gepubliceerd op 13 oktober 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, tot vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het beheer van gebouwen"
10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, tot vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het beheer van gebouwen" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, tot vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het beheer van gebouwen".
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.
ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 Vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het beheer van gebouwen" (Overeenkomst geregistreerd op 23 juli 2004 onder het nummer 72023/CO/323)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet worden verstaan onder "bedienden, "arbeiders", "conciërges" en "dienstboden" : de bedienden, de arbeiders en de conciërges, zowel mannen als vrouwen, zoals gedefinieerd in artikelen 3, 5 en 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 betreffende de beroepsindeling en de lonen, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, alsook de dienstboden, zoals gedefinieerd in artikel 8 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst, die niet door het artikel 18 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 betreffende de sociale zekerheid van de werknemers gevat zijn.
Art. 2.Overeenkomstig het artikel 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2000, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 30 september 2002, 17 december 2002 en 3 juni 2004, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, worden de bijdragen van de werkgevers aan het "Waarborg en Sociaal Fonds voor het beheer van gebouwen" als volgt vastgesteld : - vanaf 1 juli 2004 : 0,10 pct. van de bruto loonmassa van de bedienden, arbeiders en conciërges van elk kwartaal zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor maatregelen ten behoeve van de risicogroepen, zoals voorzien in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 betreffende maatregelen ten behoeve van de risicogroepen, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden; - vanaf 1 juli 2004 : 0,15 pct. van de bruto loonmassa van de bedienden, arbeiders en conciërges van elk kwartaal zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor de toekenning van een syndicale premie, zoals voorzien in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 met betrekking tot de toekenning van een syndicale premie, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden; - vanaf 1 juli 2004 : 0,05 pct. van de bruto loonmassa van de bedienden, arbeiders en conciërges van elk kwartaal zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor de betaling van de aanvullende vergoeding brugpensioen, zoals voorzien in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 met betrekking tot het conventioneel brugpensioen, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden; - vanaf 1 juli 2004 : 0,50 pct. voor de bruto loonmassa van de bedienden, arbeiders en conciërges van elk kwartaal zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor de vorming, zoals voorzien in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 met betrekking tot de vorming en financiering, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden; - vanaf 1 oktober 2004 : 0,10 pct. van de bruto loonmassa van de dienstboden van elk kwartaal zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor de vorming, zoals voorzien in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 met betrekking tot de vorming en financiering, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden; - vanaf 1 oktober 2004 : 0,10 pct. van de bruto loonmassa van de dienstboden van elk kwartaal zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor maatregelen ten behoeve van de risicogroepen, zoals voorzien in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 betreffende maatregelen ten behoeve van de risicogroepen, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden; - vanaf 1 januari 2005 : 0,75 pct. van de bruto loonmassa van de bedienden, arbeiders en conciërges van elk kwartaal zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor de vorming, zoals voorzien in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 met betrekking tot de vorming en financiering, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden; - vanaf 1 juli 2005 : 1 pct. van de bruto loonmassa van de bedienden, arbeiders en conciërges van elk kwartaal zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor de vorming, zoals voorzien in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 met betrekking tot de vorming en financiering, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden; - vanaf 1 juli 2004 : 8,33 pct. van de bruto loonmassa van elk kwartaal voor de arbeiders en conciërges met een arbeidsovereenkomst voor werklieden zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zoals voorzien in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2004 met betrekking tot de toekenning van een eindejaarspremie, afgesloten binnen het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden.
Art. 3.In toepassing van artikel 14 van de bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2000, worden de bij artikel 2 vastgestelde bijdragen geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2004 en wordt afgesloten voor onbepaalde duur.
Zij vernietigt en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het beheer van gebouwen".
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2002 (geregistreerd op 11 juli 2003 onder het nr. 66832/CO/323), gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdragen aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het beheer van gebouwen".
Zij kan door één der partijen opgezegd worden, mits een opzegging van 3 maanden, gericht bij aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen en voor de dienstboden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.
Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE