleding- en confectiebedrijf" en vaststelling van zijn statuten;5° de uitkering te verzekeren van de vergoeding voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 2015 betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid;6° het financieren van de initiatieven te nemen door de in het paritair comité vertegenwoordigde organisaties, met het oog op de sociale en beroepsopleiding en op de uitwerking van in het paritair comité gemaakte en te maken collectieve arbeidsovereenkomsten;7° de uitkering van de bijdrage betaald overeenkomstig artikel 13, § 4 van deze statuten, ter financiering van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie en ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende vorming en tewerkstelling;8° het financieren van de codex houdende de collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;9° het financieren van onderzoek uitgevoerd door de sociale partners uit de sector gericht op de sociaal-economische ontwikkelingen van de kleding- en confectiebedrijven, zowel op het nationale als op het mondiale vlak met het oog op het te voeren sectorbeleid; 10° het financieren en het beheren van een sectorale hospitalisatieverzekering.". HOOFDSTUK V. - Vorming en tewerkstelling
Art. 7.De collectieve arbeids overeenkomst van 21 december 2009Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 21/12/2009 pub. 05/02/2010 numac 2010022067 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende vorming en tewerkstelling (registratienummer 98641/CO/215) wordt voortgezet gedurende de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2015 en voortdurend aangepast om deze in overeenstemming te brengen met de doelstellingen, bedoeld in artikel 24 van de wet van 17 mei 2007 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2007-2008 en in afdeling 1 van hoofdstuk VIII van titel XIII van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I).
In de schoot van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) zullen de maatregelen worden overlegd die nodig zijn om te voldoen aan de toepasselijke reglementering. HOOFDSTUK VI. - Sectorale toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103
Art. 8.De drempel van 5 pct., bedoeld in artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 blijft op 8 pct..
Voor de berekening van deze grens worden de bepalingen van artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 toegepast, met dien verstande dat in § 3 van dit artikel de leeftijd van 55 jaar en ouder dient te worden gelezen als : de leeftijd van 54 jaar en ouder.
Op ondernemingsvlak kan deze drempel worden verhoogd mits akkoord van de werkgever en rekening houdend met de mogelijkheden op het vlak van de arbeidsorganisatie.
De toepassing van de modaliteiten van onderhavig artikel kan, in ondernemingen waar reeds een bedrijfsakkoord bestaat, onderhandeld worden.
Art. 9.Gelet op artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad wordt overeengekomen dat op het niveau van het paritair comité tijdens de duur van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst inspanningen zullen worden gedaan teneinde te vermijden dat het inroepen van het begrip "sleutelfunctie" systematisch zou leiden tot het ontzeggen van het recht van toegang tot het tijdskrediet voor bedienden van 55 jaar of ouder die een sleutelfunctie uitoefenen. HOOFDSTUK VII. - Bijkomende uitkering bestaanszekerheid
Art. 10.De collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juni 1994 betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid (registratienummer 35964/CO/215), die in werking trad op 1 januari 1994, steeds werd verder gezet en laatst werd verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014 (registratienummer 121190/CO/215), wordt met een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst verder gezet tot 30 juni 2015, gelet op artikel 94 van de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen. HOOFDSTUK VIII. - Syndicale premie
Art. 11.Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2012 tot vaststelling van het bedrag van de syndicale premie (registratienummer 108629/CO/215) wordt vervangen door de volgende bepalingen : "Overeenkomstig de bepalingen van artikel 7 van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf", laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2013, wordt het bedrag van de syndicale premie, welke elk jaar aan de rechthebbenden wordt toegekend, vastgesteld als volgt : - in de jaren 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015 : 135,00 EUR voor bedienden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 6, § 1, § 2 en § 3 van de hoger vermelde statuten; - in de jaren 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015 : 37,18 EUR voor de volledig en ononderbroken werkloos gebleven bedienden zoals bepaald bij artikel 6, § 4 van de hoger vermelde statuten.". HOOFDSTUK IX. - Sociale vrede
Art. 12.Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst waarborgen de ondertekenende partijen de inachtneming van de sociale vrede, hetgeen het volgende inhoudt : 1) alle bepalingen betreffende de wedden en arbeidsvoorwaarden worden stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden gebracht door de werknemers- of de werkgeversorganisaties, noch door de bedienden of de werkgevers;2) de werknemersorganisaties en de bedienden verbinden er zich toe geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk vlak, noch op dat van de onderneming aangezien alle individuele normatieve bepalingen geregeld zijn door onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS