gepubliceerd op 16 september 1998
Koninklijk besluit betreffende de beperkende maatregelen tegen de « Uniao Nacional para a Independência Total de Angola »
10 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit betreffende de beperkende maatregelen tegen de « Uniao Nacional para a Independência Total de Angola (UNITA) »
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel de toepassing van de maatregelen inzake het financiële embargo, die genomen werden door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties met de resolutie 1173 (1998) van 12 juni 1998 die op 1 juli 1998 in werking is getreden overeenkomstig de resolutie 1176 (1998) van 22 juni 1998. Uwe Majesteit kan, bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, de maatregelen treffen die nodig zijn voor het blokkeren van financiële tegoeden, luidens artikel 1 van de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties.
Dit ontwerp past de paragraaf 11 van de resolutie 1173 toe die aandringt op het bevriezen van het kapitaal en de financiële middelen, met name de middelen afkomstig van de tegoeden toebehorend aan UNITA als organisatie, aan zijn verantwoordelijken, of aan de volwassen leden van hun naaste familie.
De Minister van Financiën is bevoegd voor de organisatie en het treffen van elke maatregel die tot doel heeft de uitvoering van artikel 1 te verzekeren, inzonderheid de bekendmaking van de lijsten van de beoogde personen, overeenkomstig de door de Verenigde Naties ter zake getroffen resoluties.
De inwerkingtreding van het besluit is voorzien voor de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
De dringende noodzakelijkdheid van het besluit wordt verantwoord.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR
10 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit betreffende de beperkende maatregelen tegen de « Uniao Nacional para a Independência Total de Angola (UNITA) » ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de resolutie 1173 (1998) genomen door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op 12 juni 1998 en in werking getreden op 1 juli 1998 overeenkomstig de resolutie 1176 (1998);
Gelet op de wet van 11 mei 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Veiligheidsraad van de Organisatie van de Verenigde Naties, inzonderheid op de artikelen 1 en 4;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de kritieke situatie van het vredesproces in Angola voortduurt wegens het feit dat UNITA de verplichtingen die op hem rusten in het kader van dit proces niet naleeft;
Overwegende dat de resolutie 1173 (1998) in werking is getreden op 1 juli 1998, overeenkomstig de op 24 juni 1998 door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties getroffen resolutie 1176 (1998), dat deze internationale maatregelen dus onverwijld dienen te worden nagekomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Overeenkomstig paragraaf 11 van de resolutie 1173 (1998) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, moeten het kapitaal en de financiële middelen, met name de middelen afkomstig van de tegoeden toebehorend aan UNITA als organisatie, aan zijn verantwoordelijken, of aan de volwassen leden van hun naaste familie, worden bevroren, zodat ze niet rechtstreeks of onrechtstreeks te hunner beschikking kunnen worden gesteld.
Art. 2.De Minister van Financiën is bevoegd voor de organisatie en het treffen van elke maatregel die tot doel heeft de uitvoering van artikel 1 te verzekeren, inzonderheid de bekendmaking van de lijsten van de beoogde personen, overeenkomstig de door de Verenigde Naties ter zake getroffen resoluties.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 augustus 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR