gepubliceerd op 16 september 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 1989, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten
10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 1989, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 1989, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te 10 augustus 2005.
ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2001 Wijziging van artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 1989 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genoemd "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid" en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 23 februari 2001 onder het nummer 56523/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid met uitzondering van de volgende sectoren : - industriële en ambachtelijke broodbakkerijen, ambachtelijke banketbakkerijen, consumptiesalons bij een kleinbanketbakkerij; - suikerfabrieken, raffinaderijen, invertsuiker, citroenzuur, kandijfabrieken, gistfabrieken, distilleerderijen; - groenteverwerkende nijverheid. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bijdragen
Art. 3.Artikel 12 van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid" opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 maart 1991 (Belgisch Staatsblad van 24 april 1991) wordt vervangen door hetgeen volgt : § 1. Vanaf 1 januari 2001 en voor onbepaalde duur is de bijdrage van de werkgevers vastgesteld op 1,15 pct. van de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bestemd voor het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid". § 2. Vanaf 1 januari 2001 tot en met 30 juni 2003 wordt er een bijkomende bijdrage ten laste van de werkgever geheven. Deze wordt vastgesteld op 0,10 pct. van de loonmassa aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en is bestemd voor de financiering van een bijkomende vergoeding bovenop de ziekte-uitkering volgens de modaliteiten die bepaald worden door de raad van beheer van het betrokken fonds. § 3. De volgende bijdragen worden geïnd voor het Instituut voor Professionele Vorming van de Voedingsnijverheid, hierna genoemd "IPV".
Vanaf 1 januari 2001 tot 31 maart 2001 is de bijdrage van de werkgevers per arbeider vastgesteld op 0,10 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, tot financiering van het IPV. Vanaf 1 april 2001 tot 30 juni 2001 is de bijdrage van de werkgevers per arbeider vastgesteld op 0,30 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zijnde 0,10 pct. voor de financiering van het IPV en 0,20 pct. voor vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor de risicogroepen.
Vanaf 1 juli 2001 tot 30 juni 2003 is de bijdrage van de werkgevers per arbeider vastgesteld op 0,20 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zijnde 0,10 pct. voor de financiering van het IPV en 0,10 pct. voor vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor de risicogroepen. § 4. De bijdragen vermeld in de §§ 1, 2 en 3 worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en worden overgemaakt aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid". Deze maakt de bijdrage bedoeld in § 3 over aan het IPV. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde tijd.
Zij treedt in werking op 1 januari 2001. Zij kan door één der partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de organisaties erin vertegenwoordigd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.
Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE