10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit betreffende de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, "Colores" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid, artikel 8, § 2, derde lid, en op artikel 27, tweede lid;

Gelet op het advies van de Raad van bestuur van de Nationale Loterij;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Overwegende dat de wijze waarop de attitudes van het publiek evolueren, de Nationale Loterij tot de conclusie leidt dat de aantrekkingskracht van de openbare loterijvormen die zij overeenkomstig artikel 2, eerste lid, van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij organiseert, met name die van de loterijen met biljetten, onderhevig is aan een erosie die sneller verloopt dan vroeger en die de levensduur van deze loterijvormen derhalve sterk verkort;

Overwegende dat die erosie een versnelde vernieuwing van de genoemde loterijvormen des te meer onontbeerlijk maakt daar de in het bedrijfsplan beoogde jaarlijkse verhoging met 5% van de ontvangsten van de Nationale Loterij een essentiële voorwaarde vormt opdat de Nationale Loterij al haar verplichtingen kan nakomen;

Overwegende dat de studie van de haalbaarheid, het ontwerp, de organisatie en de rendabiliteit van de in dit besluit bedoelde openbare loterijvorm vele maanden werk heeft gevergd van de diensten van de Nationale Loterij;

Overwegende dat de Nationale Loterij in 2001 niet al haar verplichtingen zal kunnen nakomen als zij niet onverwijld kan overgaan tot de lancering van deze nieuwe vorm van openbare loterij die extra ontvangsten moet opleveren;

Overwegende dat het, om een dergelijke situatie te voorkomen, absoluut noodzakelijk is dringend dit besluit te nemen zodat de Nationale Loterij onmiddellijk alle maatregelen kan treffen die nodig zijn voor een spoedige organisatie van de erin bedoelde loterijvorm;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de bovenstaande over-wegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Deelnemingsbeginsel

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven openbare loterij met biljetten, "Colores" genaamd.

De Colores is een loterijvorm met biljetten gebaseerd op een dubbele methode van lotentoewijzing. Een deel van deze wordt toegewezen zonder loting door de aanduiding op het biljet, volgens een verdeling bepaald door het toeval, of een lot verkregen is of niet. Het andere deel van de loten wordt toegewezen door een loting die wordt uitgevoerd door de eigenaar van een biljet zelf dat hem dat recht toekent.

Elk winnend biljet heeft slechts één lot, of toegewezen zonder loting, of door loting, elke cumulatie tussen beide uitgesloten. HOOFDSTUK II. - Uitgifte van de biljetten

Art. 2.De Nationale Loterij bepaalt het aantal uitgegeven biljetten in veelvouden van twee miljoen.

De verkoopprijs van een biljet is bepaald op : 1° 100 frank voor de biljetten uitgegeven tot 31 december 2001.Op die biljetten wordt de verkoopprijs vermeld in frank en, ter informatie, in euro. 2° 2,5 euro voor de biljetten uitgegeven vanaf 1 januari 2002.Op die biljetten wordt de verkoopprijs uitsluitend vermeld in euro. HOOFDSTUK III. - Aantal en bedrag van de loten

Art. 3.Per hoeveelheid van twee miljoen uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgelegd op 403 427.

Van de biljetten bedoeld in artikel 2, tweede lid, 1°, zijn er : 1° 403 410 loten toegewezen zonder loting en die een totaalbedrag vertegenwoordigen van 88.000.000 frank. Deze loten worden verdeeld in 10 loten van BEF 100 000, 400 loten van BEF 10 000 3 000 loten van BEF 1 000 en 400 000 loten van BEF 200; 2° 17 loten toegewezen bij loting en die een gemiddeld totaalbedrag vertegenwoordigen van BEF 31 717 248,5 dit bedrag stemt overeen met de som van de vier bedragen die kunnen worden toegewezen, gedeeld door 4 en vermenigvuldigd met 17.De vier betrokken bedragen komen op BEF 403 399, BEF 1 008 498, BEF 2 016 995 en BEF 4 033 990.

Voor de biljetten bedoeld in artikel 2, tweede lid, 2°, zijn er : 1° 403 410 loten toegewezen zonder loting en die een totaalbedrag vertegenwoordigen van 2 200 000 euro.Deze loten worden verdeeld in 10 loten van 2 500 euro, 400 loten van 250 euro, 3 000 loten van 25 euro en 400 000 loten van 5 euro; 2° 17 loten toegewezen bij loting en die een gemiddeld totaalbedrag vertegenwoordigen van 786 250 euro, dit bedrag stemt overeen met de som van de vier bedragen die kunnen worden toegewezen, gedeeld door 4 en vermenigvuldigd met 17.De vier betrokken bedragen komen op 10 000 euro, 25 000 euro, 50 000 euro en 1 000 000 euro. HOOFDSTUK IV. - Deelnemingsvoorschriften

Art. 4.§ 1 Met het oog op de toewijzing van de loten zonder loting staan er, in een afgebakende zone op de voorzijde van de biljetten, acht variabele meldingen die weergeven : 1° of acht lotenbedragen in Arabische cijfers;2° of zeven lotenbedragen in Arabische cijfers en een keer de afkorting "TV";3° of zes lotenbedragen in Arabische cijfers en twee keer de afkorting "TV". Elk afgedrukt in een vak met een variabele kleur, vormen de acht meldingen bedoeld in het eerste lid een combinatie die verschilt van het ene biljet tot het andere. § 2. Het biljet met een combinatie waarin eenzelfde lotenbedrag voorkomt in twee vakken met dezelfde kleur, wint eenmaal dit bedrag.

Het biljet dat niet beantwoordt aan deze dubbele voorwaarde, wint niet. § 3. Het biljet met een combinatie waarin de afkorting "TV" voorkomt in twee vakken van dezelfde kleur, geeft zijn eigenaar het recht zelf aan de loting, bedoeld in artikel 8, deel te nemen die het hem toegewezen lot bepaalt. Het biljet dat niet beantwoordt aan deze dubbele voorwaarde, geniet niet van het betrokken recht. § 4. De in § 1, tweede lid, bedoelde vakken zijn afgebakend door een streep waarvan de kleur gelijk is aan die er binnenin.

De zone bedoeld in § 1, eerste lid, is bedekt door een ondoorzichtige deklaag die de deelnemers moeten afkrassen. HOOFDSTUK V. - Controle- en beheersmaatregelen

Art. 5.Op de voor- of keerzijde van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer ervan : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers bedekt met een ondoorzichtige laag;3° twee zichtbare streepjescodes.

Art. 6.In de zone bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, kunnen controlevermeldingen staan in de vorm die de Nationale Loterij nuttig acht.

Alleen de Nationale Loterij mag ter controle de in artikel 4, § 4, tweede lid, en artikel 5, 2°, bedoelde ondoorzichtige lagen van de onverkochte biljetten afkrassen.

Art. 7.Om te garanderen dat alleen het toeval de toewijzing van de loten zonder loting bepaalt : 1° wordt elke vorm van stelselmatigheid geweerd bij het drukken van de vermeldingen die betrekking hebben op de lotentoewijzing;2° mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen dat elementen in verband met de lotentoewijzing kan onthullen. De biljetten vertonen op de voor- of keerzijde vermeldingen in cijfers en/of letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren.

Een uitgifte omvat een veelvoud van twee miljoen biljetten. Het aantal uitgiften wordt bepaald door de Nationale Loterij. HOOFDSTUK VI. - Toewijzing van de loten door loting Eerste afdeling. - De trekkingshandelingen

Art. 8.§ 1. De loting bedoeld in artikel 4, § 3, vindt publiek plaats in het kader van de opname van een televisieuitzending.

Ze berust op de volgende voorschriften : 1° 16 gekleurde ballen, waarvan 4 blauwe, 4 groene, 4 rode en 4 gele, worden elk geplaatst in een etui.De 16 gebruikte etuis worden volledig afgesloten en hebben een zelfde uitzicht, zo elke identificatie van de kleur van de erin zittende bal uitsluitend; 2° ingesloten in hun etui worden de 16 ballen bedoeld in 1°, geplaatst op een ronddraaiende schijf, of in een trommel, of in een ander vast of mobiel toestel welke adekwaat wordt geacht door de Nationale Loterij;3° de eigenaar van het biljet bedoeld in artikel 4, § 3, trekt een voor een en volgens de praktische modaliteiten inherent aan het gebruikte trekkingstoestel, meerdere ballen waarvan hij de kleur ontdekt na ze uit hun respectievelijk etui te halen.Het aantal te trekken ballen schommelt naar gelang het toeval tussen een minimum van 3 en een maximum van 9, de trekking eindigt zodra drie ballen met dezelfde kleur werden getrokken. In voorkomend geval wordt de kleur van die drie ballen "winnende kleur" genoemd. § 2. Voor het starten van de trekkingshandelingen bedoeld in § 1, worden de 16 in hun etui gesloten ballen gemengd.

Elke bal wordt slechts een keer getrokken en gerangschikt volgens kleur op een daartoe toepasselijke drager. Afdeling II. - Toekenningsvoorschriften van de loten

Art. 9.Voor de biljetten bedoeld in artikel 2, tweede lid, 1°, wordt het toegekende lot vastgelegd op : 1° BEF 403 399 indien de winnende kleur geel is;2° BEF 1 008 498 indien de winnende kleur rood is;3° BEF 2 016 995 indien de winnende kleur groen is;4° BEF 4 033 990 indien de winnende kleur blauw is. Voor de biljetten bedoeld in artikel 2, tweede lid, 2°, wordt het toegekende lot vastgelegd op : 1° 10 000 euro indien de winnende kleur geel is;2° 25 000 euro indien de winnende kleur rood is;3° 50 000 euro indien de winnende kleur groen is;4° 100 000 euro indien de winnende kleur blauw is. Afdeling III. - Toezicht en beheer van de trekkingen

Art. 10.De Nationale Loterij bepaalt de data van elke trekking en maakt ze bekend door alle middelen die zij nuttig acht.

Elke trekking gebeurt publiek onder het toezicht van een Gerechtsdeurwaarder en van ten minste één lid van de Raad van bestuur van de Nationale Loterij en onder leiding van de directeur-generaal van de Nationale Loterij of van zijn afgevaardigde.

De onverwachte afwezigheid op het geplande uur van een van beide betrokken toezichtorganen vormt geen beletsel voor het houden van de trekking, die dan onder het toezicht wordt geplaatst van slechts één orgaan.

Indien een trekking wordt onderbroken tijdens de uitvoering om redenen onafhankelijk van de wil van de Nationale Loterij, wordt een lijst met het aantal en de kleuren van de geldig getrokken ballen opgemaakt door de/het toezichtorgaan (en) en vindt een bijkomende trekking plaats. De bijkomende trekking omvat slechts het nog resterend aantal ballen die nodig zijn om tot drie ballen met dezelfde kleur bedoeld in artikel 8, § 1, tweede lid, 3°, te komen.

Indien, uitzonderlijk, een trekking niet kan plaatsvinden op de voorziene datum, vindt deze plaats op een latere datum vastgesteld door de Nationale Loterij en bekendgemaakt door alle middelen die zij nuttig acht.

De directeur-generaal of zijn afgevaardigde regelt elk ander incident verbonden aan de trekking.

De Nationale Loterij maakt de resultaten van de trekking bekend door alle middelen die zij nuttig acht. Afdeling IV. - Bijzondere modaliteiten verbonden aan de biljetten die

recht geven op de loting

Art. 11.§ 1. De in artikel 4, § 3, bedoelde eigenaar moet een natuurlijk persoon zijn. Hij dient bovendien zijn naam, voornaam, adres en eventueel telefoonnummer in drukletters te schrijven in de daartoe bestemde ruimten op de keerzijde van zijn biljet.

De Nationale Loterij houdt geen rekening met de onbekwame waarvan de naam, voornaam en adres voorkomen op de keerzijde van het biljet doch alleen met zijn wettelijke vertegenwoordiger.

Wanneer een biljet gemeenschappelijk werd aangekocht, dan mogen in voornoemde ruimte alleen de gegevens van één enkel natuurlijk persoon worden ingevuld. § 2. De keerzijde van de biljetten vermeldt, naast andere indicaties, de melding "Ik kies voor" naast de twee vakken waarboven respectievelijk de vermelding "RTBF" en de vermelding "VRT" staan. De vermelding "RTBF" duidt een Franstalige televisiezender aan; de vermelding "VRT" duidt een Nederlandstalige televisiezender aan.

De eigenaar van het biljet bedoeld in artikel 4, § 3, plaatst een kruis in de vorm van "x" in datgene van de twee vakken die, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op de televisiezender die hij kiest voor de opname van de loting waaraan hij deelneemt.

De handgeschreven vermeldingen die op de keerzijde van het biljet zijn vereist ter toepassing van dit artikel, moeten worden aangebracht door een balpen en perfect leesbaar zijn.

De Nationale Loterij neemt met de eigenaar van het biljet bedoeld in artikel 4, § 3, elk contact dat zij nuttig acht, indien de handgeschreven vermeldingen die vereist zijn op de keerzijde van het biljet ten dele ontbreken of onjuist zijn aangebracht. De betrokken eigenaar is gehouden schriftelijk de door de Nationale Loterij gevraagde inlichtingen te bevestigen. § 3. De eigenaar van het biljet bedoeld in artikel 4, § 3, wordt per ter post aangetekend schrijven door de Nationale Loterij op de hoogte gebracht van de datum, het uur en de plaats waar de loting waaraan hij deelneemt plaatsvindt.

Dit aangetekend schrijven wordt gericht aan de persoon waarvan de naam, voornaam en adres voorkomen op de keerzijde van het betrokken biljet. Mocht de deelnemer van adres veranderen voor hij de oproep tot de loting krijgt, dan dient hij de Nationale Loterij schriftelijk van zijn nieuwe gegevens op de hoogte te stellen. § 4. De eigenaar van het biljet bedoeld in artikel 4, § 3, aanvaardt dat de loting waaraan hij deelneemt, gebeurt in het kader van de opname van een televisieuitzending en laat de Nationale Loterij toe om gratis, voor alle promotionele en publicitaire acties, gebruik te maken van zijn naam en eventueel van zijn beeltenis op elke drager.

Wat de televisieopname betreft, garandeert de Nationale Loterij niet haar volledige of gedeeltelijke uitzending.

De in artikel 4, § 3, bedoelde eigenaar die niet zelf wenst deel te nemen aan de loting, mag zich laten vervangen door een gemachtigde die bekwaam is. HOOFDSTUK VII. - Belastingontheffing van de loten

Art. 12.De loten zijn ontheven van alle belastingen ten bate van de Staat. HOOFDSTUK VIII. - Betalingswijze van de loten

Art. 13.§ 1. De in artikel 3, tweede lid, 1°, en derde lid, 1°, bedoelde loten, zijn betaalbaar aan toonder vanaf de aankoop van de biljetten. Zij zijn betaalbaar tegen afgifte van de winnende biljetten bij de verkopers tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de sluitingsdatum van de uitgifte waarbij de biljetten behoren. § 2. Binnen een termijn die identiek is aan die bedoeld in § 1, kunnen de biljetten bedoeld in artikel 4, § 3, waarvan de keerzijde behoorlijk werd ingevuld door de eigenaar, of worden : 1° afgegeven, tegen ontvangstbewijs, aan de verkopers die ze doorsturen in de beste termijn aan de Nationale Loterij;2° afgegeven, tegen ontvangstbewijs, op de zetel van de Nationale Loterij, Belliardstraat 25-33, te 1040 Brussel;3° opgestuurd, per aangetekend schrijven, op de verantwoordelijkheid van de afzender, naar de betrokken zetel van de Nationale Loterij. § 3. De in artikel 3, tweede lid, 1°, en derde lid, 1°, bedoelde loten die niet binnen de in § 1 bepaalde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.

De eigenaars van biljetten bedoeld in artikel 4, § 3, die deze laatste niet aan de Nationale Loterij hebben doen toekomen binnen de in § 1 voorgeschreven termijn, verliezen het recht om deel te nemen aan de in artikel 8 bedoelde loting. § 4. De in artikel 3, tweede lid, 2°, en derde lid, 2°, bedoelde loten worden uitbetaald door de Nationale Loterij binnen een termijn van een maand vanaf de datum van de trekking die ze heeft toegewezen en dit op alle manieren die zij nuttig acht.

Deze loten worden uitsluitend uitbetaald aan de persoon wiens identiteit vermeld staat op de keerzijde van het betrokken biljet.

Art. 14.De Nationale Loterij maakt voor iedere uitgifte van biljetten de afsluitingsdatum van de verkoop en bijgevolg de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetalingen en de teruggave van de biljetten die recht geven op deelname aan een loting, bekend met alle middelen die ze nuttig acht.

Art. 15.Klachten moeten op straffe van nietigheid binnen de in artikel 13, § 1, bedoelde termijn worden ingediend. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven.

Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde ervan moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden. HOOFDSTUK IX. - Algemene bepalingen

Art. 16.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.

Art. 17.§ 1. De Nationale Loterij erkent maar één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan.

De staving van de identiteit wordt geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval houdt de Nationale Loterij het biljet in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de toonder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als het nodig is voor de door de Nationale Loterij bepaalde betalingswijze van de loten. § 2. In afwijking van § 1, erkent de Nationale Loterij enkel als eigenaar van een biljet dat recht geeft op deelname aan de loting bedoeld in artikel 8, de persoon wiens identiteit vermeld is op de keerzijde van het betrokken biljet.

De Nationale Loterij komt niet tussen in de conflicten die kunnen ontstaan tussen de personen die gemeenschappelijk biljetten hebben aangekocht.

Art. 18.Geen enkel bezwaar of verzet wordt aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een aan toonder opgesteld bewijs van afgifte.

De eigenaar van een biljet met een druktechnische fout kan alleen aanspraak maken op de terugbetaling van zijn biljet.

Elke fraude die wordt gepleegd om een lot te verkrijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, zal het voorwerp uitmaken van een klacht bij het parket. HOOFDSTUK X. - Overgangsmaatregelen

Art. 19.De verkoop van de biljetten, bedoeld in artikel 2, tweede lid, 1°, blijft tot 28 februari 2002 toegelaten. HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2001.

Art. 21.Onze Minister van Overheidsbedrijven en Participaties is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS