10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de keuring der hier te lande geslachte dieren

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid op artikel 13, gewijzigd bij de wetten van 15 april 1965 en 27 mei 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de keuring der hier te lande geslachte dieren, inzonderheid bijlage 2, hoofdstuk IV;

Gelet op het advies van het Wetenschappelijk Comité, ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 27 april 2005;

Gelet op het advies nr. 38.532/3 van de Raad van State, gegeven op 14 juni 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Hoofdstuk IV van Bijlage 2, bij het koninklijk besluit van 9 maart 1953 betreffende de handel in slachtvlees en houdende reglementering van de keuring der hier te lande geslachte dieren, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « HOOFDSTUK IV. - Gedeeltelijke inbeslagneming Worden in beslag genomen : 1. De delen, organen of gedeelten van organen die de volgende afwijkingen vertonen : a) Kneuzingen en verwondingen, abcessen, cysten, stenen, acute of chronische letsels;b) Straalschimmelziekte (actinophytose), botryomycose, aanwassen; c) Aanwezigheid van parasieten in parenchymateuze organen en sereusen (nematoden, leverbot, echinococcus, cysticercus, enz.). 2. Het orgaan of de organen, die omwille van hun aard of de diersoort waarvan ze zijn bekomen, of omwille van de specifieke levensomstandigheden van de dieren, of omwille van hun levensloop, bijzonder vatbaar zijn om zodanige hoeveelheden residuen van contaminanten te bevatten dat dit orgaan of deze organen een gevaar voor de gezondheid van de verbruiker kunnen inhouden.»

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE