gepubliceerd op 01 oktober 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van producten op basis van tabak en soortgelijke producten
10 AUGUSTUS 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van producten op basis van tabak en soortgelijke producten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 6, § 1, a), vervangen bij de wet van 22 maart 1989;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van producten op basis van tabak en soortgelijke producten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 14 april 1993 en 29 mei 2002;
Gelet op de beschikking van de Commissie van 5 september 2003 betreffende het gebruik van kleurenfoto's of andere illustraties als gezondheidswaarschuwingen op verpakkingseenheden van tabaksproducten;
Gelet op advies 36.542/3 van de Raad van State, gegeven op 2 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van Economie en van Onze Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Aan artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van producten op basis van tabak en soortgelijke producten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het punt 11° wordt door de volgende bepaling vervangen : « 11° Dienst : het Directoraat-Generaal Dier, Plant en Voeding van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.»; 2° een punt 12° wordt toegevoegd, luidend als volgt : « 12° Gecombineerde waarschuwing : een vermelding bestaande uit een foto of een andere illustratie en een bijhorende tekst.Deze vermelding heeft tot doel om de gevolgen van het roken voor de gezondheid af te beelden en uit te leggen. ».
Art. 2.In artikel 2, § 3 van hetzelfde besluit worden de woorden « § 1 en/of § 2, b) » vervangen door de woorden « § 1 en/of § 2 ».
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 2° worden de woorden « voor roken bestemde tabaksproducten » vervangen door de woorden « andere voor roken bestemde tabaksproducten dan sigaretten »;2° aan § 1 wordt een punt 5° toegevoegd, luidend als volgt : « 5° Elke verpakkingseenheid voor sigaretten dient de volgende waarschuwingen te dragen, overeenkomstig de bepalingen van § 2 : a) één van de algemene waarschuwingen voorzien in bijlage 2. De algemene waarschuwingen worden afwisselend aangebracht, zodat ze op een even groot aantal verpakkingen over het ganse grondgebied vermeld worden, met een tolerantiemarge van 5 %.
De algemene waarschuwing wordt aangebracht op de duidelijkst zichtbare kant van de verpakkingseenheid en op elke buitenverpakking (behalve op extra cellofaanverpakkingen), bestemd voor de verbruiker; b) één van de gecombineerde waarschuwingen, die door onze Minister worden vastgelegd. De gecombineerde waarschuwingen worden afwisselend aangebracht, zodat ze op een even groot aantal verpakkingen over het ganse grondgebied vermeld worden, met een tolerantiemarge van 5 %.
De gecombineerde waarschuwing wordt aangebracht op de andere duidelijkst zichtbare kant van de verpakkingseenheid en op elke buitenverpakking (behalve op extra cellofaanverpakkingen), bestemd voor de verbruiker.
Op de verpakingseenheden mogen geen commentaren op, parafraseringen van, of verwijzingen van enige aard naar de gecombineerde waarschuwingen worden aangebracht. »; 3° in § 2, 2° worden de woorden « en 4° » vervangen door de woorden « , 4° en 5° » en wordt het laatste lid vervangen door de volgende bepaling « - gecentreerd op het voor de tekst bestemde oppervlak, evenwijdig met de bovenrand van de verpakkingseenheid en in dezelfde richting als de andere informatie.»; 4° in § 2, 3° worden de woorden « en 3° » vervangen door de woorden « , 3° en 5° »;5° in de eerste zin van § 2, 4° worden de woorden « bedoeld in § 1, 2°, a) » vervangen door de woorden « bedoeld in § 1, 2°, a) en 5°, a) »;6° in de eerste zin van § 2, 5° worden de woorden « in § 1, 2°, b) bedoelde » vervangen door de woorden « in § 1, 2°, b) en 5°, b) bedoelde »;7° de bepalingen van § 3 worden door de volgende bepalingen vervangen : « § 3.Onze Minister kan bijkomende eisen stellen voor de wijze van vermelden van de waarschuwingen zoals voorzien in § 2, 2° en voor de technische specificaties voor het afdrukken van gecombineerde waarschuwingen. »; 8° na § 3 wordt een § 4 toegevoegd, luidend als volgt : « § 4.De tabaksproducten, die niet voldoen aan de bepalingen van dit artikel zijn als schadelijk te beschouwen in de zin van artikel 18 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten. ».
Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt de volgende bepaling toegevoegd : « Onze Minister kan technische eisen stellen aan automatische distributieapparaten met betrekking tot het verbieden van de verkoop van tabaksproducten aan jongeren. ».
Art. 5.In artikel 6, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden « Eetwareninspectie van het Ministerie van Volksgezondheid en Leefmilieu » geschrapt ».
Art. 6.Bij wijze van overgangsmaatregel mogen sigaretten die niet voldoen aan de bepalingen van het artikel 3, § 1, 5° van het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 betreffende het fabriceren en het in de handel brengen van producten op basis van tabak en soortgelijke producten, gewijzigd door dit besluit, toch wel voldoen aan de bepalingen van het voornoemde koninklijk besluit van 13 augustus 1990, tot tenminste 1 jaar gefabriceerd worden - en tot tenminste 18 maanden in de handel gebracht worden - nadat onze Minister de gecombineerde waarschuwingen heeft vastgelegd.
Art. 7.Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 10 augustus 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE