gepubliceerd op 13 oktober 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, tot wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organisatie van de halve overbruggingsploegen in de textielnijverheid en het breiwerk
10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, tot wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organisatie van de halve overbruggingsploegen in de textielnijverheid en het breiwerk (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, tot wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organisatie van de halve overbruggingsploegen in de textielnijverheid en het breiwerk.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.
ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2004 Wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organisatie van de halve overbruggingsploegen in de textielnijverheid en het breiwerk (Overeenkomst geregistreerd op 5 augustus 2004 onder het nummer 72133/CO/120) Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid en het breiwerk;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 april 2003 gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk en meer in het bijzonder artikel 39;
Gelet op het advies nr. 1439 van de Nationale Arbeidsraad, uitgebracht op 19 maart 2003; wordt tussen A.C.V. - C.S.C. Textura, A.B.V.V. Textiel, Kleding en Diamant Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België enderzijds en de Textielfederatie Febeltex anderzijds het volgende overeengekomen : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt er toe enkele bepalingen toe te voegen aan de nationale kaderovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid en het breiwerk. HOOFDSTUK II. - Opleidingstijd tijdens de week
Art. 2.In hoofdstuk II - Arbeidsduur en bezoldiging - van de nationale kaderovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organistie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid en het breiwerk, wordt na artikel 9 een artikel 9bis ingevoegd als volgt : «
Art. 9bis.De tijd gedurende dewelke in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders op vraag van de werkgever opleiding volgen tijdens de weekdagen (maandag tot en met vrijdag) zal betaald worden aan het gemiddeld uurloon van het traditioneel drieploegenstelsel, namelijk het uurloon van de morgenploeg, de namiddagploeg en de nachtploeg gedeeld door drie.
Eventueel gunstiger regelingen die op het vlak van de onderneming bestaan blijven verder van toepassing. » HOOFDSTUK III. - Deelname aan vergaderingen van de ondernemingsraad en/of het comité voor preventie en bescherming op het werk
Art. 3.In hoofdstuk II - Arbeidsduur en bezoldiging - van de nationale kaderovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid en het breiwerk, wordt na artikel 9bis een artikel 9ter ingevoegd als volgt : «
Art. 9ter.De tijd gedurende dewelke de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders tijdens de weekdagen (maandag tot en met vrijdag) deelnemen aan de vergadering van de ondernemingsraad en/of het comité voor preventie en bescherming op het werk, zal betaald worden, aan het gemiddeld uurloon van het traditioneel drieploegenstelsel, namelijk het uurloon van de morgenploeg, de namiddagploeg en de nachtploeg gedeeld door drie.
Eventueel gunstiger regelingen die op het vlak van de onderneming bestaan blijven verder van toepassing. » HOOFDSTUK IV. - Vaderschapsverlof en adoptieverlof
Art. 4.In hoofdstuk IV - Waarborgen - van de nationale kaderovereenkomst van 25 maart 1983 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid en et breiwerk, worde na artikel 11 een artikel 11bis en 11quater ingevoegd als volgt : « Art. 11bis., § 1. Voor de toepassing van artikel 30, § 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), met betrekking tot het vaderschapsverlof wordt de duur van de afwezigheid voor de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders vastgesteld op 4 dagen van 12 uren, te kiezen binnen dertig dagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling. § 2. Voor de toepassing van artikel 30, § 3, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het adoptieverlof wordt de duur van de afwezigheid voor de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders vastgesteld op 4 dagen van 12 uren, te kiezen binnen dertig dagen volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar de arbeiders zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmaken van het gezin.
Art. 11ter.Overeenkomstig artikel 30, § 3 van voornoemde wet geniet de werknemer gedurende 3/10 van zijn vaderschaps- of adoptieverlof het behoud van zijn loon, berekend dop basis van 48 uren.
Gedurende 7/10 van zijn vaderschaps- of adoptieverlof geniet hij een uitkering die hem wordt betaald in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, berekend op basis van 48 uren.
Art. 11quater.In aanvulling op de uitkering van ziekte- en invaliditeitsverzekering, betaalt de werkgever aan de arbeider, tewerkgesteld in dit stelsel, een supplement dat overeenstemt met het verschil tussen het vervangingsinkomen, berekend op basis van 48 uren enerzijds en op basis van 54 uren anderzijds, evenwel beperkt overeenkomstig de bepalingen van de 3de alinea van dit artikel.
Onder « vervangingsinkomen » dient begrepen te worden : het loonbehoud van 3/10 en de uitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor 7/10 van de uren begrepen in het vaderschaps- of adoptieverlof.
Het bedrag van het supplement kan evenwel hoger zijn dat het verschil tussen enerzijds het bedrag van het bruto belastbaar loon dat de arbeider zou verdient hebben tijdens de uren die overeenstemmen met de 7/10, berekend op basis van 54 uren en anderzijds het bedrag van de uitkering zelf die hem voor de 7/10, berekend op basis van 48 uren, toegekend wordt in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. » HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2004 en is gesloten voor onbepaalde duur. Deze overeenkomst kan worden opgezegd mits een opzegging van één jaar, schriftelijk aan de ondertekende partijen betekend.
Art. 6.Het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk vraagt dat deze overeenkomst door de koning algemeen verbindend wordt verklaard.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.
Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE