Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2005
gepubliceerd op 01 september 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, houdende de betaling van een eindejaarspremie in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005201967
pub.
01/09/2005
prom.
10/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, houdende de betaling van een eindejaarspremie in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, houdende de betaling van een eindejaarspremie in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2003 Betaling van een eindejaarspremie in de subsector voor verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 15 april 2004 onder het nummer 70720/CO/140.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector voor de verhuisondernemingen, de meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten, alsook op hun werklieden. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder : "verhuizing" : elke overbrenging van installaties van de ene plaats naar de andere, onder meer : privé, kantoren, magazijnen, werkplaatsen, beurzen, fabrieken, tentoonstellingen, enz., met inbegrip van alle begeleidende werkzaamheden, zoals inpak, uitpak, monteren, demonteren zonder dat deze opsomming limitatief is; "meubelbewaring" : de opslagplaatsen voor meubelen en andere voorwerpen die dezelfde of gelijkaardige speciale bewaringsinstallaties vergen; "aanverwante activiteiten" : elk goederenvervoer dat het gebruik vereist van voertuigen die speciaal uitgerust zijn zoals voor het vervoer van meubelen en om de beschadiging tijdens het vervoer te voorkomen van diverse goederen zoals nieuwe meubelen, kunstvoorwerpen, elektrische huishoudapparaten, archieven, enz.; "voertuig speciaal uitgerust voor het vervoer van meubelen" : elk voertuig met vast of beweegbaar koetswerk, niet buigzaam, waterdicht, binnenin voorzien van vastsnoeringsmateriaal, van een stuwinrichting, behoorlijk gebouwd voor het vervoer van verhuizingen en uitgerust met klein stuw- en beschermingsmaterieel, zoals dekens, kisten, elk ander soortgelijk materieel, enz. § 3. Onder "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters die recht hebben op een P- kaart. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het protocolakkoord van 2003-2004. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten

Art. 5.De betaling van een eindejaarspremie wordt toegekend aan de werklieden en werksters bedoeld in artikel 1, § 3. - Voor het dienstjaar 2003 wordt het bedrag van deze betaling vastgesteld op 150 maal het werkelijk betaald uurloon van de maand december van het betrokken kalenderjaar, gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden arbeidsprestatie tijdens het betrokken kalenderjaar. - Voor het dienstjaar 2004 wordt het bedrag van deze betaling vastgesteld op 155 maal het werkelijk betaald uurloon van de maand december van het betrokken kalenderjaar, gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden arbeidsprestatie tijdens het betrokken kalenderjaar.

Dit werkelijk betaald uurloon moet ten minste gelijk zijn aan het conventioneel basisuurloon.

Elke maand in de loop waarvan 14 kalenderdagen arbeidsprestatie wordt geleverd, wordt als een volledige maand beschouwd.

Het totaal bedrag kan met 1,24 EUR worden verminderd per dag ongerechtvaardigde afwezigheid.

De dagen verlof, de dagen gedeeltelijke werkloosheid en de dagen afwezigheid wegens een arbeidsongeval worden met dagen arbeidsprestaties gelijkgesteld.

De betaling wordt uiterlijk verricht op de laatste werkdag van de maand december van het betrokken kalenderjaar.

Art. 6.De werkgever is deze betaling van de eindejaarspremie verschuldigd aan de werklieden en werksters die aan volgende voorwaarden voldoen : 1) op de datum van de betaling, werkelijk tewerkgesteld zijn in de onderneming;2) op het ogenblik van de betaling, minstens zes maanden anciënniteit hebben in de onderneming.

Art. 7.Hebben eveneens recht op dit voordeel ten laste van de werkgever en binnen de perken vastgesteld in de artikelen 3 en 4, 2) : 1) de werklieden en werksters die tijdens het betrokken kalenderjaar het brugpensioen hebben bekomen of werden gepensioneerd;2) de rechthebbenden van de werklieden en werksters overleden in het betrokken kalenderjaar;3) de werklieden en werksters die werden ontslagen om elke andere reden dan in deze vermeld in 2) van artikel 6.

Art. 8.Hebben geen recht op dit voordeel, de werklieden en werksters : 1) die vrijwillig de onderneming hebben verlaten;2) die in het betrokken kalenderjaar werden ontslagen zonder opzegging en dit om dringende reden;3) die, ziek zijnde gedurende meer dan zes maanden, de totaliteit hebben genoten van de vergoedingen welke het "Sociaal Fonds voor ondernemingen van verhuizingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten" voor eenzelfde ziekte heeft voorzien.

Art. 9.De toekenning van een dertiende maand of eindejaarspremie, voordeliger dan deze vastgesteld door deze collectieve arbeidsovereenkomst blijft behouden, maar kan niet samen met de verschuldigde bedragen in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden genoten. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.

De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^