Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 2005
gepubliceerd op 06 september 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de toekenning van de haard- en standplaatstoelage (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012219
pub.
06/09/2005
prom.
10/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de toekenning van de haard- en standplaatstoelage (Vlaamse Gemeenschap) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de toekenning van de haard- en standplaatstoelage (Vlaamse Gemeenschap).

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2003 Toekenning van de haard- en standplaatstoelage (Vlaamse Gemeenschap) (Overeenkomst geregistreerd op 21 augustus 2003 onder het nummer 67173/CO/152) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de onderwijsinstellingen en internaten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, en gesubsidieerd zijn door de Vlaamse Gemeenschap. HOOFDSTUK II. - Toekenning van een haard- of standplaatstoelage

Art. 2.Aan de bij artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werknemers wordt een haard- of standplaatstoelage toegekend volgens de hierna bepaalde modaliteiten.

Art. 3.Vanaf 1 september 2002 wordt er een standplaatstoelage toegekend.

Art. 4.Vanaf 1 januari 2004 wordt er een haardtoelage toegekend.

Art. 5.Hebben recht op een haardtoelage : 1. gehuwde of wettelijk samenwonende werknemers, tenzij de toelage, onder welk stelsel ook, wordt toegekend aan zijn echtgenoot of partner waarmee hij samenwoont.Voor niet gehuwden moet het samenwonen bewezen worden door een attest, afgeleverd door de dienst bevolking van de gemeente; 2. andere werknemers met één of meer kinderen ten laste.

Art. 6.Hebben recht op een standplaatstoelage: de werknemers die geen recht hebben op een haardtoelage.

De standplaatstoelage wordt niet gecumuleerd met de haardtoelage.

Art. 7.In het geval de twee echtgenoten of samenwonenden elk beantwoorden aan de voorwaarden om de haard- of standplaatstoelage te verkrijgen, wijzen zij in onderling akkoord diegene aan van de twee aan wie de toelage zal uitbetaald worden.

De uitbetaling van de haard- of standplaatstoelage wordt in dit geval afhankelijk gesteld van een verklaring op erewoord die door het personeelslid wordt opgesteld volgens het model bij deze collectieve arbeidsovereenkomst gevoegd.

Art. 8.Het jaarlijks bedrag van de haard- of standplaatstoelage wordt, afhankelijk van het bruto jaarloon, vastgesteld volgens onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (bedragen van toepassing vanaf 1 september 2002 aan spilindex 109,45) De bezoldiging van de werknemer wiens bruto jaarwedde het bedrag van 20.367,62 EUR (respectievelijk 23.112,88 EUR) te boven gaat, mag niet kleiner zijn dan die welke hij zou bekomen, ware zijn bruto jaarwedde gelijk aan dit bedrag. In voorkomend geval wordt het verschil hem toegekend in de vorm van een gedeeltelijke haard- of standplaatstoelage.

De tabel opgenomen in bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst bevat het bedrag van de haard- en standplaatstoelage, omgerekend per uur, van toepassing vanaf 1 september 2002, aan spilindex 109,45.

Art. 9.§ 1. De haard- of standplaatstoelage wordt aan werknemers met onvolledige dienstprestaties toegekend, in evenredigheid met deze prestaties. § 2. De haard- of standplaatstoelage wordt maandelijks betaald, samen met het loon van de maand waarvoor zij verschuldigd is. Wanneer in de loop van de maand zich een feit voordoet, dat het recht op de toelage wijzigt, wordt het voordeligste stelsel voor de volledige maand toegepast.

Wanneer voor de maand geen volledig maandloon verschuldigd is, wordt de toelage betaald volgens dezelfde voorwaarden als het loon, dit wil zeggen pro rata de tewerkstelling in deze maand. § 3. Voor deeltijdse werknemers bedraagt het in aanmerking te nemen loon voor de pro rata berekening van de haard- of standplaatstoelage dat wat zou worden toegekend indien de deeltijdse betrekking van de werknemer een voltijdse betrekking zou zijn. § 4. De toelage wordt berekend op de loonschalen, zonder rekening te houden met premies, toeslagen of andere weddensupplementen. § 5. De toelage is onderworpen aan de bijdragen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en wordt bij de totale loonmassa gevoegd voor de berekening van het vakantiegeld en de eindejaarspremie. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 10.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst doen geen afbreuk aan overeenkomsten die voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.

Art. 11.Overeenkomstig de engagementsverklaring van 7 april 2003 van de Minister van Onderwijs en Vorming, aangaande de uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst VI punt I.3.1. met betrekking tot de loonvergelijking van de "MVD-personeelsleden" van het Gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd vrij onderwijs, stelt de Vlaamse regering voor de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst de nodige middelen ter beschikking van de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2002, en wordt uitgevoerd zodra de Vlaamse regering de nodige middelen heeft doorgestort op rekening van de werkgevers die ressorteren onder het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Regularisaties van achterstallige haard- of standplaatstoelagen zullen met terugwerkende kracht uitbetaald worden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde tijd, en kan, geheel of gedeeltelijk, worden opgezegd door elk der partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité van de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

Bijlage I bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2003 betreffende de toekenning van de haard- en standplaatstoelage Haard- en standplaatstoelage, omgerekend per uur, van toepassing vanaf 1 september 2002, aan spilindex 109,45 (*) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) De haardtoelage is van toepassing vanaf 1 januari 2004 Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

Bijlage II bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 2003 betreffende de toekenning van de haard- en standplaatstoelage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^