gepubliceerd op 23 november 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de vervoerskosten van de arbeiders
10 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de vervoerskosten van de arbeiders (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de vervoerskosten van de arbeiders.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 10 augustus 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997 Vervoerskosten van de arbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 1997 onder het nummer 45237/CO/111.01.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Vervoer per spoor
Art. 2.Wat het door de NMBS georganiseerd vervoer betreft, wordt de bijdrage van de werkgevers in de kosten van de sociale abonnementen (treinkaart) van de NMBS bepaald op basis van het barema opgenomen in de bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen wordt in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de NMBS ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden. HOOFDSTUK III. - Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer
Art. 3.Wat het ander gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, komen de ondertekenende partijen overeen wat volgt : a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding staat tot de afstand, is de bijdrage van de werkgever gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van het sociale abonnement (treinkaart) van de NMBS;b) wanneer het een eenheidsprijs betreft, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld op 50 pct.van de werkelijke prijs betaald door de werkman.
Art. 4.De modaliteiten van de bijdrage van de ondernemingen ten gunste van de werklieden die dit type van vervoer gebruiken worden door de ondertekenende partijen vastgelegd als volgt : a) de werklieden leggen aan de werkgever een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld gemeenschappelijk openbaar vervoer, georganiseerd door de regionale vervoermaatschappijen, gebruiken om zich van hun verblijfplaats naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd te begeven;zij preciseren het aantal effectief gereden kilometers. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen; b) bovendien is de bijdrage van de onderneming afhankelijk van het gebruik door de betrokkene van het goedkoopst uitvallende vervoermiddel;c) de werkgever heeft steeds het recht om de waarachtigheid van deze verklaring na te gaan. HOOFDSTUK IV. - Gemengde vervoermiddelen
Art. 5.Ingeval de werkman gebruik maakt van een combinatie van de trein met één of meerdere andere gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen, en er slechts één vervoerbewijs afgeleverd wordt voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - zal de bijdrage van de werkgever gelijk zijn aan de werkgeverstussenkomst in het sociale abonnement (treinkaart) van de NMBS.
Art. 6.In elke andere combinatie van meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel dan voorzien in artikel 5, wordt de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afstand als volgt berekend : Nadat voor elk afzonderlijk gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, waarvan de werkman gebruik maakt, de bijdrage van de werkgever is berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2, 3a, 3b en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden de aldus bekomen bedragen opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te leggen.
Art. 7.Ingeval de werkman tegelijk gebruik maakt van een openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel en van een privé-vervoermiddel ander dan dat georganiseerd door de onderneming, zal de tussenkomst voor dit laatste vervoermiddel berekend worden zoals bepaald in onderstaand hoofdstuk V. HOOFDSTUK V. - Werklieden die geen gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruiken
Art. 8.§ 1. Voor de werklieden die geen gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruiken, wordt de bijdrage van de werkgever berekend op basis van de tabel opgenomen in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Deze tabel neemt het op 1 februari 1997 geldige barema "wekelijkse werkgeverstussenkomst per kilometer in de prijs van het sociale abonnement (treinkaart) van de NMBS" over. § 3. De tabel wordt uitgebreid voor de afstanden van minder dan drie km, volgens het principe van een derde per kilometer van de wekelijkse bijdrage van de werkgever in de prijs van het sociale abonnement NMBS (treinkaart) voor de afstand van "0-3 km" zoals geldig op 1 februari 1997. § 4. Deze tabel is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Voor de eerste maal is dit het indexcijfer van 1 januari 1997 : 121,38. Aanpassingen aan deze tabel grijpen plaats gelijktijdig met deze van de "werkgeverstussenkomsten per kilometer in de prijs van het sociale abonnement (treinkaart) van de NMBS" en gebeuren door het indexcijfer van de maand, voorafgaand aan de maand waarin het NMBS barema wijzigt, te plaatsen tegenover het indexcijfer van de maand, voorafgaand aan de maand van de vorige wijziging van het NMBS barema. § 5. Om de tegemoetkoming per dag te kennen moet men deze weekvergoeding door vijf of zes delen naargelang in het stelsel van de vijf- of zesdagenweek wordt gewerkt.
Art. 9.De beschikkingen van dit hoofdstuk zijn alleen toepasselijk indien de werkelijke heen en terug opgetelde afstanden ten minste één km bedragen.
Art. 10.Het aantal in aanmerking te nemen kilometers is dit van de kortste weg berekend op basis van de officiële dictionaire van de wettelijke afstanden langs de gewone wegen tussen al de gemeenten van België, die voorkomt in bijlage van het koninklijk besluit van 15 oktober 1969.
De afstand wordt aldus bepaald door het aantal kilometers tussen de gemeente waar de verblijfplaats van de werkman is gevestigd en deze van de onderneming.
Nochtans, in geval van geografische onregelmatigheid voortspruitend uit de localisatie van de onderneming en/of van de verblijfplaats van de werkman, zal er van deze bepaling kunnen afgeweken worden op basis van een paritaire regeling op het vlak van de onderneming.
Art. 11.Voor de werklieden die in dezelfde gemeente wonen waar de onderneming gevestigd is, zal de tussenkomst van de werkgever berekend worden in functie van de kortste werkelijk afgelegde afstand van de verblijfplaats van de werkman naar de onderneming.
Deze afstand heen en terug berekend, wordt afgerond naar de hogere of lagere kilometer naargelang de kilometerschijf vijfhonderd meter overschrijdt of niet. HOOFDSTUK VI. - Door de ondernemingen met financiële deelneming van de werklieden georganiseerd of door de ondernemingen voor een gedeelte van het traject uitsluitend op eigen kosten georganiseerd vervoer
Art. 12.Wanneer het vervoer van de verblijfplaats naar de onderneming georganiseerd wordt door de ondernemingen uitsluitend op eigen kosten of met de financiële deelneming van de werklieden, moet deze collectieve arbeidsovereenkomst als uitgevoerd worden beschouwd zodra de lasten van de onderneming voor dezelfde afstand afgelegd per gebruiker-werkman, de werkgeverstussenkomst in de prijs van het sociaal abonnement (treinkaart) van de NMBS bereiken of overschrijden.
Indien dit niet het geval is, zal de toepassing van het beginsel volgens hetwelk de bijdrage van de onderneming gelijk is aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van het sociaal abonnement NMBS (treinkaart) voor dezelfde afgelegde afstand op het vlak van de onderneming paritair worden geregeld.
Art. 13.Voor de berekening van de afstand afgelegd met het door de onderneming ingezette vervoermiddel, moet ermee rekening gehouden worden dat dit vervoermiddel tussen de verblijfplaats van de werkman en de plaats van de tewerkstelling in het algemeen niet de directe weg volgt.
In dit geval zal de afstand die als basis dient voor de tussenkomst van de werkgever op het vlak van de onderneming paritair worden bepaald.
Art. 14.Wanneer de werkman tegelijk gebruik maakt van een door de onderneming georganiseerd vervoermiddel en van een ander vervoermiddel, zal de tussenkomst van de werkgever berekend worden op grond van de totale afgelegde afstand, evenwel met aftrek van de reeds door de werkgever gedragen kosten voor het door hem georganiseerd vervoer.
De toepassing van het beginsel volgens hetwelk de bijdrage van de werkgever gelijk is aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van het sociaal abonnement van de NMBS (treinkaart) zal op het vlak van de onderneming paritair worden geregeld, mits artikel 13 behoorlijk in overweging wordt genomen en rekening houdend met het door de werkman gebruikte vervoermiddel. HOOFDSTUK VII. - Tijdstip van de terugbetaling
Art. 15.De praktische schikkingen voor het betalen van de bijdrage van de werkgevers in de door de werklieden gedragen vervoerkosten zullen paritair op het vlak van de onderneming worden geregeld. HOOFDSTUK VIII. - Modaliteiten van de terugbetaling
Art. 16.De bijdrage gebeurt alleen voor de dagen aanwezigheid op het werk. Deze beschikking is evenwel niet van toepassing voor de werklieden die houder zijn van een abonnement. In dit geval kunnen zij ook de tussenkomst genieten voor de afwezigheidsdagen voor zover deze dagen vallen in de geldigheidsperiode van het abonnement en dat zij de terugbetaling ervan niet kunnen bekomen.
De bijdrage van de ondernemingen in de vervoerkosten per spoor zal worden betaald tegen indiening van het speciale getuigschrift voor de sociale abonnementen afgeleverd door de NMBS. De bijdrage van de ondernemingen in de vervoerkosten voor een ander gemeenschappelijk openbaar vervoer dan dat georganiseerd door de NMBS zal worden betaald op overlegging van de transportbewijzen afgeleverd door de regionale vervoermaatschappijen.
Voor de werklieden die geen openbaar vervoermiddel gebruiken, geschiedt de uitbetaling zonder bijzondere modaliteiten, behalve toepassing van artikel 18 hierna. HOOFDSTUK IX. - Bijzondere beschikkingen
Art. 17.In de gevallen waarin bij de in artikel 1 bedoelde ondernemingen verschillende en op sommige punten van deze collectieve arbeidsovereenkomst gunstiger oplossingen zouden van toepassing zijn, kunnen deze worden behouden.
Art. 18.Indien de werkgever het vraagt, zijn de werklieden ertoe gehouden de verplaatsingsmiddelen die ze gebruiken mee te delen. Zij zullen op eigen initiatief elke verandering van verblijfplaats of van vervoermiddel meedelen. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 19 februari 1973 (registratie 1774/CO/11-01, Belgisch Staatsblad van 19 mei 1973) inzake het vervoer van de werklieden, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 1991 (koninklijk besluit van 9 oktober 1991 - Belgisch Staatsblad van 31 januari 1992).
Art. 20.Deze collectieve overeenkomst, ingaande op 1 juli 1997, wordt voor onbepaalde duur gesloten. Zij kan worden opgezegd door één der partijen, mits zes maanden op voorhand opzegging wordt betekend per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage aan de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997 inzake vervoerskosten van de werklieden Uitvoering van artikel 8, § 1 van bovenstaande collectieve arbeidsovereenkomst Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 augustus 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX